Opnieuw wijzen onderzoekers erop dat er meer aandacht moet komen voor de rol die de lucht binnenshuis speelt in de verspreiding van het coronavirus.
We weten dat het coronavirus zich verspreidt via (kleine) druppeltjes die bijvoorbeeld vrijkomen als mensen hoesten, niezen of praten. Omdat deze druppeltjes relatief groot en zwaar zijn, vallen ze snel op de grond en blijven dus maar voor korte tijd in de lucht hangen. Het advies om 1,5 meter afstand van elkaar te bewaren, is op deze aanname gebaseerd. Toch lijkt dit niet in alle gevallen afdoende. Onderzoekers stellen namelijk in een nieuwe studie dat de verspreiding van virusdeeltjes binnenshuis sterk wordt beïnvloed door de luchtvochtigheid.
Corona-uitbraken
De afgelopen tijd hebben er enkele corona-uitbraken plaatsgevonden die het gevolg lijken te zijn van de aanwezigheid van een grote groep mensen in één ruimte. Denk aan slachthuizen of koorrepetities. Het betekent dat een veiligheidsafstand van 1,5 meter blijkbaar niet in alle gevallen voldoende is om besmetting te voorkomen. Nederlandse onderzoekers hebben bijvoorbeeld aangetoond dat kleine druppeltjes van vijf micrometer die bijvoorbeeld ontstaan bij praten, tot wel negen minuten in de lucht blijven zweven. Om verspreiding van het coronavirus via deze in de lucht hangende deeltjes tegen te gaan, raden onderzoekers aan om niet alleen mondkapjes te blijven dragen, maar ook de ruimte goed te ventileren.
Volgens de WHO heeft het coronavirus SARS-CoV-2 in meer dan een half jaar tijd wereldwijd geleid tot minstens 21 miljoen besmette personen en meer dan 750.000 doden. De gezondheids- en economische gevolgen van de pandemie vormen voor praktisch alle landen grote maatschappelijke uitdagingen. Wereldwijd wordt daarom gezocht naar manieren om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Daarbij zijn drastische maatregelen genomen, zoals lockdowns en het beperken van sociale contacten. Ondertussen is de jacht op een vaccin groot. Naar schatting zijn er momenteel 166 coronavaccins in ontwikkeling. 25 van deze vaccins ondergaan reeds klinisch onderzoek, wat betekent dat ze op mensen worden getest. En sommige van die klinische studies hebben reeds veelbelovende resultaten opgeleverd. Zo bleek het door Nederland bestelde vaccin dat aan de universiteit van Oxford is ontwikkeld een krachtige en tweevoudige immuunreactie op te roepen. En ook een Amerikaans en Chinees vaccin lijken ervoor te zorgen dat mensen afweerstoffen tegen SARS-CoV-2 aanmaken en dus enige bescherming te bieden tegen het virus dat nog altijd volop rondwaart.
Een nieuw onderzoeksteam wijst nu op een ander aspect dat tot nu toe nog weinig aandacht heeft gekregen, maar erg belangrijk is nu het volgende griepseizoen alweer voor de deur staat: de luchtvochtigheid binnenshuis. “Het is al langer bekend dat luchtvochtigheid een grote rol speelt,” stelt onderzoeker Ajit Ahlawat. “Hoe vochtiger de lucht is, hoe meer water zich aan de deeltjes hecht. En zo kunnen ze sneller groeien.” Om te bestuderen wat dit betekent voor de verspreiding van het huidige coronavirus, bogen de onderzoekers zich over de tien meest relevante internationale onderzoeken die handelen over de invloed van de luchtvochtigheid, verspreiding en infectie van de verschillende coronavirussen SARS-CoV-1, MERS en SARS- CoV-2.
Droge lucht
De onderzoekers komen tot een belangrijke conclusie: SARS-CoV-2 blijkt zich binnenshuis gemakkelijker bij een lage luchtvochtigheid te verspreiden. Hoewel een lage luchtvochtigheid er aan de ene kant voor zorgt dat druppeltjes die virusdeeltjes bevatten sneller uitdrogen, lijkt de overlevingskans van die virussen hoog te blijven. “Als de luchtvochtigheid binnenshuis lager is dan 40 procent, absorberen de deeltjes die geïnfecteerde mensen uitstoten minder water, blijven lichter, vliegen verder door de kamer en zullen zo sneller door iemand anders worden ingeademd,” legt Ahlawat uit. “Bovendien maakt droge lucht de slijmvliezen in onze neuzen droog, waardoor ze makkelijker virussen doorlaten.”
Winter
De nieuwe bevindingen zijn met name belangrijk voor het komende winterseizoen. Dan zullen we allemaal binnen de verwarming weer hoog zetten. “De verwarming zorgt er voor dat de lucht uitdroogt,” waarschuwt onderzoeker Alfred Wiedensohler. “Dit kan de verspreiding van het coronavirus stimuleren.”
Advies
Bij een hoge luchtvochtigheid groeien druppeltjes sneller, vallen ze eerder op de grond en worden zo dus minder snel ingeademd door anderen. “Een vochtigheidsgraad van ten minste 40 procent in openbare gebouwen en openbaar vervoer zou daarom niet alleen de effecten van COVID-19 verminderen, maar ook van andere virale ziekten zoals de gewone seizoensgriep,” stelt onderzoeker Sumit Kumar Mishra. “Autoriteiten zouden dus de vochtigheidsgraad in toekomstige richtlijnen moeten opnemen,” zo adviseert hij. Landen in tropische en warme klimaten zouden moeten voorkomen dat ruimtes sterk gekoeld worden door airconditionings. Wanneer lucht namelijk gekoeld wordt, droogt het de lucht en de deeltjes erin uit. En deze droge deeltjes blijven langer in de lucht hangen.
De boodschap is duidelijk: de verspreiding van het coronavirus lijkt dus sterk te worden beïnvloed door de luchtvochtigheid. En bij een lage luchtvochtigheid verspreidt het virus zich makkelijker. Daarom raden de onderzoekers aan om de vochtigheidsgraad op plekken waar veel mensen zijn – zoals in ziekenhuizen, kantoortuinen of in het openbaar vervoer – tussen de 40 en de 60 procent te houden, zodat virusdeeltjes moeilijker andere mensen kunnen bereiken en besmetten. De onderzoekers benadrukken dat het vochtgehalte binnenshuis dus heel belangrijk is om het coronavirus in te dammen. Maar we moeten ook andere aspecten in ogenschouw houden. Frisse lucht buiten kan namelijk ook de overdracht van het virus verminderen. En natuurlijk mogen we de bestaande maatregelen niet vergeten: houd afstand, zorg voor zo min mogelijk mensen in dezelfde ruimte en draag waar nodig mondkapjes.