Door quota in te stellen hopen overheden in Europa overbevissing tegen te gaan en de steeds kleiner wordende vispopulaties te redden. Een nobele poging, maar veel te laat. Dat blijkt uit onderzoek. De overbevissing startte namelijk al in de negentiende eeuw.
Zo’n 88 procent van alle vissen in Europa heeft te lijden onder de overbevissing. Politici nemen aan dat die getallen met de helft gehalveerd kunnen worden door de komende jaren strenge quota in te stellen. Maar die aanname is fout, zo concluderen onderzoekers. In die gedachtekronkel gaan de beleidsmakers er namelijk vanuit dat de vispopulaties in de jaren ’70 gezond waren. En dat is niet zo.
Ruth Thurston van de universiteit van York berekende hoeveel vis er in de periode tussen 1889 en 2007 werd gevangen. Hierbij hield ze rekening met de beperkte middelen van de negentiende eeuw; de kracht van de boten en de grootte van de netten werd in de berekening meegenomen. Uit de resultaten blijkt dat de hoeveelheid vis al voor de jaren ’70 met negentig procent was afgenomen.
Volgens de onderzoekers heeft de overbevissing uit de negentiende en begin twintigste eeuw de ecosystemen zo zwaar aangetast dat ze niet gemakkelijk en snel zullen herstellen. Het is dan ook maar zeer de vraag of visquota het leven in zee kunnen redden.