In Nederland staat de Indiase curry nog niet zo lang op het menu. Erg vooruitstrevend zijn we daarmee niet. 2000 jaar geleden dook de curry namelijk al op buiten India. En dat is curieus: het was destijds natuurlijk helemaal niet zo makkelijk om kruiden te exporteren naar andere landen.
Onderzoekers van de Australian National University in Canberra hebben bewijs gevonden van de oudste bekende curry in Zuidoost-Azië. Het is ook de oudste curry die buiten India is ontdekt. Het betekent dat de handel in kruiden dus al veel langer bestaat dan gedacht.
Over zee
De stokoude curry is gevonden in het archeologische complex Oc Eo in Zuid-Vietnam. “We ontdekten acht unieke kruiden, oorspronkelijk van verschillende planten, die waarschijnlijk zijn gebruikt om curry te maken”, schrijft onderzoeker Weiwei Wang. “Nog fascinerender is dat sommige van de kruiden duizenden kilometers over zee zijn vervoerd.”
Gek genoeg, waren de onderzoekers niet eens op zoek naar curry. Ze wilden meer te weten komen over de functie van een paar gereedschappen, die mensen heel vroeger gebruikten om hun kruiden te vermalen. Ook was het de bedoeling meer te leren over de kruidenhandel lang geleden.
Zetmeelkorrels
Dat liep dus even anders. De onderzoekers analyseerden zetmeelkorrels in plantcellen, die lange tijd bewaard blijven en interessante informatie opleveren over plantgebruik, eetpatroon, landbouwmethodes en zelfs het milieu. In twaalf van de veertig onderzochte gereedschappen zijn kruiden teruggevonden, zoals kurkuma, gember, vingerwortel, zandgember, laos, kruidnagel, nootmuskaat en kaneel. Dat betekent dat de vroegere bewoners van de plek de gereedschappen inderdaad gebruikten om kruiden fijn te malen en zo smaak toe te voegen aan hun eten.
Om erachter te komen hoe oud de kruiden precies waren, analyseerden de onderzoekers houtskoolresten, waarvan de oudste dateerde van 207 tot 326 na Christus. Verder keek een ander onderzoeksteam nog naar de stenen die gebruikt zijn op de plek. Tezamen kwamen ze tot de conclusie dat het Oc Eo-complex bewoond was tussen de 1ste en 8ste eeuw na Christus.
Wereldwijde specerijenhandel
Op zich weten we al langer dat de wereldwijde specerijenhandel al sinds de klassieke oudheid culturen en economieën in Azië, Afrika en Europa met elkaar verbond. Maar tot deze studie was er nog weinig bewijs dat niet alleen de losse kruiden, maar ook complete gerechten, zoals de bekende Indiase curry, al zo vroeg de oversteek hadden gemaakt naar andere delen van de wereld. Überhaupt was niet duidelijk of de curry destijds al bestond. De meeste kennis over de vroege specerijenhandel komt van teksten in oude documenten uit India, China en Rome. “Ons onderzoek is het eerste dat – op een heel meetbare manier – bevestigt dat kruiden belangrijke koopwaar waren die 2000 jaar geleden al werden verhandeld in een wereldwijd netwerk”, aldus Weiwei Wang.
De kruiden bij Oc Eo groeiden daar beslist niet allemaal in de natuur. Iemand moet ze op een zeker moment hebben meegenomen over de Indische of Atlantische Oceaan. “Dat bewijst dat curry een fascinerende geschiedenis heeft, die verder reikt dan India en dat currykruiden wereldwijd geliefd waren”, stelt de onderzoeker.
Toprecept
Dat is best bijzonder, want wie weleens een curry heeft gemaakt, weet: zo gemakkelijk is dat niet. Je hebt allerlei verschillende kruiden nodig, die je in vroegere tijden ook nog zelf moest vermalen. Mensen buiten India hadden dus bijna 2000 jaar geleden al de behoefte om specifiek de smaak van curry te creëren.
Ook opmerkelijk: het recept voor curry dat vandaag de dag veel in Vietnam wordt gebruikt is vrijwel hetzelfde als dat uit de oude Oc Eo-periode. De belangrijkste ingrediënten, zoals kurkuma, kruidnagel, kaneel en kokosmelk zaten er toen al in en nu nog steeds. Een toprecept dus, die curry!
En nu
De onderzoekers zijn nog niet klaar. Ze hebben nu alleen gekeken naar microscopisch kleine plantresten, maar die willen ze graag vergelijken met de overblijfselen van grotere planten die nog in het complex verborgen liggen. Ook zijn er tijdens de opgravingen allerlei zaden gevonden, die nog nader onderzoek verdienen. “Misschien kunnen we nog veel meer kruiden identificeren of zelfs unieke specerijen ontdekken, waardoor we nog meer te weten komen over de geschiedenis van de regio”, klinkt het enthousiast.