Opeens waren ze weg: de flinke inktvissen voor de kust van Californië. Wetenschappers zijn er nu eindelijk achter waar ze gebleven zijn.
De inktvissen van de soort Dosidicus gigas pakten in 2009 hun boeltje en verhuisden naar een gebied dat zo’n 161 kilometer noordelijker lag. De reden? El Niño!
Ander water
Dat hebben onderzoekers ontdekt toen ze de inktvissen bestudeerden. Normaal gesproken hebben de inktvissen het prima naar hun zin voor de kust van Californië. Er is immers eten genoeg om de 13,6 kilo zware dieren te onderhouden. Maar wanneer El Niño de kop opsteekt, verandert dat. Warm water zonder voedingswaarden erin vervangt het koude, voedselrijke water.
Opties
De inktvissen hebben daarop twee keuzes: of ze verhuizen naar een gebied waar de getijden nog regelmatig koud water en dus voedsel brengen. Of ze trekken weg van het land, richting open water. Daar is minder voedsel te vinden, maar de voedselvoorraden zijn er wel redelijk stabiel.
Kleiner
De meeste inktvissen kozen voor optie één. Enkele inktvissen gingen voor optie twee. En dat had gevolgen: ze hadden namelijk minder te eten en bleven kleiner. Ze wachtten niet tot ze tussen de twaalf en achttien maanden oud waren om zich voort te planten, maar zetten de stap al wanneer ze nog maar zes maanden oud waren. “Het is een andere strategie, maar het werkt,” concludeert onderzoeker William Gilly.
Of de inktvissen nog terugkeren naar hun oorspronkelijke gebied is onduidelijk. Misschien dat ze die stap zetten als hun favoriete maaltje – de lantaarnvis – ook weer in dat gebied opduikt.
