Religieuze mensen krijgen over het algemeen meer kinderen dan anderen. En de ‘vatbaarheid’ voor religie is waarschijnlijk genetisch bepaald. Dat betekent dat religie zich via de genen razendsnel kan verspreiden. Wetenschappers berekenden hoe snel: een religieuze groep die 0,5 procent van de bevolking uitmaakt, kan in tien generaties tijd 50 procent van die populatie bestrijken.
“Iedereen weet dat er een genetische basis is voor religie,” vertelt onderzoeker Robert Rowthorn. “Er is immers een genetische basis voor al het menselijke gedrag.” Hij ontwikkelde er een model bij om te zien hoe snel zo’n religieus gen zich door de bevolking kan verspreiden.
Nageslacht
Om diverse redenen hebben gelovige mensen meer kinderen dan ongelovigen. Ervan uitgaande dat de eerstgenoemden de genetische basis voor religie met zich meedragen, wint dit gen in elke generatie meer terrein. Simpelweg, omdat het nageslacht van religieuze mensen omvangrijker is.
WIST U DAT…
Amish
De verspreiding van religie kan dan hard gaan. Uit de modellen van Rowthorn blijkt dat een religieuze groep die nu maar 0,5 procent van de bevolking uitmaakt over zo’n tien generaties de helft van de populatie beslaat. Neem de Amish. Deze mensen krijgen veel meer kinderen dan seculiere gezinnen. In 1991 waren er 123.000 Amish in de VS. In 2010 waren dat er al 249.000 en naar verwachting zijn dat er in 2150 44 miljoen.
Verlaten
Ook als religieuze mensen de religieuze gemeenschap verlaten, kan het gen zich nog goed verspreiden. De verspreiding gaat dan wel wat langzamer, maar het religieuze gen komt dan in aanraking met seculiere mensen. Dat betekent dat steeds meer mensen die een seculier leven leiden een gen hebben dat hen vatbaarder maakt voor religie.
Rowthorn benadrukt dat zijn model natuurlijk heel speculatief is. De verschillen in vruchtbaarheid veranderen bijvoorbeeeld voortdurend. Zo gaat hij ervan uit dat gelovige mensen meer kinderen krijgen. Maar 150 jaar geleden was dat nog niet aan de orde: toen was er geen groot verschil tussen religieuze en seculiere gezinnen. Hoe dat zich in de toekomst gaat ontwikkelen, is koffiedik kijken.