De Neanderthaler werd verorberd door een enorme vogel.
Tijdens opgravingen in de Ciemna-grot (in het zuiden van Polen) ontdekten archeologen een paar jaar geleden een bonte mix aan botten. Een analyse heeft nu uitgewezen dat die mix niet alleen bestaat uit botten van dieren, maar dat er ook enkele mensachtige botten tussenzitten. Het gaat – om precies te zijn – om de botten van een Neanderthaler die naar schatting 115.000 jaar geleden leefde. Daarmee zijn het de oudste mensachtige resten die tot op heden in Polen zijn ontdekt, zo laat het Poolse Ministerie van Wetenschap en Hoger Onderwijs in een persbericht op de site Science in Poland weten.
Neanderthaler
De teruggevonden botjes lijken toe te behoren aan een Neanderthaler-kind dat ongeveer vijf jaar oud was. Het gaat om vingerkootjes die niet meer dan 1 centimeter lang zijn. Ze zijn niet heel goed bewaard gebleven. “Maar we twijfelen er niet aan dat het resten van een Neanderthaler zijn, omdat ze uit een heel diepe laag van de grot komen, aldus onderzoeker Paweł Valde-Nowak. In diezelfde laag zijn stenen gereedschappen teruggevonden die doorgaans aan Neanderthalers worden toegeschreven.
Vogel
Wat de vondst verder bijzonder maakt, is dat de onderzoekers ontdekt hebben dat het oppervlak van de botjes zeer poreus is; de botjes zijn bedekt met gaatjes. En onderzoek wijst uit dat die gaatjes het resultaat zijn van een behoorlijk heftige gebeurtenis: de botjes zijn waarschijnlijk door het spijsverteringskanaal van een grote vogel gereisd! Of die vogel het kind echt ving en doodde, is onduidelijk. Zo kan het ook zijn dat het kind reeds overleden was toen de vogel de vingers opat.
Grote vraag is natuurlijk welke vogel het op dit kind voorzien had. We hebben daarvoor even contact gelegd met Valde-Nowak, maar hij durft daar in dit stadium geen uitspraken over te doen. Hij wijst erop dat het onderzoek nog in gang is en er in een later stadium meer duidelijkheid verwacht wordt. De studie naar het Neanderthaler-kind verschijnt binnenkort in het blad Journal of Paleolithic Archaeology.