Overgewicht je eigen schuld? Nee hoor, waarschijnlijk ligt het toch echt aan je genen

Greep je toch weer naar de chocola gisteravond, terwijl de weegschaal je die ochtend nog een rothumeur bezorgde? Waarschijnlijk is het niet je slappe karakter, maar spelen je genen een rol bij je neiging tot ongezond eten.

Er zijn vermoedelijk zestig unieke eiwitten in de hersenen die het lichaamsgewicht reguleren. Deze genetische factoren zouden zo voor 50 tot 75 procent bijdragen aan verschillen in BMI bij mensen. Dat blijkt uit genetisch onderzoek bij meer dan 800.000 Europeanen van onder meer de Canadese Université Laval.

Beloningssysteem
De onderzoekers keken naar de link tussen genen die verband houden met lichaamsgewicht en bepaalde eiwitten die tot expressie komen in de hersenen. “Eerdere studies toonden aan dat honderden genetische gebieden invloed hebben op lichaamsgewicht. In de meeste gevallen blijft de functie van deze genen onbekend. Onze studie onthult nu dat zestig van deze genen coderen voor eiwitten die impact hebben op het lichaamsgewicht via hun expressie in de hersenen”, legt onderzoeker Éloi Gagnon uit.

De onderzoekers focusten op een hersengebied dat een rol speelt bij het beloningssysteem voor voedsel. Denk aan het plezier dat je ervaart als je iets met veel vet of suiker eet, maar ook aan de cognitieve processen die betrokken zijn bij het nemen van beslissingen en het geheugen. Deze dorsolaterale prefrontale cortex heeft waarschijnlijk ook invloed op je honger- en verzadigingsgevoel.

Allerlei mythes
De studie maakt duidelijk dat de hersenen een cruciale rol spelen bij de regulering van ons lichaamsgewicht. Deze ontdekking kan verklaren waarom het BMI zo sterk per persoon verschilt. Hoofdonderzoeker professor Benoît Arsenault wijst erop dat er allerlei mythes de ronde doen als het gaat om genetische factoren met betrekking tot lichaamsgewicht. “Ik hoor vaak dat genen niet kunnen verklaren waarom mensen gemiddeld zwaarder zijn geworden in de afgelopen veertig jaar, aangezien onze genen niet zijn veranderd”, vertelt hij.

Overal ongezond eten
Maar dat is dus onzin: tegenwoordig is overal ongezond eten te vinden. Hoe je daarop reageert, ligt aan je genen, aldus de onderzoeker. In de afgelopen decennia zijn ons eetgedrag en onze energieverbranding veranderd. “Mensen die een genetische aanleg hebben voor een hoger lichaamsgewicht zijn zwaarder dan vroeger, terwijl mensen die deze aanleg niet hebben vroeger slank waren en dat nu nog steeds zijn”, legt Arsenault uit.

Het team vindt dat de biologische rol van de gevonden eiwitten in verschillende delen van het brein en hun bijdrage aan de balans tussen voedselconsumptie en energieverbranding meer in detail bestudeerd moet worden. “De resultaten van onze studie ondersteunen het bestaan van een mogelijke interactie tussen de eiwitten in de hersenen en de veranderde manier van eten. Deze relatie kan invloed hebben op ons eetgedrag en de energieopslag”, zegt de professor nog.

Onterechte vooroordelen
Hij wil dan ook een lans breken voor dikke mensen, die in zijn ogen lang niet altijd iets kunnen doen aan hun overgewicht. Ze zijn vaak slachtoffer van vooroordelen en discriminatie, zegt Arsenault. Dit kan gevolgen hebben voor de fysieke en psychische gezondheid van dikkere mensen en moet dus voorkomen worden. Zeker nu uit steeds meer studies blijkt dat factoren waar we geen invloed op hebben, zoals onze genen, voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de verschillen in lichaamsgewicht tussen mensen.

Niet lui
“Gewicht is geen keuze en het is ook geen leefstijlfactor”, benadruk de onderzoeker. “We hebben geen overgewicht omdat we lui zijn of geen wilskracht hebben. Onbewuste mechanismen in de hersenen spelen een rol. Het brein heeft de leiding. Ik hoop dat de resultaten van deze studie gedeeltelijk kunnen verklaren waarom lichaamsgewicht zo varieert tussen de ene mens en de andere”, klinkt het tot besluit.

Dus ieder pondje gaat weliswaar door het mondje, maar je genen hebben invloed op hoeveel je in je mond stopt en hoe hard je dat terugziet op de weegschaal.

BMI
De Body Mass Index is al heel lang de maatstaf om te bepalen of iemand een gezond gewicht heeft. Wie een BMI heeft onder de 20 heeft ondergewicht. Een BMI tussen de 20 en 25 wordt als gezond beschouwd. Tussen de 25 en 30 spreken we van overgewicht en mensen met een BMI van 30 of hoger hebben obesitas. Je kunt je BMI ook zelf uitrekenen. Daarvoor deel je je gewicht in kilo’s door het kwadraat van je lichaamslengte in meters. Tegenwoordig wordt er echter steeds meer gewezen op de gevaren van buikvet. Veel buikvet zou een betere graadmeter zijn voor je gezondheid dan je BMI. Daarbij geldt dat een buikomtrek van minder dan 94 centimeter voor mannen en minder dan 80 centimeter voor vrouwen als gezond wordt beschouwd.

Bronmateriaal

"Genetic control of body weight by the human brain proteome" - iScience
Afbeelding bovenaan dit artikel: Barbhuiya

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd