Bijzondere voetbotten wijzen erop dat de nieuw ontdekte soorten waarschijnlijk jaagden op een manier die lijkt op hoe hedendaagse haviken en uilen dat doen.
De Hell Creek-formatie in de Verenigde Staten was ooit de woonplaats van enkele van de meest geliefde dinosauriërs ter wereld, zoals Triceratops en Tyrannosaurus rex. Hier werd zelfs Sue gevonden, één van de grootste en best bewaarde T. rex-skeletten die ooit zijn opgegraven. Maar deze enorme dinosauriërs leefden daar niet alleen. Want wetenschappers hebben nu ontdekt dat deze dino’s zo’n 68 miljoen jaar geleden hun leefgebied onder andere deelden met twee nog onbekende vogelsoorten.
Krijt
De meest diverse vogels tijdens het Krijt waren een nu uitgestorven groep die we Enantiornithes noemen. Deze vogels kwamen wereldwijd voor in die tijd. Enantiornithes en andere Mesozoïsche vogels zijn vooral bekend van afzettingen uit het Vroeg-Krijt, terwijl er relatief weinig informatie beschikbaar is over het Laat-Krijt. Dit heeft geleid tot een algemeen gebrek aan inzicht in de ontwikkelingen van vogels aan het einde van het Mesozoïcum.
Twee nieuwe vogelsoorten
Maar de nieuwe ontdekking brengt daar nu verandering in. Onderzoekers hebben namelijk de fossiele resten gevonden van twee nog onbekende vogelsoorten uit dezelfde fossiele laag als Sue de T. rex. “Op basis van kenmerken in hun voetbotten denken we dat deze vogels in staat waren om prooien te vangen en te dragen, vergelijkbaar met moderne haviken en uilen”, zegt onderzoeker Alex Clark. “Hoewel ze misschien niet de eerste roofvogels waren die ooit zijn geëvolueerd, zijn het wel de oudste fossielen resten van roofvogels die ooit zijn opgegraven.”
Namen
De nieuwe soorten zijn Avisaurus darwini genoemd – naar Charles Darwin – en Magnusavis ekalakaenis – vernoemd naar het plaatsje Ekalaka in de Amerikaanse staat Montana, waar het fossiel werd gevonden. Deze vogels waren beide groter dan de Enantiornithes uit het Vroeg-Krijt. Daarnaast zou Avisaurus darwini naar schatting meer dan één kilogram hebben gewogen, wat ongeveer overeenkomt met de grootte van een grote havik. Er werd ook nog een derde bot gevonden, wat mogelijk een andere nieuwe soort zou kunnen zijn, maar de slechte staat van het fossiel maakte dit moeilijk te bepalen. De vogels behoren tot de Avisauridae. Ze stierven samen met de meeste dinosauriërs uit, toen 66 miljoen jaar geleden een ongenadige meteoriet de aarde bombardeerde.
Voetbot
De onderzoekers konden de nieuwe soorten herkennen op basis van slechts één bot: het sterke voetbeen, dat aangeeft dat deze vogels in staat waren om prooien te vangen en mee te nemen. De fossielen die de onderzoekers bestudeerden, waren in de afgelopen jaren verzameld door onderzoekers van andere instellingen, maar er was nog niet veel onderzoek naar gedaan. Clark herinnert zich dat de fossielen niet bijzonder indrukwekkend waren toen hij ze voor het eerst zag; het waren allemaal voetbotten, bekend als tarsometatarsus, waaraan de tenen zijn bevestigd. Ze waren afzonderlijk gevonden, zonder andere opvallendere onderdelen zoals schedels of klauwen. Hoewel de botten relatief groot waren, hadden ze nog steeds ongeveer de grootte van een volwassen menselijke duim. Toch bleken deze afzonderlijke botten een schat aan informatie te bevatten.
Bult
“Elke inkeping, uitsparing en bult op een bot kan ons informatie geven over waar de spieren of pezen aanhechtten en hoe groot ze waren”, vertelt Clark. Op de nieuw gevonden botten ontdekten de onderzoekers een bijzonder opvallende bult, een aanhechtingspunt voor een spier, ook wel tuberkel genoemd. Bij elk bot was deze bult groter en lager dan bij de meeste vogels. “Wanneer we zulke grote tuberkels op een lage positie zien bij hedendaagse vogels, zijn dat vaak roofvogels zoals uilen en haviken”, vervolgt Clark. “Dit komt doordat ze tijdens het jagen en oppakken van prooien met hun poten relatief zwaar gewicht tillen. Vervolgens houden ze hun prooi dicht bij hun lichaam om zo aerodynamisch mogelijk te blijven. De ontdekte fossiele voetbotten lijken een soortgelijke functie te hebben vervuld.”
De fossielen geven ons dan ook meer inzicht in de leefstijl van vogels vóór de massa-extinctie en vergroten onze kennis van de diversiteit aan vogels uit het Laat-Krijt. Daarnaast bevestigen ze de trend naar een grotere lichaamsgrootte en laten zien hoe Enantiornithes in de loop der tijd een diverser scala aan ecologische functies ontwikkelden. Al met al bewijst de studie, gepubliceerd in PLOS ONE, dat zelfs fragmentarische fossielen waardevolle ecologische informatie kunnen bieden. “De nieuwe ontdekkingen hebben het aantal bekende vogelsoorten uit de Hell Creek-formatie verdubbeld”, zegt onderzoeker Jingmai O’Connor. “Ze zullen cruciaal zijn om ons te helpen beter te begrijpen waarom slechts enkele vogels de massa-extinctie hebben overleefd die het einde betekende voor T. rex en de hier beschreven vogels.”