Doet natuurkunde u ook denken aan stoffige colleges, een nog stoffiger docent en dodelijk saaie proefjes? Tijd om in de wondere wereld van Walter Lewin te stappen en door zijn aanpak gek op natuurkunde te worden!
Persoonlijk had ik altijd wat moeite om de lessen natuurkunde te volgen. De materie vond ik in beginsel wel interessant, maar de wijze waarop mijn docent – gezegend met een monotone stem en bijzonder weinig fantasie – het bracht, liet die interesse weer als sneeuw voor de zon verdwijnen. Uiteindelijk heb ik het vak laten vallen en gekozen voor een vakkenpakket boordevol talen, een beetje wiskunde en een hoop creativiteit. Hoe anders zou het wellicht gelopen zijn als niet de docent met de monotone stem, maar Walter Lewin op de loonlijst van mijn middelbare school had gestaan. Wellicht was ik dan nu wel natuurkundige geweest.
Missie
Oké. Dat gaat misschien wat ver. Maar uitsluiten kan ik het toch zeker niet nadat ik in het boek ‘Gek op natuurkunde‘ kennis heb gemaakt met Walter Lewin en zijn wijze van lesgeven. Lewin is – ook al doet zijn naam anders vermoeden – in Nederland geboren en getogen. Hij studeerde aan de TU Delft en groeide uit tot een bezielde natuurkundige en sterrenkundig. Tegenwoordig is hij als hoogleraar verbonden aan het Massachusetts Institute of Technology. Hij staat bekend om zijn uiterst bijzondere en fascinerende wijze van lesgeven. Zijn colleges zijn zo populair dat miljoenen mensen ze veelvuldig op YouTube (zie hieronder) of via de site van het MIT terugkijken. Lewin lijkt er zelfs minstens zoveel plezier aan te beleven als zijn publiek. Maar het draait niet alleen om plezier. Lewin is een man met een missie: mensen kennis laten maken met de schoonheid van de natuurkunde. En dat lukt hem uitstekend.
Privé
In het nieuwste boek van Lewin maken we kennis met Walter Lewin zelf. Maar naast zijn herinneringen aan zijn jeugd, zijn tijd aan de TU Delft en zijn eerste periode aan het MIT, duikt natuurlijk ook elke keer die voorliefde voor natuurkunde weer op. Zijn privéleven en natuurkunde zijn letterlijk met elkaar verstrengeld. Dat is ergens logisch. De beste natuurkundige vraagstukken duiken tenslotte niet in het laboratorium, maar daarbuiten op. Waarom is de lucht blauw? En waarom zijn er eigenlijk geen snorkels met een twee meter lange buis eraan? “Voor mij is de natuurkunde een manier van kijken – naar het spectaculaire en het alledaagse, naar het reusachtige en het nietige – en dat alles te beschouwen als één prachtig, spannend onderling verweven geheel,” zo schrijft Lewin zelf. “Ik heb alles gedaan wat in mijn vermogen ligt om hen (zijn studenten. red.) bij te staan de wereld met andere ogen te bekijken, om vragen te stellen die nog nooit in hen opgekomen waren, om hun regenbogen te laten zien zoals ze deze nog nooit hadden gezien, en om zich te concentreren op de uitgelezen schoonheid van de natuur en niet zozeer op de cijfertjes van de wiskunde.” En die missie zet hij in het boek voort.
Experimenten
In het boek beschrijft Lewin vraagstukken en experimenten die deze vraagstukken kunnen oplossen. Vervelen gaat het nooit: de beschrijvingen zijn levendig en als u wilt, kunt u veel experimenten direct thuis uitproberen. De onderwerpen lopen sterk uiteen: van regenbogen, tot behoud van energie en van röntgenuitbarstingen tot de magie van drinken met een rietje. Sommige situatie komt u dagelijks of bijna dagelijks tegen en misschien heeft u er nog nooit bij stilgestaan waarom die situaties zo verlopen. Lewin brengt daar verandering in en wel op zo’n manier dat u het direct nooit meer vergeet.
Aanrader
Het boek ‘Gek op natuurkunde‘ is een echte aanrader. Zeker voor mensen die zoals ik het ongeluk hadden opgescheept te zitten met een saaie natuurkundedocent. Lewin blaast de natuurkunde op onnavolgbare wijze nieuw leven in en opeens wordt alles rondom u fascinerend. Van de blauwe lucht tot de regenboog en van snorkels tot zwarte gaten. Na het lezen doorziet u lang niet alle geheimen die de natuurkunde daarvoor voor u in petto had. Maar u ziet de geheimen nu in ieder geval wel. Een groot aantal ervan komt in het boek aan bod, de rest blijft fascineren. Net als de natuurkunde zelf.
“Op de middelbare school had ik de pest aan natuurkunde, maar door u ben ik ervan gaan houden,” zo stelde een student die Lewin in actie zag. “Ik voel de natuurkunde achter al die formules,” schrijft een ander. En het moet worden toegegeven: met Lewins boek opengeslagen op tafel en zijn colleges op het computerscherm is het inderdaad heel lastig om niet spontaan verliefd te worden op de natuurkunde.