Nieuw onderzoek onthult namelijk dat grote vissoorten, zoals tonijnen en zwaardvissen, de schemerzone als een all-you-can-eat-buffet beschouwen. En dat kan weleens gaan botsen.
Ze staan aardig hoog in hun voedselketen: de geelvintonijn, de zwaardvis en de grootoogtonijn. En hoewel deze vissen een groot deel van hun tijd nabij het wateroppervlak doorbrengen, was reeds bekend dat ze zo af en toe ook naar grotere diepte duiken en zich in de zogenoemde schemerzone begeven. Dit is een gebied in de oceaan dat zich zo’n 200 tot 1000 meter onder het wateroppervlak bevindt en waar bovenin nog een beetje, maar onderin helemaal geen zonlicht meer doordringt. Maar wat de geelvintonijnen, zwaardvissen en grootoogtonijnen nu precies in die schemerzone uitspookten, was onbekend. Deden ze zich tegoed aan grote hoeveelheden lekkers? Of snackten ze er hooguit wat? Wetenschappers hadden geen idee, zo vertelt onderzoeker Ciara Willis. “We weten al geruime tijd dat deze vissen – en veel andere roofdieren – zich voeden met prooien uit de schemerzone. Maar in welke mate ze van deze diepzee-voedselketen afhankelijk zijn, was onduidelijk.”
Het onderzoek
Tot nu. Want in het blad ICES Journal of Marine Science onthullen Willis en collega’s wat de geelvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn allemaal in die schemerzone nuttigen. En dat is behoorlijk veel. Zo schatten de onderzoekers dat geelvintonijnen, zwaardvissen en grootoogtonijnen zo’n 50 tot zelfs 60 procent van hun voedsel uit de schemerzone halen.
Koolstofisotopen
Dat de hierboven genoemde vissoorten in de schemerzone eten, is niet helemaal nieuw. Eerder werden in de magen van tonijnen en zwaardvissen ook al soorten teruggevonden die in de schemerzone leven. Maar zo’n maaginhoud is in zekere zin slechts een momentopname; het onthult wat een vis kort voor zijn dood heeft gegeten, maar is minder geschikt om conclusies te trekken over welk deel van zijn dieet uit de schemerzone afkomstig is. Voor dit onderzoek gooiden wetenschappers het dan ook over een andere boeg. In plaats van te kijken naar de maaginhoud van vissen, analyseerden ze vissenweefsels. Daarbij keken ze specifiek naar koolstofisotopen die meer kunnen verraden over wat (en dus: waar) de vissen gedurende een langere periode voornamelijk hebben gegeten.
Een zone vol eten
En het onderzoek wijst dus uit dat de vissen een behoorlijk groot deel van hun voedsel uit de schemerzone halen. En dat is helemaal niet zo gek. Want de schemerzone barst van het lekkere eten; onderzoekers schatten dat er zo’n 10 miljard ton aan vis te vinden is. “Dit is echt een weinig bestudeerd deel van de oceaan en het is gevuld met al deze fantastische, gekke dieren,” vertelt Willis. Met dat in gedachten is het best logisch dat grootoogtonijnen, zwaardvissen en geelvintonijnen een duikje wagen. “Het is belangrijk voor roofdieren in de open oceaan om grote concentraties voedsel te vinden,” vertelt Willis. “En ik denk dat dat is waarom ze zo geïnteresseerd zijn in de schemerzone. Wij noemen dat (de schemerzone, red.) ook wel het diepzee-buffet.”
Jagen in de schemerzone
En dat diepzee-buffet heeft niet alleen de interesse van grootoogtonijnen en zwaardvissen. Ook mensen denken erover na om in de schemerzone te gaan vissen. Overigens niet met het doel om de visvangst vervolgens zelf op te eten; veel vissen in de schemerzone zijn voor mensen niet eetbaar. In plaats daarvan zullen de opgeviste vissen gebruikt worden om visolie of vismeel (een voedselbron voor bijvoorbeeld pluimvee en kweekvis) van te maken. Maar de vraag is nu of dat – met dit nieuwe wetenschappelijke onderzoek in gedachten – wel zo’n goed idee is.
“Er is steeds meer interesse in het commercieel bevissen van de schemerzone,” stelt Willis. “Onze studie suggereert dat als we die laag van de oceaan zwaar gaan bevissen, dat grote gevolgen kan hebben voor tonijnen en zwaardvissen, die sterk afhankelijk zijn van de schemerzone.” En als die soorten het door ons toedoen moeilijk krijgen, plukken we daar zelf uiteindelijk ook weer de wrange vruchten van. “Als roofvissen als tonijnen voor vijftig procent afhankelijk zijn van de voedselketens in de schemerzone en wij die zone zwaar gaan bevissen dan kan de tonijnvisserij weleens veel minder winstgevend worden,” waarschuwt Willis. “Dus we moeten heel voorzichtig zijn als het gaat om onze impact op de schemerzone en het grotere oceanische ecosysteem.”