Wetenschappers zijn er eindelijk in geslaagd om de vermeende resten van Carin Göring die al in 1991 werden teruggevonden, te identificeren. De resten blijken inderdaad toe te behoren aan Carin Göring, de vrouw van de bekende nazileider Hermann Göring.
Carin Göring (op de foto hierboven, links) stierf in 1931, waarop ze in Stockholm begraven werd. In 1934 besloot haar man Hermann Göring haar resten weer op te graven en zijn vrouw bij zijn buitenverblijf net buiten Berlijn ter ruste te leggen. Het buitenverblijf werd na de oorlog vernietigd en niemand wist wat er met de resten van Carin Göring gebeurd was.
Resten
In 1951 werden nabij het verblijf echter botten teruggevonden waarvan mensen vermoedden dat ze aan Carin Göring toebehoorden. De resten werden gecremeerd en de as werd in Zweden begraven. In 1991 vonden schatzoekers nabij het verblijf echter opnieuw een kist met stoffelijke resten terug die eveneens wel eens van Carin Göring konden zijn.
Zoon
Wetenschappers van de Uppsala Universitet in Zweden hebben die resten nu bestudeerd. De botten blijken toe te behoren aan een volwassene en DNA-analyse wijst erop dat het om een vrouw gaat. De onderzoekers vergeleken het DNA ook met het DNA van Carins zoon. Daaruit bleek dat de botten inderdaad hoogstwaarschijnlijk aan de moeder van de jongen toebehoorden.
Al met al leverde het onderzoek voldoende bewijs op om vast te stellen dat dit inderdaad de stoffelijke resten van Carin Göring zijn. De resten zijn inmiddels opnieuw begraven.