Onderzoek van de universiteit Utrecht wijst erop dat planten hun buren waarnemen door te voelen met hun bladeren. Als ze voelen dat een buur te dicht op ze staat, weten ze dat ze moeten gaan groeien om zo toch het meeste zonlicht op te kunnen vangen.
Tot op heden werd ervan uitgegaan dat planten elkaar alleen waarnemen via reflectie van zonlicht op de bladeren. Dit schijnt dus niet zo te zijn. Planten kunnen hun buren al veel eerder in het groeiproces waarnemen door elkaar te voelen.
Hoge dichtheden
Planten komen vaak voor in hoge dichtheden. Hierdoor moeten zij met elkaar concurreren om licht. Door veranderingen in de samenstelling van het licht kunnen planten elkaar waarnemen. Dit fenomeen was al veel langer bekend. Dit ‘elkaar waarnemen’ gebeurt door middel van speciale fotoreceptoreiwitten, ook wel fytochromen genaamd. Via onderzoek kwam Kegge erachter dat planten elkaar dus nog eerder kunnen waarnemen, namelijk door aanraking van elkaars bladeren.
Groeireactie
Als bladeren elkaar aanraken leidt dit tot een groeireactie die ervoor zorgt dat de plant in dichte vegetatie meer zonlicht kan opvangen. Uit het onderzoek blijkt ook dat een reactie van de plant ontstaat als deze door een kleurloos, transparant object wordt aangeraakt. De opwaartse bladbeweging die volgt op de aanraking verandert de lichtsamenstelling. Daarna verloopt de verdere detectie van buurplanten via de fytochroomroute.
Tijdens het onderzoek werd ook ontdekt dat veel planten bij elkaar de verdediging tegen insecten beïnvloedt. Bij hoge dichtheden stijgt de productie en uitscheiding van het vluchtige plantenhormoon ethyleen. Daarnaast daalt de uitstoot van andere gasverbindingen. Dit maakt deze plantengeuren minder geschikt als signaal voor rupsen. Rupsen kunnen dan op basis van de geuren die planten afgeven niet meer vaststellen of een plant al is aangevreten of nog niet door rupsen is aangevallen.