Je kunt een studie publiceren in een vakblad zonder verder iets te doen. Maar als je een beetje aandacht wil voor je belangrijke ontdekking – ook van andere wetenschappers – is het nodig om een persbericht uit te brengen. En dat blijkt bij de meeste PFAS-studies niet te gebeuren.
Er wordt de laatste tijd veel geschreven over te hoge PFAS-concentraties in het milieu. Zo wordt het in Nederland afgeraden om al te veel vis uit de Westerschelde te eten vanwege de grote hoeveelheid per- en polyfluoralkylstoffen in het water. Steevast staat er dan bij dat niet duidelijk is hoe schadelijk PFAS precies is voor de gezondheid. Nu blijkt daar veel meer over bekend te zijn dan veel media denken.
Weinig impact
Een nieuwe studie toont aan dat maar liefst 92 procent van de onderzoeken die bewijzen dat PFAS gezondheidsschade veroorzaakt, verschijnt zonder persbericht. Daardoor krijgen ze weinig of geen aandacht van de media. En studies die weinig aandacht krijgen van de media worden ook weer minder vaak geciteerd door andere wetenschappers.
“Het is zonde dat maar zo’n klein deel van deze wetenschap het publiek bereikt”, zegt hoofdonderzoeker Rebecca Fuoco, directeur wetenschapscommunicatie van het Green Science Policy Institute. “Nieuwe studies die een sterk verband vinden tussen forever chemicals en serieuze gezondheidsproblemen zoals vroeggeboorte en kanker blijven onder de radar. Onderzoek dat weggestopt is in wetenschappelijke vakbladen heeft maar een beperkt bereik en daardoor weinig impact.”
Persbericht cruciaal
De onderzoekers analyseerden 273 studies over de impact van PFAS op de gezondheid, die tussen 2018 en 2020 zijn gepubliceerd. Van de PFAS-studies die een statistisch significant verband vonden met gezondheidsschade kregen die met een persbericht twintig keer meer media-aandacht dan die zonder bericht. Maar nu komt het: slechts 8 procent van de studies verscheen met een persbericht.
De papers die zonder persbericht werden gepubliceerd, vonden bijvoorbeeld een verband tussen blootstelling aan PFAS en vroeggeboorte, eierstok- en borstkanker, osteoporose en diabetes. Deze studies verschenen nauwelijks in de pers of op social media.
Niet de schuld van de media
Hoewel de studie zich richtte op PFAS-onderzoek, denken de onderzoekers dat dit net zo goed voor andere onderwerpen geldt. Een reden waarom onderzoekers vaak geen persbericht uitbrengen is omdat ze denken dat het voor hun carrière geen nut heeft, maar dat is een misvatting. Want uit deze nieuwe meta-analyse blijkt dat studies zonder persbericht ook veel minder vaak worden geciteerd door collega-wetenschappers.
Wat wetenschappers ook tegenhoudt, is dat ze vrezen dat de media aan de haal gaan met hun onderzoek, waardoor er fouten in de artikelen verschijnen of een studie te veel gehypet wordt. Maar ook daar hebben ze het mis.
Eerder onderzoek toonde al aan dat de overdreven claims die soms in de media verschijnen meestal herleid kunnen worden tot het persbericht van de universiteit waarin te hoog van de toren wordt geblazen. Reden dus voor de wetenschappers om zich meer te bemoeien met het persbericht en te zorgen dat wat erin staat juist is. Andere factoren die in mindere mate een rol spelen zijn een gebrek aan tijd en vaardigheden of een bepaalde visie op de rol van wetenschappers in de samenleving.
Wetenschappelijke plicht
“Ik roep wetenschappers en universiteiten op om mediabereik te omarmen en te zien als een cruciaal onderdeel van het onderzoeksproces”, zegt onderzoeker Linda Birnbaum van Duke University. “Als wetenschappers beschikken we over informatie die kan leiden tot beter beleid, nieuwe medische behandelmethodes, innovaties in de industrie en nog veel meer. Het is onze verantwoordelijkheid om deze kennis te delen met een breed publiek.”
Onderzoeker Arlene Blum vindt zelfs dat de burger daar recht op heeft. “De meeste wetenschappelijke studies worden gefinancierd door de burger en die verdient het dan ook om de resultaten te weten van het onderzoek waar hij voor betaalt”, zegt ze. “Met een persbericht en een communicatieplan kunnen wetenschappers de aandacht van de media trekken en zo hun bereik en de impact van hun werk vergroten.”
De hoogste tijd dus voor wetenschappers om uit hun ivoren toren te komen en te zorgen dat de wereld weet waar ze mee bezig zijn.