Bomen die met elkaar communiceren via schimmeldraden, het klinkt meer als iets uit een kinderserie. Of kan het echt?
Het idee dat een zogenaamd ‘wood-wide web’ van mycelium bomen in het bos met elkaar verbindt, waardoor ze grondstoffen kunnen verdelen en zelfs beschermd worden tegen insectenplagen, spreekt tot de verbeelding, maar wetenschappers zijn na uitgebreide analyse niet overtuigd.
Fantastic Fungi
Het concept is controversieel: pseudowetenschappers raken er niet over uitgepraat en ook in de populaire serie Ted Lasso, de Netflix-docu Fantastic Fungi en in verschillende TED-talks komen de ‘speciale krachten’ van mycelia en het ‘wood-wide web’ aan de orde. De wetenschappelijke basis voor deze claims is echter flinterdun, waarschuwt ecologisch expert Justine Karst van de Canadese University of Alberta.
Geweldige bosschimmels
Karst ontkracht in een recent artikel in Nature samen met twee collega’s drie populaire beweringen over de mogelijkheden van de ondergrondse schimmels die bekendstaan als mycorrhizanetwerken (CMN’s). Deze mycelia verbinden de wortels van een groot aantal bomen en planten met elkaar. “Het is geweldig dat bosschimmels en het onderzoek naar CMN’s nu zo populair zijn, maar het is belangrijk om aan het grote publiek uit te leggen dat de wetenschappelijke basis van deze ideëen veelal ontbreekt”, zegt universitair hoogleraar Karst.
“CMN’s bestaan, dat is zeker. Maar er is geen sterk bewijs gevonden dat ze voordelen hebben voor bomen en hun zaailingen”, legt Karst uit, na met haar collega’s 26 verschillende veldstudies te hebben doorgeploegd.
Geen waarschuwingssignalen
Zo is het onduidelijk of CMN’s wel echt zo wijdverspreid in bossen te vinden zijn. De structuur en de functie ervan zijn in de natuur amper in kaart gebracht. Het is ook nog maar de vraag of volwassen bomen voedingsstoffen kunnen overdragen aan zaailingen via CMN’s en of ze via het schimmelnetwerk de kans op overleving en de groei van hun nazaten positief kunnen beïnvloeden. Bomen kunnen zaailingen en andere bomen wel te hulp schieten via hun wortels, maar er is geen wetenschappelijk bewijs gevonden voor het nut van de schimmelnetwerken bij dit proces. Voor de meest wilde claim – dat volwassen bomen ‘waarschuwingssignalen’ zouden versturen over schadelijke insecten die via CMN’s bij jonge bomen zouden aankomen – is geen enkele wetenschappelijke onderbouwing gevonden, schrijft het drietal.
“Het verdraaien van de kennis over CMN’s in de media en in het publieke debat is problematisch, omdat dit grote invloed kan hebben op de manier waarop we onze bossen beheren. Het is onze plicht om deze desinformatie boven tafel te krijgen en te ontkrachten, anders kan dit ook het vertrouwen van het publiek in de wetenschap aantasten”, besluit Karst.
Wat is een mycelium?
Mycelia zijn ondergrondse netwerken van schimmeldraden (hyfen), die van groot belang zijn voor het leven boven en onder de grond. Ze breken organisch materiaal af, waardoor de bouwstenen weer opgenomen kunnen worden door andere organismen in het ecosysteem. De schimmeldraden en de paddenstoelen die uit een mycelium groeien, zijn daarnaast een belangrijke voedingsbron voor insecten en andere kleine diertjes.
Maar liefst 92 procent van de plantenfamilies werkt samen met schimmels. Deze symbiose wordt ook wel mycorrhiza genoemd. Eén enkele spore kan uitgroeien tot een gigantisch mycelium. Zo leeft er in de Blue Mountains in de Amerikaanse staat Oregon een schimmel, waarvan het mycelium een oppervlakte van tien vierkante kilometer inneemt. Dit is voor zover bekend het grootste organisme ter wereld.
Onontbeerlijk voor de landbouw
Zonder de symbiose van plant en schimmel groeien planten een stuk slechter. De landbouw kan daarom ook niet zonder goed ontwikkelde mycelia. De schimmels kunnen ook worden ingezet bij het filteren van water, het afbreken van pesticiden en olieproducten en er wordt zelfs geëxperimenteerd met schimmeldraden als grondstof voor verpakkingsmateriaal.