Ratten blijken hun snorharen heel gecontroleerd te gebruiken. De manier waarop ze hun snorharen inzetten, blijkt afhankelijk te zijn van de omgeving waarin ze vertoeven en hoe vertrouwd ze met die omgeving zijn.
De onderzoekers verzamelden een aantal ratten en plaatsten ze in verschillende ruimtes. Wanneer een rat gewend was geraakt aan één van die ruimtes, begon hij sneller te bewegen. Maar ook de bewegingen van zijn snorharen veranderden. Hij maakte geen brede, vegende en verkennende bewegingen meer met zijn snorharen (gericht op nabijgelegen oppervlakken, zoals de grond), maar bewoog zijn snorharen meer naar voren om obstakels te detecteren.
In omgevingen waar de kans op een botsing groter was en de dieren niets konden zien, bewogen ze trager en duwden ze hun snorharen nog verder naar voren. Het suggereert dat de ratten zich ervan bewust waren dat ze een verhoogd risico liepen op botsingen en dat ze daarom voorzichtiger waren.
“Een persoon die in het donker beweegt, zou waarschijnlijk zijn handen en vingers gebruiken om objecten en obstakels te detecteren en te voorkomen dat hij tegen dingen aanliep,” vertelt onderzoeker Tony Prescott. “In een vertrouwde omgeving, zoals het eigen huis, bewegen ze sneller en bewegen hun handen naar voren om onverwachte botsingen te voorkomen. Dit nieuwe onderzoek laat zien dat ratten net zoiets doen, maar dan met hun snorharen. Ze gebruiken hun snorharen bewust om nabijgelegen objecten en oppervlakken te detecteren wanneer ze traag door een ruimte bewegen die ze niet kennen en duwen ze verder vooruit om botsingen te voorkomen als de omgeving vertrouwd is en ze sneller willen bewegen. De ratten plaatsen hun snorharen daar waar ze de meest nuttige informatie verwachten, net zoals wij dat met onze vingertoppen doen.”