Volgens de nieuwste analyse van ESA’s Planetary Defence Office is de kans dat de ruimtesteen op ramkoers ligt met de aarde geslonken tot een minieme 0,001 procent.
Op 22 december 2032 komt planetoïde 2024 YR4 weliswaar dichtbij, maar gelukkig blijft een inslag ons bespaard. Dat blijkt uit de nieuwste analyse van ESA’s Planetary Defence Office. De afgelopen twee maanden nam de geschatte inslagkans steeds verder toe, maar we kunnen weer opgelucht ademhalen – het gevaar is zo goed als geweken.
2024 YR4
Planetoïde 2024 YR4 werd op 27 december 2024 opgemerkt met de ATLAS-telescoop. Slimme waarschuwingssystemen zoals ESA’s ‘Aegis’ sloegen direct alarm. Hoewel de kans klein was, kon een inslag in 2032 niet meteen worden uitgesloten. En dus kwam de ruimtesteen hoog op ESA’s lijst van gevaarlijke planetoïden. Met een geschatte diameter van 40 tot 90 meter is 2024 YR4 bovendien aardig fors; een impact zou flinke schade aanrichten in een lokaal gebied. Daarom kwamen internationale teams in actie om het precieze gevaar in kaart te brengen.
Kans op inslag steeg
In de twee maanden daarna gebruikten ESA’s Near-Earth Object Coordination Centre en andere organisaties nieuwe telescopische waarnemingen om de baan van de planetoïde beter in kaart te brengen en het risico verder te beoordelen. Door verschillende gegevens te combineren, kregen we veel meer inzicht in de baan van de planetoïde, waardoor de kans op inslag boven de belangrijke drempel van één procent uitkwam. Vervolgens nam de kans op een inslag steeds verder toe. Op 18 februari bereikte de inslagkans zijn hoogtepunt, met een schatting van ongeveer 3 procent; de hoogste inslagkans die ooit voor een planetoïde groter dan dertig meter was opgetekend. Maar al de volgende dag zorgden waarnemingen met de Very Large Telescope van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht ervoor dat de kans op inslag weer werd gehalveerd.
Voorspelbaar patroon
Het oplopen en afnemen van het inslagrisico van dit object volgde een voorspelbaar patroon. Vaak stijgt de kans op inslag in het begin, om vervolgens snel naar nul te dalen, zodra de onzekerheid over de mogelijke banen kleiner wordt en de baan van de planetoïde zich verder van de aarde verwijdert. Om te voorspellen waar de ruimterots zich in 2032 zal bevinden, extrapoleren astronomen het stukje van zijn baan dat tot dat moment is gemeten. ESO-astronoom Olivier Hainaut legt dit uit met een vergelijking. “Door de onzekerheden is de baan van de planetoïde als de lichtbundel van een zaklamp: hij wordt naar buiten toe steeds breder en waziger. Maar naarmate we meer waarnemingen doen, wordt de bundel scherper en dunner. De aarde werd steeds meer ‘verlicht’ door deze bundel, met andere woorden: de kans op een inslag nam toe.”
0,001 procent
Maar dankzij nieuwe VLT-waarnemingen en gegevens van andere sterrenwachten hebben astronomen de baan van de planetoïde nu heel precies kunnen berekenen. En daaruit blijkt dat de kans op een botsing met de aarde in 2032 vrijwel uitgesloten is. Op dit moment is de kans op een inslag volgens het Near-Earth Objects Coordination Centre nog maar zo’n 0,001 procent. 2024 YR4 is inmiddels gezakt van niveau 3 naar niveau 0 op de Schaal van Torino en is geen urgente zorg meer. De ruimtesteen staat niet meer bovenaan ESA’s risicolijst en het Internationale planetoïde-waarschuwingsnetwerk heeft zijn werkzaamheden afgerond.
Je kunt de evolutie van de inslagkans van 2024 YR4 zien in de GIF hierboven.
James Webb
De geplande waarnemingen van 2024 YR4 met de ruimtetelescoop James Webb, zullen overigens wel gewoon doorgaan. Dit is om te testen hoe nauwkeurig de telescoop de schatting van de grootte van de ruimtesteen kan verbeteren.
Al met al kunnen we dus weer rustig slapen. Maar, dit zal waarschijnlijk niet de laatste keer zijn dat we horen over een planetoïde die de aarde dreigt te raken. Dankzij nieuwe technologieën, zoals de Flyeye-telescopen van ESA, zullen we steeds meer van dit soort objecten ontdekken die dicht langs de aarde scheren en die we in het verleden misschien zouden hebben gemist. Tegelijkertijd helpt dit ons ook om betere plannen te ontwikkelen voor de bescherming van de aarde, mocht er ooit een planetoïde echt op ramkoers komen.