Rijst uit Nederland. Of: polderrijst. Het klinkt misschien als een 1 april-grap, maar niets is minder waar. Want rijst verbouwen in Nederland is helemaal geen gek idee. Sterker nog: we kunnen er in theorie heel wat problemen mee oplossen.
Wie denkt aan het Nederlandse platteland, denkt aan uitgestrekte graslanden, met koeien erop, akkers vol aardappelen of tarwe. Maar kun je je ook voorstellen dat tussen die graslanden en met Hollandse gewassen gevulde akkers een rijstplantage verrijst? Onderzoekers van de Wageningen University & Research (WUR) en de Universiteit Leiden wel! Sterker nog: zij hebben recent – bij wijze van experiment – reeds een mini-rijstveld aangeplant. Het rijstveld bevindt zich in een veengebied nabij Leiden en telt 3000, nu nog kleine rijstplantjes. De hoop is dat deze de komende maanden flink gaan groeien en er ergens in september goedgevulde rijstkorrels kunnen worden geoogst. Die allereerste ‘polderrijst’ zou dan zomaar de opmaat kunnen zijn naar meer: de introductie van een voor Nederland gloednieuw gewas waarmee mogelijk tevens in één klap grote problemen als bodemdaling, verzilting en teruglopende biodiversiteit een halt kunnen worden toegeroepen.
Veengrond
Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Of dat ook zo is, wordt nu dus nabij Leiden uitgezocht door onderzoekers Julian Helfenstein, Maarten Schrama, Tom Schut en Aart van der Linden. Nabij Leiden plantten de genoemde wetenschappers samen met boer Sander Roeleveld eind mei zo’n 3000 in een kas in Wageningen opgekweekte rijstplanten, in de veengrond. “We focussen ons heel bewust op veengrond,” vertelt onderzoeker Aart van der Linden, verbonden aan de Universiteit van Wageningen, aan Scientias.nl. “Omdat het vrij laag ligt, onder zeeniveau.” Dat maakt het – in ieder geval in theorie – geknipt voor het verbouwen van een gewas als rijst, want rijstplanten groeien goed in onder water gelopen land.
Bodemdaling en zeespiegelstijging
Daarbij moet echter wel worden opgemerkt dat de meeste Nederlandse veengrond normaal gesproken niet onder water staat. “Overtollig water wordt weggepompt in veengebieden, zodat het waterpeil onder het maaiveld blijft en het land dienst te kan doen als weidegrond,” legt Van der Linden uit. Maar die aanpak zorgt ervoor dat de bodem daalt. “Doordat we veen – in feite niets anders dan plantenresten – gedeeltelijk droogpompen, kan er zuurstof bijkomen en vergaat het veen. En wanneer veen vergaat, daalt de bodem. Op sommige plaatsen in het veenweidegebied is die daling wel 10 mm per jaar. Als je tegelijkertijd bedenkt dat de zeespiegel elk jaar met zo’n 3,5 millimeter stijgt, begrijp je wel dat die bodemdaling lastig vol te houden is.” En dat is niet het enige probleem dat het droogpompen van veengebieden – en dus de afbraak van veen – met zich meebrengt. “Wanneer veen wordt afgebroken, komt er ook CO2 vrij.” Het gaat dan om koolstof die de planten waaruit het veen is opgebouwd, lang geleden hebben opgenomen uit de atmosfeer. Zolang veen onder water staat, zit koolstof veilig opgesloten. Maar als we het veen droogpompen, komt er zuurstof bij, waardoor de plantenresten kunnen vergaan en het CO2 in de atmosfeer belandt en bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
Rijst als oplossing
Het droogpompen van veengebieden heeft dus nogal wat nadelen. Maar stel je nu eens voor dat we veengrond niet langer omtoveren tot weidegrond, maar gaan gebruiken om rijst te verbouwen. Dan verdwijnen een aantal van die nadelen als sneeuw voor de zon, zo legt Van der Linden uit. “Als je rijst gaat verbouwen, kun je de waterspiegel hoger zetten.” Want rijst houdt van natte voeten. “Zo bescherm je vervolgens het veen eronder.” Dat blijft namelijk nat en vergaat dus niet. En daarmee daalt de bodem niet langer en lekt er ook geen CO2 meer uit het veen. Daarnaast wordt zeewaterindringing en verzilting tegengegaan. “Want doordat de waterspiegel in deze laaggelegen veengebieden hoger wordt gezet, kan zout water het land niet verder binnendringen.”
Rijst uit Europa
Op papier lijkt rijst dus een heel interessant gewas voor Nederland. Maar is de praktijk niet weerbarstiger? Zo op het eerste gezicht zou je misschien denken van wel. Zeker wanneer je rijst voornamelijk associeert met aanzienlijk warmere klimaten zoals we die vinden in landen als China, India en Thailand. Maar we moeten niet vergeten dat rijst reeds in Europa wordt verbouwd, zo benadrukt Van der Linden. Als voorbeeld haalt hij de risottoplantages in het noorden van Italië aan. En recent hebben onderzoekers aangetoond dat dezelfde rijstsoort het ook heel goed doet in het aanzienlijk hogergelegen en dus koudere Noord-Zwitserland. “In Noord-Zwitserland wordt rijst door verschillende boeren in veengebieden geteeld,” vertelt onderzoeker Julian Helfenstein. “Dat bleek een win-win voor de biodiversiteit en de boeren.” En zo ontstond het idee om ook eens te kijken of iets soortgelijks in Nederland haalbaar was. Want Nederland kon – met een vergelijkbaar klimaat, maar veel grotere veengebieden – nog weleens veel interessanter zijn dan het noorden van Zwitserland.
Geen garantie voor succes
Hoewel er de nodige overeenkomsten zijn tussen de situatie in Zwitserland en Nederland is succes echter niet gegarandeerd, zo benadrukt Van der Linden. Want er zijn ook verschillen. “Zo is de temperatuur misschien wel vergelijkbaar, maar hebben we hier in Nederland meer instraling van de zon. En dat is voor de natte rijstteelt wel een uitdaging.” Tegelijkertijd valt niet uit te sluiten dat de rijstplanten op een cruciaal moment uiteindelijk juist net te weinig licht krijgen. “Het lichtniveau daalt wanneer we naar het najaar toegaan en dat is juist het moment waarop de rijstkorrels gaan rijpen en de rijstplanten veel licht nodig hebben. Want als er te weinig licht is, kan de plant minder suikers aanmaken. Dat zou resulteren in een mindere oogst, omdat de plant suikers nodig heeft om de rijstkorrels te kunnen vullen met zetmeel.” Dat laatstgenoemde probleem zou je kunnen oplossen door de rijstplanten eerder te planten, maar dan loop je weer het risico dat ze door te weinig instraling van de zon niet goed genoeg groeien. “Het is dus een beetje zoeken,” stelt Van der Linden.
Zoeken
Zoeken is het ook nog naar de beste plekken om rijst te verbouwen. En naar een antwoord op de vraag hoe je rijst kunt oogsten terwijl de velden onder water blijven staan. Daarnaast zijn onderzoekers ook heel benieuwd of het verbouwen van rijst écht een duurzaam alternatief kan zijn voor koeien op veengrond. “Rijst die je zelf verbouwt, hoef je niet te importeren. Dus dat scheelt transport en de daarmee samenhangende uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast komt er door het verbouwen van rijst minder CO2 vrij uit veengrond. Maar tegelijkertijd komt er bij de natte rijstteelt wel methaan – een zeer potent broeikasgas – vrij.” De vraag is nu of de CO2-besparing – door minder transport en het nathouden van veengrond – daar tegenop weegt. “Overigens moet natuurlijk worden opgemerkt dat ook koeien – die nu op drooggepompte veengrond rondlopen – methaan uitstoten, dus voor een compleet beeld zouden we ook rekening moeten houden met de uitstoot van die koeien als we na willen gaan of het verbouwen van rijst klimaatvriendelijker is.”
Haken en ogen
Maar het geeft wel aan dat er de nodige haken en ogen aan de kwestie zitten. “Er zijn plussen en minnen,” erkent Van der Linden. En hoe dat in de praktijk precies uitvalt, moet nu eerst nader worden onderzocht. “Zo vermoeden we bijvoorbeeld ook dat het verbouwen van rijst goed kan zijn voor de soortenrijkdom in Nederland. Een rijstveld is immers anders dan gras. En de natte rijstvelden kunnen in theorie een prachtig habitat vormen voor insecten en andere dieren.” Maar ook hiervoor geldt: of dat in praktijk zo uitpakt, is afwachten.
De zomer moet nog goed en wel beginnen en je hoort overal alweer berichten over droogte. Met dat in gedachten lijkt het misschien niet zo’n goed idee om een gewas dat natte voeten moet houden naar Nederland te halen. Maar Van der Linden ziet dat anders. “De rijstteelt vereist water. En als je rijst op grotere schaal wilt gaan verbouwen, zul je het waterpeil in deze veengebieden inderdaad hoger moeten houden. Maar de droogte waar je nu veel over hoort, is meer een probleem op zandgronden. In het geval van het veen is nathouden gedurende sommige delen van het jaar vooral een kwestie van niet te veel water door laten stromen naar zee. In droge zomers zou de waterbehoefte van de veenweidegebieden echter wel kunnen stijgen als daar rijst op wordt verbouwd, wat weer extra beslag kan leggen op de Nederlandse zoetwaterbuffers. “
Vervolgonderzoek
De allereerste resultaten van het experiment dat nu nabij Leiden wordt uitgevoerd, worden in september verwacht. Dan hopen Van der Linden en collega’s te kunnen oogsten. “Als alles meezit, kunnen we misschien 75 kilo rijst van het veld halen,” stelt Van der Linden. “Maar ik zou met 40 kilo of iets meer ook al heel tevreden zijn.” Die eerste oogst kan een basaal antwoord geven op de vraag of het verbouwen van rijst in Nederland haalbaar is. Een antwoord op al die andere vragen – is het beter voor het klimaat dan koeien op veengrond, is het beter voor de biodiversiteit, etc. – laat naar verwachting nog aanzienlijk langer op zich wachten. “Na een succesvolle oogst zou het een logische vervolgstap zijn om ook de methaanemissies van de rijst te gaan meten en biodiversiteitsonderzoek te gaan doen. Daarnaast willen we ook graag gaan kijken naar nutriëntenstromen; om rijst te verbouwen wordt water gebruikt en dat water bevat nitraat en fosfaat dat door de rijst kan worden opgenomen. Zo kan rijst in theorie ook aan waterzuivering doen. Maar we willen nog helder zien te krijgen wat rijst nu precies opneemt.” Daarnaast is het natuurlijk ook belangrijk om na te gaan of het verbouwen van rijst economisch gezien aantrekkelijk is. “Is het rendabel om één hectare grasland in te ruilen voor rijst? Op dit moment – met wat we in de supermarkt voor rijst betalen – niet. Maar misschien kunnen we de rijstteelt wel gaan combineren met iets anders. Bijvoorbeeld door het laagje water waar de rijst in staat, ook te gebruiken om vis te telen.”
Al met al moet er dus nog veel werk verzet worden alvorens de polderrijst voet aan de grond kan krijgen. “Dit is echt iets voor op de lange termijn,” bevestigt Van der Linden. En zelfs als rijst uiteindelijk een haalbaar en wenselijk alternatief blijkt voor de veehouderij op veengrond, zal dat niet direct tot radicale veranderingen in het Hollandse landschap leiden, zo voorspelt hij tevens. “Ik denk dat het toch een nichemarkt blijft, met her en der wat hectares rijst. Maar tegelijkertijd kan ook niet worden uitgesloten dat rijst op de nog veel langere termijn, als alle ontwikkelingen doorzetten en het waterpeil in de veenweidegebieden echt omhoog moet, wel een rol van betekenis gaat spelen en in ieder geval in de laagste delen van Nederland een belangrijk gewas wordt.”