Maar liefst 72 procent van de mensen in G20-landen vindt dat degenen die ernstige schade aan de natuur en het klimaat berokkenen, juridisch moeten worden vervolgd.
Onderzoekers hebben een enquête gehouden in achttien G20-landen over ‘ecocide’; het opzettelijk veroorzaken van ernstige milieuschade. En de uitkomst is verrassend. Zo onthult de enquête een bijzonder sterke publieke steun voor het strafbaar stellen van acties die ernstige schade aan de natuur en het klimaat veroorzaken. Bijna drie op de vier mensen (72 procent) blijken dit standpunt te steunen.
Publieke steun
Deze uitslag kwam als een verrassing voor Owen Gaffney, co-leider van het Earth4All-initiatief. “Ik was echt verbaasd door de enorme steun voor het ecocidevoorstel,” vertelt hij in gesprek met Scientias.nl. “De resultaten zijn wereldwijd consistent. Mensen die zich meer blootgesteld voelen aan milieuproblemen, blijken de sterkste steun te geven. Het valt ook op dat mensen in opkomende economieën zoals India, Zuid-Afrika, Mexico en Indonesië het voorstel vaker steunen dan mensen in rijke Europese en Noord-Amerikaanse landen. Overal is de steun echter vrij hoog, met uitzondering van Saoedi-Arabië en Japan.”
De enquête werd gehouden onder respondenten uit 18 G20-landen, waaronder Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Frankrijk, Duitsland, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, en de Verenigde Staten. Daarnaast werden ook vier niet-G20-landen meegenomen: Oostenrijk, Denemarken, Kenia en Zweden.
Op dit moment is ecocide nog niet erkend als een misdaad door de Verenigde Naties. Maar er is wel een beweging gaande om ecocide op verschillende niveaus als een strafbaar feit erkend te krijgen. Hoe het precies bestraft moet worden, is nog niet bekend. “We hebben geen specifieke juridische gevolgen of straffen voorgesteld,” zegt Gaffney.
Ecocide
Wat de term ‘ecocide’ precies inhoudt? “In 2021 heeft een onafhankelijk panel van juridische experts ecocide gedefinieerd als ‘onwettige of wrede daden waarbij men zich bewust is van de aanzienlijke kans op ernstige, wijdverspreide of langdurige milieuschade’,” vertelt Gaffney desgevraagd. “De kern van deze definitie is dat mensen in leidinggevende posities, zowel in bedrijven als in de overheid, persoonlijk verantwoordelijk zouden moeten worden gehouden voor aanzienlijke milieuschade die de stabiliteit van de planeet ondermijnt, vooral als ze redelijkerwijs hadden kunnen weten dat hun acties zulke schade zouden veroorzaken.”
Zorgen
De enquête laat daarnaast de diepgewortelde bezorgdheid onder burgers van de grootste economieën ter wereld over de huidige toestand en toekomst van onze planeet zien. Van de respondenten geeft namelijk 59 procent aan zeer of extreem bezorgd te zijn over de huidige staat van de natuur. Dit kan ook verklaren waar de brede steun voor het strafbaar stellen van ecocide vandaan komt. “De veranderingen zijn duidelijk zichtbaar,” verklaart Gaffney. “Meer mensen dan ooit voelen zich bedreigd. Uit ons onderzoek blijkt dat de helft van de mensen in de G20-landen zich enigszins of sterk blootgesteld voelt aan klimaat- en milieurisico’s.”
Kantelpunt
Bovendien is 69 procent het ermee eens dat de aarde door menselijke activiteiten dicht bij kritieke omslagpunten voor klimaat en natuur staat. “Misschien was de grootste verrassing in de enquête dat twee op de drie mensen geloven dat de aarde gevaarlijk dicht bij kantelpunten komt,” zegt Gaffney. “Het valt me op dat de meeste mensen zich nu duidelijk bewust zijn van de enorme risico’s die we nemen met de stabiliteit van onze planeet.”
Geslachtsverschillen
De onderzoekers ontdekten ook opmerkelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Onlangs kon je op Scientias.nl lezen dat vooral meisjes bezorgd zijn over klimaatverandering. De resultaten van de enquête bevestigen dit beeld. “62 procent van de vrouwen maakt zich extreem of zeer veel zorgen over de staat van de natuur, terwijl dit percentage bij mannen 56 procent is,” vertelt Gaffney. “Bovendien denkt 74 procent van de vrouwen dat er binnen het komende decennium grote stappen moeten worden gezet om milieuproblemen aan te pakken, tegenover 68 procent van de mannen. Interessant is ook dat vrouwen veel minder vaak geloven dat technologie milieuproblemen kan oplossen zonder dat mensen hun levensstijl drastisch hoeven te veranderen (35 procent versus 44 procent van de mannen).” Ten slotte blijkt dat slechts 25 procent van de vrouwen denkt dat veel beweringen over milieurisico’s overdreven zijn, terwijl 33 procent van de mannen deze mening deelt.
Regionale verschillen
De enquête liet zien dat mensen in opkomende economieën zoals India (87 procent), China (79 procent), Indonesië (79 procent), Kenia (73 procent) en Turkije (69 procent) zich persoonlijk meer bedreigd voelen door klimaatverandering dan mensen in Europa en de Verenigde Staten. Degenen die zichzelf als zeer blootgesteld aan milieuproblemen beschouwen, tonen ook de grootste bezorgdheid en urgentie over klimaatmaatregelen. Deze groep ziet vaak de sterke verbinding tussen de gezondheid van mensen en de planeet en erkent de voordelen van het aanpakken van milieuproblemen. “We hebben ontdekt dat de steun voor planetair beheer (het verantwoordelijk en duurzaam beheer van de aarde en haar ecosystemen, red.) het sterkst is in opkomende economieën zoals Brazilië, Argentinië, Zuid-Afrika en Kenia,” aldus Gaffney.
Actie
Al met al blijkt uit de enquête dat de meerderheid van de wereldbevolking nu om actie vraagt. Uit de gegevens blijkt dat 71 procent van de respondenten vindt dat er in dit decennium dringend maatregelen nodig zijn om milieuproblemen aan te pakken en de koolstofemissies te verlagen. “Onze enquête laat zien dat mensen in de grootste economieën ter wereld zich sterk bewust zijn van de dringende noodzaak om onze planeet te beschermen voor de komende generaties,” onderstreept Gaffney. “Een positief aspect is dat 61 procent van de ondervraagden nu brede actie voor het milieu steunt, terwijl slechts 13 procent tegen is. Deze publieke steun blijkt echter op sommige plekken moeilijk om te zetten in politieke actie – zoals in Nederland, waar minderheidsstandpunten over klimaatverandering nog steeds veel invloed lijken te hebben op het beleid.”
Kloof
Volgens Gaffney zijn de meeste mensen in de G20-landen zich goed bewust van de ernstige risico’s waarmee we te maken hebben en willen dat er actie wordt ondernomen. En dat zou ook zeker zoden aan de dijk zetten. De G20-landen zijn goed voor ongeveer 85 procent van het wereldwijde BBP, 78 procent van de broeikasgasemissies, meer dan 75 procent van de wereldhandel en ongeveer twee derde van de wereldbevolking. Toch gaat verandering langzaam. “Er is een grote kloof tussen wat de burgers vinden en wat de politici doen,” merkt Gaffney op. “Overheden zouden beter moeten luisteren naar de wensen van de bevolking.”
Een belangrijke stap zou kunnen zijn om ecocide officieel als strafbaar feit te erkennen, zoals een meerderheid van de mensen in G20-landen graag zou zien. De volgende fase is om de publieke steun hiervoor om te zetten in werkelijke internationale en nationale wetten. Op dit moment worden er overigens al wel belangrijke beleidsveranderingen doorgevoerd die ecocide-wetgeving bevorderen, zowel op nationaal, regionaal als internationaal niveau. “In enkele landen, zoals Frankrijk, is ecocidewetgeving al vastgesteld,” vertelt Gaffney. “En er zijn wetsvoorstellen voor ecocide ingediend in Brazilië, Italië, Mexico, Nederland, Peru en Schotland. Ik hoop dat de resultaten van deze enquête bijdragen aan een grotere voortgang in de invoering van dergelijke wetgeving.”