Nadat chimpansees eerder al grassprietjes in hun oor staken, laten sommige chimpansees nu soms ook grassprietjes uit hun achterste bungelen. Onduidelijk is waarom.
Het is 2010 en wetenschappers zijn er in een Zambiaans opvangcentrum voor chimpansees getuige van dat een vrouwelijke chimpansee (genaamd Julie) een grassprietje in haar oor steekt en – zonder dat het enig nut lijkt te hebben – in het oor laat hangen. In de periode die volgt, zien onderzoekers hoe zeker zeven andere chimpansees in de groep waar Julie deel van uitmaakt, óók grassprietjes in hun oor stoppen. Onderzoek wijst erop dat de chimpansees het gedrag van elkaar hebben afgekeken en de schijnbaar nutteloze trend zich via ‘sociaal leren’ door de groep heeft verspreid. Dat chimpansees in staat zijn tot ‘sociaal leren’ is niet nieuw, maar opvallend is dat ze ook geneigd zijn om elkaars gedrag te kopiëren als dat gedrag niet echt nuttig lijkt te zijn, zo schrijven de onderzoekers in 2014.
Hardnekkige trend
De ‘nutteloze’ grassprietjes-trend blijkt hardnekkig; ook nadat Julie sterft, blijven de chimpansees in haar groep grassprietjes in hun oren steken. Het leidt onderzoekers tot de conclusie dat de grassprietjes-trend is uitgegroeid tot een culturele traditie.
Staartje
En meer dan tien jaar later krijgt dit onderzoek een fascinerend staartje. Want in het blad Behaviour onthullen wetenschappers dat ook een tweede groep chimpansees in het Zambiaanse opvangcentrum grassprietjes in hun oren is gaan steken. Het is opvallend, omdat deze chimpansees geen contact hebben met de groep waar Julie deel van uitmaakte en het gedrag dus niet van haar groep kunnen hebben afgekeken. Bovendien blijft het in deze groep niet bij de gras-in-oor-trend, zo schrijven de onderzoekers. Want waar vijf van de acht apen in de groep gras in hun oor steken, laten zes van de acht apen enige tijd later ook een grassprietje uit hun achterste hangen. Beide ’trends’ lijken opnieuw vrij nutteloos; er zijn geen aanwijzingen dat de chimpansees in kwestie last hebben van hun oor of achterwerk en de grassprietjes bijvoorbeeld gebruiken tegen jeuk.
Sociaal leren
Onderzoek onthult dat de chimpansees het grassprietjes-gedrag niet afzonderlijk van elkaar hebben uitgevonden, maar het van elkaar hebben afgekeken. De wetenschappers trekken die conclusie nadat ze het sociale netwerk binnen de groep in kaart brachten en keken hoe het gedrag zich door de groep verspreidde. “Als de overdracht van een gedraging de netwerkstructuur volgt, wijst dat erop dat sociaal leren een belangrijk mechanisme is in de verspreiding van dat gedrag,” zo leggen ze in hun studie uit. De analyse wijst uit dat zowel de gras-in-oor-trend als de gras-in-achterste-trend zich via sociaal leren heeft verspreid.
Verzorger was de eigenlijke trendsetter
Initiatiefnemer van zowel de gras-in-oor-trend als de gras-in-achterste-trend was de chimpansee Juma. Opvallend blijft natuurlijk dat Juma niet de eerste chimpansee in het opvangcentrum is die grassprietjes in zijn oor steekt; soortgenoot Julie deed dat in 2010 reeds voor het eerst. Maar Julie heeft nooit contact gehad met Juma. En ook haar groepsgenoten hadden nooit contact met Juma of zijn groep. Het roept de vraag op waarom deze chimpansees afzonderlijk van elkaar begonnen zijn om grassprietjes in hun lichaam te steken. De onderzoekers zijn daar wat dieper ingedoken en deden een opmerkelijke ontdekking, zo vertelt onderzoeker Edwin Van Leeuwen. “Beide groepen waarin apen grassprietjes in hun oor deden hadden dezelfde verzorgers. Zij gaven aan zelf ook wel eens een grassprietje of lucifer in hun oor te steken om hun oor schoon te maken. De verzorgers van de andere groepen (in het opvangcentrum, red.) zeiden dat niet te doen. De chimpansees in de ene groep hebben vervolgens zelf bedacht om de grasspriet ook nog ergens anders in te steken.”
Nieuwe traditie?
Of de gras-in-oor-trend en gras-in-achterste-trend ook in de groep van Juma uitgroeit tot een traditie, is onduidelijk. Daarvoor moet de groep nog wat langer bestudeerd worden, zo schrijven de onderzoekers. Dergelijk onderzoek is wel heel waardevol “omdat het een licht kan werpen op de vraag hoe tradities ontstaan en door de tijd heen ook weer kunnen verdwijnen”.
Chimpansees kunnen dus ook schijnbaar nutteloze gedragingen van elkaar kopiëren. Bewijs daarvoor hebben onderzoekers tot op heden echter alleen gevonden binnen in gevangenschap levende groepen chimpansees. In het wild hebben onderzoekers chimpansees nog geen nutteloze ’trends’ zien creëren. Dat is ook wel te verklaren, denkt Van Leeuwen. “In gevangenschap hebben ze simpelweg meer vrije tijd dan in het wild om dit soort dingen te doen. Ze hoeven minder op hun hoede te zijn en minder tijd te besteden aan het vinden van eten.” Dat wil niet zeggen dat onzinnige trends nooit voorkomen in wilde dierpopulaties. Zo ontdekten wetenschappers onlangs dat in het wild levende kapucijnapen op het eiland Jicarón een bizarre – en ogenschijnlijk zinloze – rage hadden omarmd: het ontvoeren van brulaapbaby’s. Dat deze wilde apen wel ’tijd’ hebben voor dit soort dingen, is goed te verklaren. Het leven op het eiland Jicarón is tegen het saaie aan: er zijn geen roofdieren en weinig concurrenten, waardoor de kapucijnapen weinig te doen hebben. “Het laat ons zien dat uitvindingen niet altijd voort hoeven te komen uit noodzaak; voor een zeer intelligente aap die leeft in een veilige – misschien zelfs prikkelarme – omgeving, kunnen verveling en vrije tijd al voldoende zijn,” zo concludeerde onderzoeker Meg Crofoot.
Toch nuttig?
Blijft natuurlijk de vraag waarom de chimpansees het schijnbaar zinloze gedrag van elkaar kopiëren. Dat begrijpen de onderzoekers ook nog niet precies, maar ze sluiten niet uit dat het gedrag nuttiger is dan je op het eerste gezicht misschien zou denken. “Het zou ook een sociale functie kunnen hebben,” denkt Van Leeuwen. “Door het gedrag van een ander over te nemen, laat je zien dat je die ander ziet staan en wellicht leuk vindt. Zo zou het kunnen zorgen voor betere sociale binding en het gevoel bij een groep te horen.”
Het onderzoek is belangrijk. Niet in de laatste plaats, omdat het vraagtekens zet bij de theorie omtrent onze culturele superioriteit. Nu wordt vaak gedacht dat mensen cultureel verder ontwikkeld zijn dan dieren, omdat we heel goed in staat zijn om elkaar te kopiëren – ook als het om kleine en nutteloze details gaat. Aangenomen wordt dat dieren dat niet kunnen en dus steeds zelf het wiel moeten uitvinden en daarom cultureel gezien niet veel verder komen. “Maar chimpansees kunnen dus wel degelijk kleine, nutteloze dingen van elkaar overnemen,” benadrukt onderzoeker Jake Brooker. “Daarom vonden we het belangrijk om deze nieuwe observaties te delen.”


