Bijna iedereen wil de opwarming van de aarde beperken, maar kan men het ook eens worden over de manier waarop? In Glasgow komt het er op aan.
Eigenlijk hadden politici, gewapend met hun klimaatambities, vorig jaar al naar Glasgow moeten afreizen en daar – exact vijf jaar na de Parijse klimaattop – spijkers met koppen moeten slaan. Maar corona gooide roet in het eten. En dus werd de klimaattop een jaartje uitgesteld. Een jaar later is er echter nog altijd gespreksstof genoeg. Want ondanks corona en alle klimaatbeloftes en -ambities neemt de CO2-concentratie in de atmosfeer nog altijd toe, zo bleek eerder deze week uit het Greenhouse Gas Bulletin van de World Meteorological Organization. En zolang de concentratie broeikasgassen stijgt, stijgt ook de temperatuur en lijken de ambitieuze klimaatdoelen die de wereld zich in 2015 in Parijs stelde, steeds verder buiten ons bereik te raken.
Parijs
Vijf jaar geleden beloofden landen wereldwijd er alles aan te doen om te voorkomen dat de aarde meer dan 2 graden Celsius opwarmt. En er werd zelfs afgesproken te streven naar een maximale opwarming van 1,5 graad Celsius. Om die ambitieuze klimaatdoelen te halen, deden alle deelnemende landen individueel een toezegging. Ze beloofden op nationaal niveau bepaalde maatregelen te treffen om zo naar die klimaatdoelen toe te werken. De Parijse klimaattop leek – na jaren diplomatiek getouwtrek – een heuse overwinning te zijn; eindelijk waren er doelen en beloftes. Maar de naleving daarvan viel tegen, zo concludeerde een internationaal team van onderzoekers vorig jaar nog in het blad Nature Communications. De toezeggingen van de landen zijn niet afdoende om de uitstootreductie die nodig is om de klimaatdoelen te behalen, te realiseren. En veel landen bleken die niet afdoende toezeggingen ook nog eens niet na te komen.
Gaatjes vullen
Aan de vooravond van de klimaattop in Glasgow is er niet veel veranderd, zo moet Heleen van Soest, wetenschappelijk onderzoeker internationaal klimaatbeleid bij het Planbureau voor de Leefomgeving en mede-auteur van de hierboven aangehaalde studie, concluderen. “We zien nog steeds twee gaten. Aan de ene kant heb je het implementatiegat: het gat tussen wat landen hebben beloofd en wat ze doen. En aan de andere kant het ambitiegat. Dat is het gat tussen de beloftes die landen hebben gedaan en wat er werkelijk moet gebeuren om de klimaatdoelen te halen.” Toch is er ook wel een beetje goed nieuws. “In aanloop naar de top hebben veel landen nieuwe klimaatplannen gepresenteerd en die zijn veelal ambitieuzer. Hierdoor wordt het ambitiegat – weliswaar heel beperkt – kleiner.” Maar dat is zeker nog geen reden om de vlag uit te hangen; de huidige beloftes zijn lang niet voldoende om het klimaatdoel van 1,5 graad te halen. Daarvoor moet eigenlijk namelijk nog eens 28 gigaton aan CO2-equivalenten van de jaarlijkse uitstoot worden afgeschaafd.
In Glasgow zullen het ambitie- en implementatiegat verder gedicht moeten worden. “Er moeten ambitieuzere klimaatdoelen gesteld worden voor 2030,” vertelt Van Soest. “En daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk (dat de top samen met Italië organiseert, red.) ook opgeroepen om tot afspraken te komen die ertoe leiden dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 netto nul is.”
Losse eindjes aan elkaar knopen
Maar er is nog meer werk aan de winkel. Zo zijn er na eerdere klimaattoppen nog behoorlijk wat losse eindjes die hoognodig aan elkaar geknoopt moeten worden. Neem bijvoorbeeld het Paris Rulebook dat voorschrijft hoe landen samen naar de klimaatdoelen toe moeten werken. Landen zijn het er over eens dat dit boekwerk met regels en richtlijnen er moet komen. En over sommige van die regels en richtlijnen is ook al overeenstemming bereikt, maar over andere hoofdstukken moet nog onderhandeld worden. “Zo is men bijvoorbeeld overeengekomen dat landen hun nationale klimaatdoelen elke vijf jaar moeten herzien en opnieuw indienen. Maar er is nog geen afspraak over de tijdstappen in die doelen: moeten landen zich in 2030 een klimaatdoel stellen voor 2035 of direct voor 2040?” Een ander punt van aandacht is de klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. “Rijke landen hebben beloofd elk jaar 100 miljard dollar vrij te maken om ontwikkelingslanden te helpen met mitigatiemaatregelen en klimaatadaptatie.” Maar ook die belofte maken landen tot op heden niet waar en daar moet in Glasgow eveneens over gesproken worden.
Niet genoeg
Het is een cruciale klimaattop, zo stelt Van Soest. “Even buiten corona gerekend is dit dé top die vijf jaar na Parijs plaatsvindt.” En in Glasgow zal de conclusie getrokken worden dat we vijf jaar na Parijs niet staan waar we hadden willen zijn. “Je ziet dat steeds meer landen op weg zijn om de klimaatdoelen te halen. Er komt meer klimaatbeleid en landen gaan meer sectoren reguleren. Maar als je het allemaal bij elkaar optelt, is het gewoon nog niet voldoende.”
Daar kunnen de regeringsleiders en beleidsmakers die zich in Glasgow verzamelen, niets meer aan veranderen. Maar ze kunnen nu wél bepalen waar we over vijf jaar staan. “Het zou mooi zijn als alle landen bijgewerkte en het liefst veel ambitieuzere toezeggingen indienen,” vindt Van Soest. “En het zou ook goed zijn als landen die dat nog niet hebben gedaan de ambitie uitspreken om naar netto nul emissies toe te werken en zo direct concrete plannen voor de lange termijn te maken.” Maar het echte werk wordt uiteindelijk niet in Glasgow verzet. “Het belangrijkste is natuurlijk dat de doelen en ambities ook werkelijkheid worden. En de implementatie daarvan gebeurt thuis.”
Haalbaar
Of de politici hun beloftes en toezeggingen eenmaal thuis weer uit hun koffer halen om er vervolgens ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan, blijft natuurlijk afwachten. Maar Van Soest is voorzichtig optimistisch. “Ik denk dat men sinds Parijs wel doordrongen is van de urgentie van het klimaatprobleem. En ik zie ook veel goede ontwikkelingen: landen die hun klimaatdoelen halen, grote steden die streven naar netto nul emissies en technologische ontwikkelingen – op het gebied van zonnepanelen, accu’s en elektrisch rijden bijvoorbeeld – die veel sneller gaan dan voor mogelijk werd gehouden.” Tegelijkertijd moeten we ook realistisch zijn. “Die 1,5 graad wordt heel ingewikkeld. Daarvoor moet in korte tijd wel heel veel gebeuren.” Maar de 2 graden is zeker nog binnen bereik. “Als je nu alles wat landen voor 2050 beloven bij elkaar optelt en ervan uitgaat dat ze dat ook tot uitvoering gaan brengen, dan gaan we een eind richting die 2 graden Celsius.”
Van onderaf
Dat alle ogen komende week op de cruciale klimaattop in Glasgow gericht zijn, is niet meer dan logisch. Er wordt veel van de politiek verwacht. Maar wie denkt dat het klimaat alleen van bovenaf gered kan worden, heeft het mis. Ook van onderaf wordt er in toenemende mate druk gezet door burgers en natuur- en milieuorganisaties die zich steeds zichtbaarder met de klimaatcrisis bemoeien; ze gaan de straat op om te demonstreren tegen vervuilers of de pensioenfondsen die daar in beleggen. Of ze slepen die vervuilers of zelfs de complete overheid voor de rechter. “Het hangt gelukkig niet alleen van de klimaattoppen af,” concludeert Van Soest. “Het is ook heel hard nodig om als burger van je te laten horen en als consument je steentje bij te dragen. Zo laat je namelijk aan de politiek zien dat er draagkracht is voor klimaatbeleid. Bovendien is de klimaatcrisis zo’n groot probleem dat actie op alle fronten noodzakelijk is.”
Komende week ligt het front tijdelijk in Glasgow en zullen politici moeten laten zien wat hun beloftes waard zijn. “Aan doelen geen gebrek,” stelt Van Soest. “Maar nu moet duidelijk worden hoe we die ook gaan halen.”