Kort na de olieramp in de Golf van Mexico hebben onderzoekers en vrijwilligers duizenden schildpadeieren uit het zand gehaald en naar een veilige plek gebracht. De dieren zijn later weer uitgezet en het monnikenwerk blijkt een succes, zo maken wetenschappers bekend. Bijna 15.000 schildpadden hebben het dankzij de reddingsactie gered.
Medewerkers van de Amerikaanse Fish and Wildlife Service (FWS) haalden meer dan 25.000 eieren uit het zand. De eieren werden naar het Kennedy Space Center gebracht en in juli, augustus en september werden 14.676 jongen op een veilige plaats in de Atlantische Oceaan uitgezet.
Olie
Normaal gesproken waren deze schildpadden nietsvermoedend uit hun ei gekropen en zo de Golf in gewandeld. Daar zouden ze alles wat ze tegenkwamen, nuttigen en vervuilende stoffen inademen. Om dat te voorkomen, werden de eieren daar weggehaald en in koeltanks opgeslagen.
Verdwalen
Het project werd met enig scepticisme ontvangen. Biologen waren bang dat de schildpadden zouden verdwalen. Maar de ongerustheid blijkt onnodig. Een groot deel van de dieren heeft het gered.
In beginsel waren de onderzoekers van plan om zeker 70.000 eieren te verwijderen. Maar daar kwamen ze later toch op terug. Zo werd half augustus bijvoorbeeld besloten zo’n 300 nesten minder te evacueren, omdat de risico’s voor de schildpadden in die tijd afnamen. Hoe de achterblijvers het ervan af hebben gebracht, is nog onduidelijk.