Wetenschappers hebben er op verzoek van NASA hun gedachten eens over laten gaan.
De afgelopen decennia zijn buiten ons zonnestelsel duizenden planeten ontdekt. En sommige ervan lijken leefbaar te zijn. Door die ontdekkingen dringt de vraag of er elders in de ruimte ook daadwerkelijk intelligent leven te vinden is, zich steeds meer aan ons op.
SETI
In de jaren negentig besloot NASA actief op zoek te gaan naar intelligent buitenaards leven. Met behulp van de Arecibo-telescoop zou gezocht worden naar signalen afkomstig van aliens. Maar het project was nog maar net van de grond toen het Amerikaanse Congres de financiering introk en NASA de Search for Extraterrestrial Intelligence (SETI) los moest laten.
Inmiddels zijn we bijna dertig jaar verder en wil NASA de zoektocht naar intelligente aliens nieuw leven in blazen. Maar de nieuwe zoektocht wordt wel wat breder ingestoken; men wil op zoek naar technosignaturen. Een breed scala aan experts heeft zich nu op verzoek van NASA over de kwestie gebogen en komt in het blad Acta Astronautica met ideeën en aanbevelingen.
Over technosignaturen
Technosignaturen zijn eigenlijk niets anders dan aanwijzingen dat er op een planeet of maan technologie voorhanden is (en dus intelligent leven te vinden is). Technosignaturen kun je zien als tegenhangers van de bekendere biosignaturen. Hierbij wordt de aanwezigheid van leven afgeleid uit biologische sporen die levensvormen bijvoorbeeld in de atmosfeer achterlaten. Laten we onze eigen planeet even als voorbeeld nemen. Stel dat aliens deze van een afstandje bekijken, dan kunnen ze uit de hoge zuurstofconcentratie in de atmosfeer afleiden dat op de aarde in ieder geval eenvoudig leven te vinden is. Onze planeet heeft van zichzelf namelijk geen zuurstofrijke atmosfeer, maar heeft deze verkregen doordat bacteriën en vegetatie zuurstof produceren. Zuurstof is in dit voorbeeld een biosignatuur. Daarnaast zal het aliens misschien ook opvallen dat in onze atmosfeer nogal wat vervuiling te vinden is. Dat is het resultaat van onze industrie en dus een voorbeeld van een technosignatuur, die getuigt van de aanwezigheid van complexere levensvormen.
Dysonbollen en meer
En zo zou je ook op andere planeten naar intelligent leven kunnen zoeken. In het blad Acta Astronautica presenteren onderzoekers bovendien nog een paar andere manieren waarop dat intelligent leven zich – naast het produceren van veel luchtvervuiling – kan manifesteren. Zo verraden ook grote hoeveelheden satellieten rond een planeet dat er intelligent leven te vinden is. Hetzelfde geldt voor eventuele hitteschilden die rond een planeet worden ingezet om klimaatverandering tegen te gaan. Of een megastructuur rond een ster – ook wel Dysonbol genoemd – die alle energie van die ster opvangt zodat de aliens die kunnen gebruiken. Maar technosignaturen zijn mogelijk niet alleen op of nabij de thuisplaneet van intelligent leven te vinden, zo stellen de onderzoekers. Zo zou je zelfs in ons eigen zonnestelsel technosignaturen kunnen vinden. Je moet dan bijvoorbeeld denken aan sondes die aliens ter verkenning hebben uitgezonden.
Pragmatisch
Zoeken naar dergelijke technosignaturen is in veel gevallen technologisch gezien best haalbaar. De grootste uitdaging is echter financiering, zo vertelt onderzoeker Jacob Haqq-Misra. En daarom moeten we het idee van een volledig aan de zoektocht naar technosignaturen toegewijde missie misschien even laten varen. “De meest pragmatische manier is om te beginnen met het gebruiken van andere instrumenten die astronomen op dit moment al gebruiken. Neem bijvoorbeeld de TESS-missie waarbij middels de transitmethode gezocht wordt naar planeten rond nabije sterren. In principe zou ook een megastructuur rond de ster – als die groot genoeg is – in de data op kunnen duiken.”
Andere instrumenten
Maar voor het detecteren van de wat subtielere technosignaturen lenen bestaande instrumenten zich niet. “De meest geschikte telescopen zijn conceptmissies die momenteel door NASA bestudeerd worden, zoals LUVOIR (een krachtige ruimtetelescoop die de structuur en samenstelling van de atmosfeer en het oppervlak van exoplaneten kan onthullen, red.) en de Origins Space Telescope (een ruimtetelescoop waarmee eveneens naar buitenaards leven kan worden gezocht, red.).” ESA werkt wat dat betreft ook aan een interessante conceptmissie. “Bekend als LIFE, waarmee ook naar technosignaturen kan worden gezocht.”
Buitenaards afval
Haqq-Misra ziet zelf ook veel in het zoeken naar technosignaturen in ons eigen zonnestelsel. “Wij hebben al enkele ruimtevaartuigen buiten ons zonnestelsel gebracht (de Voyager- en Pioneer-missies) en het Breakthrough Starshot Initiative ontwikkelt een conceptmissie bestaande uit een interstellaire sonde. Als buitenaardse astronomen ons zonnestelsel geobserveerd hebben, dan is het niet ondenkbaar dat ze lang geleden ook een verkennende sonde hebben gestuurd. Zelfs als dergelijke buitenaardse technologie nu niet meer zou werken, zou het vinden van ‘buitenaards afval’ nog steeds een geweldige ontdekking zijn.”
Geduld
NASA ziet de zoektocht naar technosignaturen dus wel zitten en de input van meer dan 53 wetenschappers – waaronder ook Haqq-Misra – geeft ongetwijfeld stof tot nadenken. Maar het leidt op korte termijn niet tot missies die volledig draaien om het opsporen van technosignaturen, zo vreest Haqq-Misra. “Ik betwijfel of er binnenkort een missie toegewijd aan de zoektocht naar technosignaturen zal komen. De James Webb Telescope kan wel in staat zijn om de atmosfeer van één of twee nabije systemen te karakteriseren, dus dat zou één van de eerste pogingen kunnen zijn om te zoeken naar zowel biosignaturen als technosignaturen. Maar de missies die zich daar het beste voor lenen (zoals de eerder genoemde LUVOIR en Origins) worden nog onderzocht en pas op zijn vroegst over 20 jaar gelanceerd.”
De zoektocht naar technosignaturen blijft voorlopig dus achter bij de zoektocht naar biosignaturen. Maar dat komt niet per se doordat de kans op het vinden van biosignaturen groter is, zo stelt Haqq-Misra. “We weten niet of biosignaturen vaker voorkomen dan technosignaturen. Dat kunnen we pas weten als we ernaar zoeken. Hier op aarde is de technologie in vergelijking met de lange geschiedenis van eenvoudig leven nog vrij jong. Maar we weten ook niet hoelang de technologie stand houdt. Technologie kan een beschaving in staat stellen om tot miljarden jaren in de toekomst stand te houden en kan zich – als interstellair reizen mogelijk is – ook van het ene naar het andere planetaire systeem verspreiden. We kunnen dan ook zeker scenario’s bedenken waarin technosignaturen vaker voorkomen dan biosignaturen, dus het is de moeite waard om na te denken over manieren waarop we naast biosignaturen ook naar technosignaturen kunnen zoeken.” Niet in de laatste plaats omdat die technosignaturen ons ook iets over onze eigen toekomt kunnen vertellen. “Als we ontdekken dat technosignaturen veel voorkomen, dan bewijst dat dat de koers die wij als technologische beschaving voeren, lang stand kan houden en dat duurzame ontwikkeling mogelijk is. Maar als we ontdekken dat technosignaturen opvallend afwezig zijn, dat betekent het dat we als het om de langdurige overleving van de beschaving op aarde gaat voor een nog veel grotere uitdaging staan dan gedacht.”