Ook onder hommels zijn ‘juffen’ en ‘meesters’ te vinden en dat blijken ook nog eens echte trendsetters te zijn!

Nieuw onderzoek onthult dat hommels van elkaar kunnen leren en daarbij een groot zwak hebben voor de methode die hun ‘juf’ of ‘meester’ hanteert.

Tot die conclusie komen Britse onderzoekers in het blad PLOS Biology nadat ze een puzzel ontwikkelden voor hommels. De puzzel bestond uit een rond bakje waarin op één plek een suikeroplossing lag. De hommels konden daar niet bij; op het bakje zat namelijk een dekseltje. Maar in dat dekseltje zaten wel twee gaten en door het deksel te roteren, konden die gaten boven de suikeroplossing worden gebracht, zodat de hommel de lekkere suikeroplossing toch kon bereiken. Hommels konden het deksel tegen de richting van de klok of met de klok mee roteren door tegen één van twee gekleurde flapjes te duwen. Tegen welk flapje de hommels duwden, maakte daarbij dus niet uit; in beide gevallen draaide het deksel en kwam de suikeroplossing binnen bereik.

Hommels leren van elkaar
De onderzoekers leerden een aantal hommels om één van beide methoden te gebruiken. Daarna lieten ze elk van deze hommels los in een aparte ruimte waarin naast meerdere van deze puzzels ook meerdere ongetrainde hommels te vinden waren. Ook creëerden de wetenschappers controlegroepen, die volledig uit ongetrainde hommels bestonden en die eveneens werden losgelaten in een ruimte met meerdere van deze puzzeldoosjes. De onderzoekers lieten de hommels een aantal dagen hun gang gaan en keken toe. Al snel bleken de hommels die samen met een getrainde hommel in één ruimte zaten, veel meer puzzeldozen te openen dan de controlegroep. En daarbij gebruikten de ongetrainde hommels in 98 procent(!) van de gevallen de methode die de getrainde hommel in hun midden door de onderzoekers was aangeleerd.

Hier zie je een hommel tegen een blauw flapje duwen om het deksel te roteren en zo toegang te krijgen tot een suikeroplossing. Het groene plaatje op de rug van de hommel is een soort ‘nummerplaat’, door de onderzoekers aangebracht om de hommels uit elkaar te kunnen houden. Afbeelding: Alice Bridges (CC-BY 4.0)

Sterke voorkeur voor de aanpak van de docent
Het is opvallend, zo vertelt onderzoeker Alice Bridges aan Scientias.nl. “We wisten al dat hommels heel goed in staat zijn om van elkaar te leren – zelfs als het dingen betreft die ze in het wild nooit zouden hoeven leren, zoals aan touwtjes trekken of ballen in een doel duwen om een beloning te krijgen. Maar wat onze studie verrassend maakt, is dat de hommels een sterke voorkeur kregen voor één van de twee mogelijke technieken, namelijk de techniek die de getrainde demonstrator gebruikte.” Zelfs nadat hommels de andere techniek gebruikt hadden (en zo nog steeds dezelfde beloning wisten te verkrijgen), hielden ze een voorkeur voor de aanpak die ze van de demonstrator – hun ‘juf’ of ‘meester’ zogezegd – hadden geleerd. “En daar hielden ze door de tijd heen ook echt sterk aan vast. Alsof het een soort lokale gedragstrend was.”

In de controlegroep
Terwijl hommels die met ‘juffen’ en ‘meesters’ in één ruimte zaten, zich de oplossing voor de puzzel snel eigen maakten, ging het in de controlegroep allemaal een stuk moeizamer. “De controlegroepen kregen net zoveel tijd om de puzzel op te lossen, maar we voegden er gaan getrainde demonstrator aan toe,” legt Bridges uit. “Dus zij moesten de oplossing zelf zien te vinden.” De hommels werd wel geleerd dat ze voedsel in de doos konden vinden. “Maar met de gesloten dekseltjes konden ze er niet bij.” Tenzij ze tegen één van de twee flapjes duwden. “Maar ze moesten wel zelf ontdekken dat je tegen die flapjes kon duwen.” En dat viel niet mee, zo blijkt wel uit het feit dat de gemiddelde controlegroep per dag slechts 1 puzzeldoos opende, terwijl de groepen met een demonstrator-hommel er in hetzelfde tijdsbestek gemiddeld 28 wisten open te maken. Toch zijn de prestaties van de controlegroepen welbeschouwd nog steeds indrukwekkend, benadrukt Bridges. “Aangezien het openen van puzzeldozen niet iets is wat hommels van nature moeten kunnen, is het feit dat ze de dozen (zonder enige training of hulp, red.) soms toch open kregen, heel verrassend. Het laat wel zien hoe flexibel hun gedrag kan zijn.”

Klein brein, grootse prestaties
Maar het meest opvallend zijn toch wel de resultaten die geboekt werden in koloniën met een getrainde demonstrator. Daar leerden hommels niet alleen razendsnel hoe de puzzel moest worden opgelost, maar ontwikkelden ze dus ook een sterke voorkeur voor de aanpak die hun juf of meester gebruikte en die aanpak verspreidde zich vervolgens ook door de kolonie. Het kan onze kijk op deze kleine insecten aanzienlijk veranderen. “Veel mensen zijn – onterecht – nog steeds in de veronderstelling dat het leeuwendeel van het gedrag van insecten aangeboren is,” stelt Bridges. “Zelfs als dat gedrag heel complex is, zoals bijvoorbeeld het dansje waarmee de honingbijen communiceren. Maar steeds meer studies tonen aan dat insecten – net zoals onze hommels – heel goed in staat zijn om nieuw gedrag te leren. Zowel door het op individueel niveau met vallen en opstaan te proberen als door het van anderen te leren.” En dat is indrukwekkend, zeker als je bedenkt dat deze insecten maar een heel klein brein bezitten. “Of deze prestaties vereisen niet zoveel hersenkracht als we oorspronkelijk dachten of hun hersenen zijn bijzonder efficiënt als het gaat om het leren van nieuwe dingen.”

Eerdere studies
Het onderzoek van Bridges en collega’s staat niet helemaal op zichzelf. Eerder werden vergelijkbare experimenten ook al uitgevoerd onder primaten (zoals de chimpansee en vervet) en koolmezen. “De resultaten van die studies – die in veel opzichten vergelijkbaar waren met onze resultaten – werden gebruikt om te suggereren dat deze soorten in staat waren om, net als mensen, een ‘cultuur’ te hebben. Oorspronkelijk werd gedacht dat cultuur een typisch menselijke eigenschap was, maar nu weten we dat verschillende andere dieren een cultuur hebben. Van hommels is niet bekend dat ze in het wild cultuur-achtige kenmerken vertonen. Maar wanneer ze de kans krijgen, lijken onze hommels die toch te kunnen laten zien. En dat roept een hoop vragen op. Bijvoorbeeld of elk van de geweldige en ingewikkelde gedragingen waar sociale insecten bekend om zijn – in ieder geval deels of oorspronkelijk – cultureel overgedragen zijn.”

Het is een vraag voor vervolgonderzoek. In afwachting daarvan wijst de studie van Bridges en collega’s alvast uit dat we hommels – en daarmee ook andere sociale insecten – in ieder geval niet moeten onderschatten, zo benadrukt onderzoeker Lars Chittka. “Het feit dat hommels kunnen leren door te kijken en van dat geleerde vervolgens ook een gewoonte kunnen maken, is nieuw bewijs dat ze veel slimmere wezens zijn dan veel mensen denken. We zijn geneigd de ‘buitenaardse beschavingen’ zoals die door bijen, mieren en wespen op onze planeet gevormd worden, over het hoofd te zien, omdat deze wezens zo klein zijn en hun samenlevingen en architectonische constructies op het eerste gezicht door instinct tot stand lijken te komen. Ons onderzoek onthult echter dat nieuwe innovaties zich als memes op social media door insectenkoloniën kunnen verspreiden. En dat hint er weer op dat ze veel sneller op uitdagingen in hun omgeving kunnen reageren dan door evolutionaire veranderingen – die meerdere generaties nodig hebben om zich te manifesteren – alleen het geval is.”

Bronmateriaal

"Bumblebees learn new “trends” in their behavior by watching and learning" - Queen Mary University (via Eurekalert)
Interview met Alice Bridges
Afbeelding bovenaan dit artikel: Diego Perez-Lopez, PLOS (CC-BY 4.0)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd