Prehistorische poep onthult hoe dinosauriërs de wereld overnamen

Fossiele resten van dinosauriërs, inclusief meer dan 500 fossiele uitwerpselen en braakballen, onthullen hoe deze reuzen de macht grepen in het prehistorische ecosysteem.

De onderzoekers analyseerden fossiele resten, ook wel ‘bromalieten’ genoemd, om te begrijpen wat deze dieren aten en hoe hun voedselketens zich ontwikkelden. Door 3D-beelden te maken van de interne structuren van de fossielen en deze te vergelijken met eerder bekende gegevens, konden ze de identiteit en het gedrag van de dieren vaststellen. Het resultaat? Een gedetailleerde reconstructie van voedselwebben die de opkomst van dinosauriërs documenteren. Het onderzoek wordt beschreven in een studie in vakblad Nature.

De concurrentie was niet flexibel genoeg
Uit de analyse bleek dat vroege dinosauriërs, vaak omnivoren, de plaats innamen van andere viervoetige dieren aan het einde van de Trias-periode, die zo’n 201 miljoen jaar geleden ten einde kwam. Omnivoren waren flexibeler in hun dieet en konden zich beter aanpassen aan veranderingen in het milieu. Herbivoren zoals pseudosuchia (verwant aan moderne krokodillen) en therapsiden (de voorouders van zoogdieren) waren niet zo flexibel, en stierven uit of werden gedwongen om kleinere niches in te vullen. De omnivore dinosauriërs vulden de ontstane ecologische gaten op.

Door fossiele sporen, zoals tandafdrukken en de inhoud van bromalieten, te bestuderen, ontdekten de onderzoekers dat deze vroege dino’s gebruikmaakten van een breed scala aan voedselbronnen, inclusief insecten, vissen en planten. De onderzoekers merkten ook op dat de eerste carnivore theropoden klein begonnen, maar in omvang groeiden toen ze toegang kregen tot grotere prooien. Deze vroege alleseters evolueerden zo uiteindelijk tot de eerste vleesetende theropoden en plantetende sauropodomorfen. Een toename in vulkanische activiteit leidde tot een breder scala aan plantensoorten, waardoor grotere en meer diverse planteneters konden ontstaan. Dit bood op zijn beurt kansen voor de evolutie van grotere roofdieren.

Samenhang met klimaatverandering
De onderzoekers koppelden hun bevindingen aan klimaatdata en ontdekten dat veranderingen in het milieu een belangrijke rol speelden bij de opkomst van de dinosauriërs. Aan het einde van de Trias veroorzaakte de verhoogde vulkanische activiteit een warmer en natter klimaat, wat leidde tot meer gevarieerde vegetatie. Deze nieuwe flora bood voedsel voor vroege planteneters, die op hun beurt nieuwe kansen boden voor de ontwikkeling van grote carnivoren.

Deze stap-voor-stap veranderingen in het ecosysteem waren cruciaal voor de opkomst van dinosauriërs, zegt paleontoloog Martin Qvarnström, de hoofdauteur van het onderzoek. De voedselwebben die de onderzoekers hebben gereconstrueerd, tonen aan hoe de dieren hun plaats in het ecosysteem veroverden en deze uiteindelijk domineerden.

Welke les kunnen we hieruit leren?
Deze ontdekking verandert ons beeld van hoe de dinosauriërs miljoenen jaren geleden de aarde veroverden. “De mogelijkheid om te onderzoeken wat de dieren aten en hoe ze met hun omgeving omgingen, biedt inzichten van onschatbare waarde in wat dinosauriërs in staat stelde om oppermachtig te worden”, zegt Qvarnström.

De onderzoeker zegt dat ook mensen een lesje kunnen leren van de dino’s. “Helaas zijn klimaatverandering, massa-uitstervingen en omwentelingen in de fauna niet alleen dingen uit het verleden”, zegt hij. “Door de reacties van ecosystemen in het verleden te bestuderen, krijgen we essentiële inzichten in hoe het leven zich aanpast en gedijt onder veranderende milieuomstandigheden.”

Bronmateriaal

"Digestive contents and food webs record the
advent of dinosaur supremacy
" -
Afbeelding bovenaan dit artikel: Fynephoqus / Unsplash

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd