Niet alleen anno 2014 zijn vrouwen gek op haarextensies. Ook de oude Egyptenaren waren druk met de haartoevoegingen bezig. Dat blijkt nu in Egypte de resten van een vrouw met 70 haarextensies zijn ontdekt.
Onderzoekers ontdekten de stoffelijke resten van de vrouw op een begraafplaats in de Egyptische plaats Tell el-Amarna (kortweg: Amarna). Farao Amenhotep IV liet de stad bouwen en kort was het de hoofdstad van het Egyptische rijk. Kort na het overlijden van de farao (in 1332 voor Christus) werd de stad echter verlaten. Desalniettemin zijn in de oude stad belangrijke vondsten gedaan die ons een beter beeld geven van hoe het leven van de oude Egyptenaren in deze tijd moet zijn geweest.
Extensions
In 2012 en 2013 bestudeerden onderzoekers meer dan honderd schedels die op de begraafplaats van Amarna werden aangetroffen. Op 28 van deze schedels troffen ze (resten van) haar aan. “We ontdekten geen pruiken, maar wel een groot aantal extensies,” zo schrijft onderzoeker Jolanda Bos in het blad Journal of Egyptian Archaeology. “Vaak werden de extensies aan heel kort (10 centimeter lang) haar vastgezet door deze in het eigen haar te vlechten.” Op één schedel troffen de onderzoekers zowel zwarte als grijze extensies aan, wat suggereert dat verschillende mensen haar doneerden om de extensies mogelijk te maken. Eén van de schedels laat een opvallend ingewikkeld kapsel zien. De schedel telt meer dan 70 extensies die in verschillende lagen en op verschillende hoogtes aan de eigen haren waren vastgemaakt.
Haartypes
Behalve de extensies valt er nog veel meer te vertellen over de haarstijl van de oude Egyptenaren die in Amarna stierven. “Er is een grote variatie aan haartypen, van sterk krullend zwart haar tot donkerbruin steil haar, iets wat mogelijk de mate van etnische diversiteit weerspiegelt,” zo schrijft Bos. “Over het algemeen troffen we minder extensies aan in het bruine haar dan in het zwarte haar.” Ook ontdekten de onderzoekers een schedel met grijs haar. En een schedel met grijs haar dat oranje-rood was geverfd.
Vlechten
Het haar van de oude Egyptenaren bleek in veel gevallen zorgvuldig gevlochten te zijn. “Alle vlechten waren simpel en bestonden uit drie bundels haar.” Meestal waren ze ongeveer één centimeter breed en hooguit zo’n dertig centimeter lang. “Ze waren vaak heel plat en in model gebracht met een soort vet.” De mensen met donkerbruin haar hadden vaak een aantal platte krullen boven hun oren die eveneens met behulp van een soort vet in model werden gehouden. “Waarschijnlijk gebeurde dat na hun dood, aangezien het een delicaat werkje is. Ze gebruikten – voor zover wij konden zien – geen spelden of andere objecten om de haren op hun plaats te houden.”
Ook ontdekten de onderzoekers resten van zogenoemde waskegels in de haren van de overledenen aan. Deze waskegels zijn ons bekend van schilderingen en reliëfs waarop vrouwen en mannen staan afgebeeld met deze waskegels op het hoofd. Vermoed werd dat de warmte ervoor zou zorgen dat de kegels smolten, waarop de was door de haren van de dragen liep en een prettige geur verspreidde. Onduidelijk was echter altijd of deze waskegels ook echt gebruikt werden. De ontdekking van resten van deze waskegels in de haren van deze oude Egyptenaren suggereert van wel. In de haren troffen de onderzoekers ook kleine stukjes textiel aan. Blijkbaar was het haar op het moment van begraven bedekt met stof. “Het is mogelijk dat de doden begraven werden met een soort kap op die hun kapsel intact moest houden.”