Oud DNA op bodem Britse waterput vertelt gruwelijk verhaal van een middeleeuws antisemitisch bloedbad

Jodenhaat is van alle tijden. Al in de Romeinse tijd werden Joden vervolgd en ook in de middeleeuwen kregen ze het bij tijd en wijle zwaar te verduren. In Groot-Brittannië is een cold case van honderden jaren geleden opgelost waarbij antisemitisme hoogstwaarschijnlijk een rol speelde.

De overblijfselen van zeventien lichamen zijn gevonden op de bodem van een middeleeuwse put. Waarschijnlijk waren dit Joden die meer dan achthonderd jaar geleden zijn vermoord tijdens een antisemitisch bloedbad, hebben wetenschappers onthuld.

Antisemitische samenzweringstheorie
De slachtpartij vond plaats in het jaar 1190 in het Britse Norwich, een stad in het oosten van het Verenigd Koninkrijk. “We weten dat slechts tientallen jaren eerder de zaden waren geplant voor een antisemitische samenzweringstheorie die tot op de dag van vandaag voortduurt”, schreven de onderzoekers in een nieuwe studie, gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology.

Ze gebruikten een reeks technieken, waaronder analyse van het oudst bekende Joodse genenpakket, om het mysterie te ontrafelen en de cold case te kunnen sluiten. Het verhaal begon toen bouwvakkers in 2004 land aan het opgraven waren voor een toekomstig winkelcentrum in Norwich. In een oude waterput stuitten ze op de stoffelijke overschotten van minstens zeventien mensen, zes volwassenen en elf kinderen, onder wie drie zussen.

Rommelig begraven
De lichamen werden in vreemde hoeken gevonden in de grond, sommigen waren met het hoofd naar beneden begraven. Dit doet vermoeden dat er een gewelddadige dood aan voorafgegaan is. Ian Barnes, een geneticus bij het Natural History Museum in Londen, begon in 2011 met het onderzoeken van de overblijfselen tijdens zijn werk aan de BBC-documentaireserie History Cold Case.

Hij had eerst het idee dat ze waarschijnlijk het slachtoffer waren geweest van een ziekte of hongersnood, misschien de pest of een andere epidemie. Het team wilde weten wanneer deze mensen hebben geleefd en met behulp van koolstofdatering kwam het team op een sterfjaar ergens tussen 1161 en 1216 na Christus.

Joodse voorouders
Uit DNA-analyse van zes van de slachtoffers bleek dat ze aanleg hadden voor bepaalde genetische ziekten. Computersimulaties toonden vervolgens aan dat de frequentie van deze ziekten ongeveer hetzelfde was voor de Norwich-slachtoffers als voor moderne Ashkenazische Joden, wat wijst op gemeenschappelijke voorouders. Er is weinig tot geen historisch DNA-onderzoek gedaan naar Joden, aangezien het verboden is om Joodse graven te verstoren. Het History Cold Case-team wist echter niet dat de stoffelijke overschotten in de put van Joodse oorsprong waren. Dit maakte het eeuwenoude DNA tot de oudste Joodse genomen die ooit zijn geanalyseerd.

Medieval mass burial shows centuries-earlier origin of Ashkenazi genetic bottleneck
Gebaseerd op de overblijfselen hebben wetenschappers het gezicht gereconstrueerd van een man en een jongen. Foto: professor Caroline Wilkinson, Liverpool John Moores University

Genetische flessenhals
Het werpt ook licht op een bekende historische gebeurtenis waarbij het aantal Asjkenazische Joden plotseling drastisch afnam (population bottleneck of populatieflessenhals) waardoor genetische varianten optraden, die ook gevonden werden in de waterput. Men dacht eerder dat de Asjkenazische genetische bottleneck ergens tussen 1200 en 1500 na Christus zou hebben plaatsgevonden.

Als we de nieuwbakken informatie uit Norwich meenemen, moet het bijna wel dat de populatieflessenhals vóór de Norwich-slachtoffers plaatsvond, wat betekent dat het honderden jaren eerder gebeurde dan gedacht.

Hardnekkige complottheorieën
De wetenschappers vonden ook aanwijzingen dat een jonge jongen in de put blauwe ogen en rood haar had. Antisemitische stereotypen in die tijd hadden vaak betrekking op rood haar. Hoe meer analyses er werden uitgevoerd, hoe overtuigender het verhaal werd. Het leek allemaal in de richting van een specifieke historische gebeurtenis te wijzen: het geweld tijdens antisemitische rellen in Norwich op 6 februari 1190. De Jodenhaat liep in die tijd hoog op vanwege de verregaande plannen om de Derde Kruistocht uit te voeren.

Minder dan vijftig jaar eerder was een lokale jongen op brute wijze vermoord. Deze gebeurtenis had uiteindelijk grote gevolgen voor de Joodse minderheid in de omgeving en ver daarbuiten. De familie van de jongen, die later ‘William of Norwich’ werd genoemd, gaf de lokale Joden de schuld van zijn moord.

Wortels van hedendaagse racisme
Dit verhaal ging een heel eigen leven leiden en werd de eerste bekende versie van de antisemitische mythe van de ‘bloedsprookjes’, waarin Joden valselijk werden beschuldigd van het ontvoeren en vermoorden van christelijke jongens om hun bloed in religieuze rituelen te gebruiken. Deze antisemitische complottheorieën zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven en laten zelfs nu nog mensen via social media geloven dat Joden kwaad in de zin hebben. De oorsprong hiervan ligt diep verankerd in Norwich. De lichamen in de waterput geven ons een kijkje in het racisme van de middeleeuwen en houden ons een spiegel voor. Daar diep in de put liggen de wortels van het hedendaagse racisme.

Bronmateriaal

"Genomes from a medieval mass burial show Ashkenazi-associated hereditary diseases pre-date the 12th century" - Current Biology (Cell)

Afbeelding bovenaan dit artikel: Pichaitun / Getty (via Canva.com)

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd