Wetenschappers hebben aan het randje van de Melkweg twee clusters pasgeboren sterren ontdekt. Nog nooit zijn pasgeboren sterren op zo’n afgelegen plek in ons sterrenstelsel aangetroffen.
Wanneer je vanaf de zijkant tegen onze Melkweg aankijkt, lijkt deze erg ‘plat’ te zijn. Het meeste materiaal bevindt zich in de galactische schijf. En dat is ook de plek waar sterren ontstaan. Sterren ontstaan namelijk in samengeklonterd gas dat te vinden is in moleculaire reuzenwolken. En die moleculaire reuzenwolken tref je met name in het binnenste deel van de galactische schijf aan.
Twee clusters
Maar wetenschappers hebben nu duizenden lichtjaren boven en onder de galactische schijf moleculaire reuzenwolken aangetroffen. En dat niet alleen. In één van de wolken troffen ze bovendien twee clusters sterren aan. De clusters hebben de namen Camargo 438 en Camargo 439 gekregen. Ze bevinden zich in een moleculaire wolk die zo’n twee miljoen jaar oud is en zich 16.000 lichtjaar onder de galactische schijf bevindt.
Niet zo leeg
“Ons onderzoek toont aan dat de ruimte rond de Melkweg een stuk minder leeg is dan we dachten,” vertelt onderzoeker Denilso Camargo. “De nieuwe clusters met sterren zijn echt exotisch. Over een paar miljoen jaar zullen eventuele bewoners van planeten rond deze sterren een geweldig uitzicht hebben op de buitenkant van de Melkweg, iets wat geen enkel mens waarschijnlijk ooit te zien zal krijgen.”
De grote vraag is natuurlijk hoe sterren op deze plek kunnen ontstaan. Volgens Denilso zijn er twee mogelijkheden. Zo kan het zijn dat supernova-explosies ervoor gezorgd hebben dat stof en gas uit de galactische schijf is geduwd. Het materiaal valt dan terug en vormt ondertussen moleculaire reuzenwolken. Een andere mogelijkheid is dat de interactie tussen ons sterrenstelsel en omringende sterrenstelsels (de Magelhaense Wolken) het gas dat richting de Melkweg valt verstoord heeft, waardoor eveneens moleculaire reuzenwolken en sterren zijn ontstaan.