De schildering is minstens tien jaar ouder dan de officiële wetenschappelijke ontdekking van het dier.
Onderzoekers zijn in een Zuid-Afrikaanse grot op een opmerkelijke rotsschildering gestuit. Het gaat om een mysterieus dier met slagtanden. “Hoewel de afbeelding vreemd genoeg op een walrus lijkt, komen zulke dieren niet in Afrika voor”, zegt onderzoeker Julien Benoit. In een nieuwe studie heeft hij deze raadselachtige rotstekening uitgebreid bestudeerd en heeft nu een sterk vermoeden over wat het dier zou kunnen zijn.
Kunstwerk
Op de ontdekte rotswand zijn verschillende kunstwerken van dieren en andere culturele elementen te zien die verband houden met de San-mensen van Zuid-Afrika; een van de oudste nog levende bevolkingsgroepen ter wereld. Eén van de afgebeelde figuren is een lang dier met naar beneden gekeerde slagtanden. Aangezien de San vaak verschillende elementen uit hun omgeving, zoals fossielen, in hun kunst verwerkten, denkt Benoit dat het dier met slagtanden geïnspireerd kan zijn door een uitgestorven soort.
Reptielachtig zoogdier
Benoit gelooft dat de San-rotstekenaars mogelijk een oud dier hebben afgebeeld dat meer dan 250 miljoen jaar geleden door Zuid-Afrika zwierf. Concreet gaat het volgens hem om een uitgestorven reptielachtig zoogdier dat tot de Dicynodontia behoorde. Deze dieren zijn oude verwanten van de zoogdieren en leefden tussen de 265 en 200 miljoen jaar geleden op aarde. De Karoo-regio in Zuid-Afrika, waar de schildering is gevonden, staat bekend om zijn rijke fossielen van deze wezens.
Dicynodontia is een groep uitgestorven, reptielachtige zoogdieren die tot de orde Therapsida behoort. Ze leefden van het late Perm tot het einde van het Trias en stierven vermoedelijk uit door de opkomst van de dinosauriërs. Deze groep ontwikkelde zich tot honderden verschillende soorten, variërend in grootte van een hedendaagse mol tot een olifant. Bijna allemaal hadden ze een relatief grote kop, twee naar beneden gerichte slagtanden en een hoornachtige snavel. Dicynodontia was een van de meest succesvolle groepen landdieren in hun tijd.
Benoit heeft veel fossiele botten ontdekt in de buurt van de grot, wat de theorie ondersteunt dat de San-kunstenaars hun schilderingen baseerden op echte fossielen. “De San woonden en jaagden tussen de fossiele voetafdrukken, botten, schedels en tanden van uitgestorven reptielen in de Karoo”, vertelt Benoit. “Deze schildering biedt sterk bewijs dat ze niet alleen deze fossielen ontdekten, maar ook probeerden het levende dier in hun kunst weer te geven.” Opmerkelijk is dat de houding van het geschilderde dier lijkt op de ‘doodshouding’ die vaak voorkomt bij versteende skeletten, wat de link met de paleontologie verder versterkt.
Wetenschappelijke ontdekking
De schildering dateert uit de periode tussen 1821 en 1835. En dat is interessant. Want dit betekent dat de schildering is gemaakt vóór de eerste wetenschappelijke beschrijving van Dicynodontia in 1845 door de Britse paleontoloog Sir Richard Owen. Deze tijdslijn plaatst de San als pioniers in de paleontologie, aangezien zij deze uitgestorven soort al herkenden en afbeeldden lang voordat de formele wetenschappelijke gemeenschap dat deed. “Deze ontdekking is buitengewoon”, aldus Benoit. “Het wijst erop dat de San zich al ver vóór westerse wetenschappers bezighielden met paleontologie en wisten dat deze wezens ooit hadden bestaan.”
Mythe
Wat ook opvallend is, is dat een San-mythe vertelt over ‘enorme beesten’ die ooit lang geleden door Zuidelijk Afrika zwierven en nu volledig zijn uitgestorven. Dit verhaal zou kunnen verwijzen naar de Dicynodontia-fossielen die de San in de Karoo vonden en probeerden te begrijpen. De tekening van het mysterieuze dier dat in de grot is ontdekt, ondersteunt deze theorie. “De Dicynodontia kan zijn afgebeeld als een ‘regen-dier,’ een mythisch wezen binnen de San-kosmologie,” vermoedt Benoit. “Deze wezens hadden waarschijnlijk een bijzondere betekenis in de San-schilderingen.”
Het onderzoek herschrijft niet alleen de geschiedenis van de paleontologie, maar onderstreept ook het scherpe wetenschappelijke inzicht en de opmerkelijke waarnemingskracht van inheemse gemeenschappen. Het biedt nieuwe kansen om rotstekeningen te interpreteren en om beter te begrijpen hoe oude volkeren zich verhouden tot de prehistorische wereld om hen heen.