We hebben weer wat klimaatrecordjes achter de kiezen. Oktober was in Europa de warmste oktobermaand sinds 1979 en het drijfijs op de Noordpool hield ook niet over. Houden we in dit tempo nog wel een ijsklontje over op aarde?
Zeer waarschijnlijk wel, meent dr. in de klimatologie Freja Vamborg, Senior Scientist bij Copernicus. Ze maakt daarbij wel onderscheid tussen het ijs in zee, dat we ook wel drijfijs noemen, en het ijs dat land bedekt. “Hoewel de hoeveelheid drijfijs altijd een onderwerp van zorg is, hebben we ook een lichtpuntje: we weten inmiddels dat drijfijs helemaal zou kunnen verdwijnen en vervolgens toch weer terug zou kunnen komen.”
Drijfijs kan teruggroeien
“Dat bleek ook na de zomer van 2012 toen we echt een all time record van afgenomen drijfijs hadden op de Noordpool. In de winter die daarop volgde, nam de hoeveelheid zeeijs juist weer toe en ontstond het ook op plekken, waar we dit niet hadden verwacht. Begrijp me niet verkeerd: we zouden een groot probleem hebben als al het drijfijs zou smelten, maar herstel is in ieder geval wel goed mogelijk. Dat kunnen we niet zeggen van landijs. IJs dat land bedekt, kan weer ‘groeien’, maar dat gaat wel een stuk moeizamer dan drijfijs, dat zichzelf veel makkelijker kan herstellen.”
Miljarden klimaatmetingen
Copernicus, voluit Copernicus Climate Change Service is een onderzoeksinstituut geïmplementeerd door de Europese weerstations, namens de Europese Commissie. Het instituut verwerkt miljarden metingen van over de hele wereld in maandelijkse rapportages. Klimaatverschillen in de globale luchttemperatuur, drijfijs en hydrologische variabelen worden daarbij gemeten door satellieten, schepen, luchtvoertuigen en weerstations.
De resultaten over oktober 2020 gaven nieuwe records, maar wel records die niet onverwacht zijn. Afgelopen maand was niet alleen de warmste oktober in 41 jaar in Europa, maar ook de op 2 na warmste oktobermaand wereldwijd. Daarbij zat er weinig temperatuurverschil met de nummer 4, 5 en 6 warmste oktobermaand wereldwijd. En deze 6 warmste oktobers zijn van de laatste 6 jaar opeenvolgend. Veelzeggend, volgens Vamborg. “Het is dus geen incident of toeval, we zien daarin wel een duidelijke trend. Temperatuurrecords zijn van alle tijden, dus we blijven ook koude records tegenkomen. Alleen zullen die steeds minder vaak plaatsvinden en de warmterecords zullen toenemen.”
Water houdt warmte vast
Ook op de Noordpool was het een stuk warmer afgelopen maand dan in vergelijking met de jaren tussen 1981 en 2010. Dat gold voor bijna de gehele Noordpool en dan met name in Noord-Siberië. Uitzondering was het noorden van Canada waar de temperatuur nagenoeg hetzelfde bleef in vergelijking met de genoemde jaren. Of de warmte in Siberië samenhangt met de warmte in Europa is niet te zeggen. Een eenduidige verklaring hiervoor is niet eenvoudig te vinden. “Daar zou veel meer onderzoek voor nodig zijn. Je hebt natuurlijk te maken met lokale en regionale weersystemen die een grote invloed uitoefenen. Ook is het zo dat de temperatuur van water een sterke impact heeft en daarmee de aanwezigheid van veel water in een regio. De luchttemperatuur wordt sterk door water beïnvloed. Voor mensen is een hittegolf ingrijpend, maar we zien dat als de hittegolf na een paar dagen vertrokken is, dat de hitte ook uit de lucht is. Water houdt de warmte langer vast en opgewarmd water doet er ook langer over om die warmte weer af te geven. Water beïnvloedt de luchttemperatuur dus op de langere termijn,” aldus Vamborg.
Westen van Europa juist koeler
Dat het de warmste oktobermaand in Europa sinds jaren was, betekent dan ook niet dat heel Europa zat weg te stomen. De records werden met name gebroken in het zuid-oosten van Europa, dus dat wil zeggen: het gebied ten noorden van de Baltische Zee. In het westen van Europa was het juist beduidend koeler dan in de jaren 1981-2010. Het is vrij normaal dat je grote verschillen ziet in een regio als Europa, verklaart Vamborg. “Europa kent zeer veel en grote verschillen in weersystemen die het klimaat beïnvloeden. Het zou eerder ongebruikelijk zijn als we in heel Europa één en dezelfde trend zien. Daarvoor zijn de lokale verschillen in landschap en dergelijke, echt te groot.”
Toenemend drijfijs op Zuidpool?
Hoewel er al jaren een opwarmende trend is, heeft Copernicus ook een verrassing geconstateerd: de Zuidpool. Na een jarenlange afname in drijfijs op Antartica, neemt de hoeveelheid ijs op zee, daar juist weer toe. Afgelopen maand was slechts de tweede opeenvolgende maand waarin dit gebeurde, maar het stemt toch hoopvol, vindt Freja. “Als je bedenkt dat 48 maanden lang het ijs op Antartica alleen maar verder en verder afnam, is dit natuurlijk voorlopig goed nieuws.” Of de aanwassende trend van zeeijs op de Zuidpool doorzet, is echter nog maar de vraag. “Dat durven we echt niet te voorspellen, daarvoor is het nog te vroeg. Voorlopig is het in ieder geval positief dat de metingen een duidelijk meer dan gemiddelde hoeveelheid ijs rapporteren en dat dit in oktober voor de tweede achtereenvolgende keer ook het geval was.”