Op dit moment vliegen er stiekem talloze objecten door ons zonnestelsel die hier helemaal niet thuishoren, maar daar komen ze niet lang meer mee weg!

De hoop is gevestigd op het Vera C. Rubin-observatorium, dat naar verwachting talloze nog onontdekte interstellaire objecten aan het licht zal brengen.

Op dit moment razen er, zonder dat wij daar weet van hebben, talloze interstellaire objecten door ons Melkwegstelsel. Denk aan kometen en planetoïden die uit hun thuissystemen zijn geworpen en nu vrij door de ruimte bewegen. Astronomen kunnen niet wachten om deze interstellaire bezoekers te ontdekken en aan een grondige inspectie te onderwerpen. En daarbij krijgen ze binnenkort hulp van het Vera C. Rubin-observatorium, dat de klopjacht op deze objecten zal openen.

Onontdekte interstellaire objecten
Hoewel astronomen denken dat er veel interstellaire objecten bestaan en ze waarschijnlijk regelmatig ons zonnestelsel passeren, zijn er momenteel slechts twee aan het licht gebracht. Het gaat om ‘Oumuamua die ons zonnestelsel in 2017 en 2018 op een bezoekje trakteerde en de interstellaire komeet 2I/Borisov die in 2019 volgde. Dat deze bezoekers in het vizier kwamen van astronomen, is met name te danken aan een geweldige timing, veel moeite en een beetje geluk. Dat komt omdat dergelijke kleine, zwakke interstellaire reizigers alleen zichtbaar zijn als ze zich dichtbij genoeg wagen én als onze telescopen precies op het juiste moment naar de juiste plaats kijken. “We hebben berekend dat er op dit moment heel veel kleine objecten door ons zonnestelsel vliegen,” zegt onderzoeker Michele Bannister. “We kunnen ze gewoon nog niet vinden omdat we dergelijke zwakke objecten niet goed kunnen zien.”

Vera C. Rubin-observatorium
Maar onderzoekers zijn niet meer van plan om de ontdekking van interstellaire bezoekers aan het toeval over te laten. Ze willen beter zoeken naar kleine, zwakke hemellichamen die afkomstig zijn uit exotische, verre planetaire systemen. Astronomen kijken dan ook reikhalzend uit naar de lancering van het Vera C. Rubin-observatorium, dat begin 2025 actief moet worden. Deze telescoop gaat onder andere de buitenste regionen van ons zonnestelsel afspeuren, op zoek naar interessante objecten. Rubin is uitgerust met de hoogste resolutie digitale camera ter wereld, waardoor het zelfs hele zwakke objecten kan detecteren. Bovendien scant Rubin om de paar nachten de hele zichtbare hemel en maakt vervolgens een timelapse, waardoor we interstellaire objecten in sneltreinvaart door ons zonnestelsel zullen zien suizen. Kortom, de verwachting is dat Rubin talloze nog onontdekte interstellaire reizigers aan het licht zal brengen.

Artistieke impressie van een interstellair object dat ons zonnestelsel nadert. Het object is lang geleden uit zijn eigen planetaire systeem geworpen en reisde miljarden jaren door de interstellaire ruimte voordat het onze kosmische achtertuin binnendrong. Het Vera C. Rubin-observatorium zal veel van deze voorheen onbekende interstellaire reizigers aan het licht brengen. Afbeelding: Rubin Observatory/NOIRLab/NSF/AURA/J. daSilva

Interesse
Waarom astronomen zo geïnteresseerd zijn in interstellaire bezoekers? Deze objecten die kortstondig door onze kosmische achtertuin trekken, herbergen waardevolle informatie over hoe planetaire systemen zich vormen en evolueren. “Ze bevatten informatie over verre planetaire systemen en kunnen ons meer vertellen over hoe deze zijn ontstaan,” legt Bannister uit. “En voor een korte tijd bevinden deze verre objecten zich ineens heel dichtbij. Een steen uit een ander zonnestelsel is dus een directe aanwijzing van planeetvorming rond een andere ster.”

Oorsprong zonnestelsel
Daar gaan we even dieper op in. De oorsprong van ons zonnestelsel ligt in een enorme wervelende wolk van gas en stof die instortte. Hierdoor ontstonden er nieuwe sterren, waaronder onze eigen zon. Hoewel deze sterren de meeste kosmische ingrediënten opslokten, vormden de kleine beetjes die rondom elke ster overbleven de bouwstenen van planeten – planetesimalen genoemd. Deze variëren van tientallen meters tot enkele kilometers groot. Sommige hiervan smolten samen tot planeten en hun manen en ringen. Maar biljoenen andere bleven in een baan rond hun moederster cirkelen. Wetenschappers vermoeden dat deze overgebleven planetesimalen door de zwaartekracht van grotere planeten en passerende nabije sterren uit het thuissysteem zijn geslingerd. Reizend door de ruimte en niet gebonden aan een ster, staan ze nu bekend als interstellaire objecten.

Tientallen objecten
Interstellaire objecten kunnen dus afkomstig zijn van sterren overal in de Melkweg. Door deze in het vizier te krijgen, hopen wetenschappers daarom rechtstreeks te bestuderen hoe planetaire systemen zich bij verre sterren vormden – zelfs bij oude sterren die ondertussen al niet meer bestaan. Onderzoekers kunnen dan ook niet wachten om de interstellaire reizigers die momenteel door ons zonnestelsel vliegen onder de loep te nemen. Want hoe zien die eruit? Hoewel we zowel ‘Omuamua als 2I/Borisov interstellaire objecten noemen, verschillen ze op vrijwel elke manier drastisch van elkaar. Astronomen zijn dan ook heel benieuwd naar de objecten die Rubin zal opsporen. En de verwachtingen liggen hoog. “We gaan van twee individuele objecten naar een populatie van minstens tientallen,” aldus Bannister.

Hoewel dat natuurlijk fantastisch zou zijn, weten onderzoekers momenteel nog niet precies hoeveel interstellaire objecten Rubin zal ontdekken. Bannister zet speels in op 21 exemplaren, al heeft ook zij eigenlijk geen idee. Wat de uitkomst ook mag zijn, Rubin zal hoe dan ook een revolutie teweeg gaan brengen. “De telescoop zal de geschiedenis van het zonnestelsel blootleggen en tegelijkertijd meer onthullen over waar we vandaan komen,” besluit Bannister.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd