Wetenschappers hebben de bacteriën die mensen en honden met zich meedragen met elkaar vergeleken en een opvallende ontdekking gedaan. De ouders in een gezin blijken meer bacteriën met hun hond te delen dan met hun eigen kinderen.
De onderzoekers bestudeerden zestig gezinnen en 36 honden. Zeventien van de zestig gezinnen hadden nog kinderen thuis die tussen de zes maanden en achttien jaar oud waren. Zeventien gezinnen hadden één of meer honden en geen kinderen, acht gezinnen hadden zowel honden als kinderen en achttien gezinnen hadden geen kinderen, noch honden. Alle gezinnen bestonden uit zeker één stel in de leeftijd van 26 tot 87 jaar en alle kinderen in alle gezinnen waren kinderen verwant aan hun verzorgers. De onderzoekers verzamelden verschillende monsters. Van de mensen namen ze monsters van de tong, het voorhoofd, de handen en de ontlasting. Bij de honden werden monsters van de vier poten, het voorste deel van de kop, de tong en de ontlasting afgenomen.
Resultaten
“Eén van de grootste verrassingen was dat we een sterke connectie tussen eigenaren en hun huisdieren ontdekten,” vertelt onderzoeker Rob Knight. “Sterker nog: de microbiële connectie lijkt wel sterker te zijn tussen ouders en de hond dan tussen ouders en hun kinderen.” En er rolden nog meer verrassende conclusies uit het onderzoek. Zo bleken echtgenoten meer huidbacteriën te delen wanneer ze een hond bezaten.
Hygiëne hypothese
Dat mensen veel bacteriën bij zich dragen, is niet zo verrassend. Uit eerder onderzoek bleek al dat een gemiddelde persoon honderd miljard bacteriën bij zich heeft. Om dat even in het juiste perspectief te plaatsen: we bezitten ongeveer tien keer meer bacteriën dan menselijke cellen. De aanwezigheid (of juist afwezigheid) van bepaalde bacteriën heeft invloed op de ontwikkeling van een aantal ziekten, waaronder bijvoorbeeld diabetes, overgewicht en astma. “Er is steeds meer bewijs dat blootstelling aan bronnen van microben op lange termijn effect heeft op de gezondheid,” vertelt onderzoeker Se Jin Song. Deze theorie staat bekend als de ‘hygiëne hypothese’ en stelt dat kinderen die minder sterk aan bacteriën worden blootgesteld (bijvoorbeeld omdat ze in de stad opgroeien, in plaats van op een boerderij) een grotere kans hebben om bepaalde ziektes of allergieën te ontwikkelen. Uit dit onderzoek blijkt dat de samenstelling van de ploeg bacteriën die we bij ons dragen inderdaad beïnvloed wordt door onze omgeving. “Met name de bacteriën op de huid lijken beïnvloed te worden door onze directe omgeving, waaronder de aanwezigheid van huisdieren.”
Uit het onderzoek wordt in ieder geval duidelijk dat de samenstelling van het gezin een sterk effect heeft op de samenstelling van de microbiële gemeenschap op alle delen van het lichaam. Dat concluderen de onderzoekers in het online magazine eLIFE.