Voorheen dacht men dat dieren slechts in uitzonderlijke gevallen alcohol consumeerden, maar dat idee is inmiddels van de baan.
Er bestaan veel verhalen over wilde dieren die zich ‘dronken’ gedragen na het eten van gefermenteerd fruit. Toch dacht men lang dat dieren maar zelden en per ongeluk ethanol binnenkregen. Ecologen trekken dit nu in twijfel. Zij stellen dat ethanol van nature in bijna elk ecosysteem voorkomt en waarschijnlijk regelmatig wordt geconsumeerd door de meeste dieren die fruit en nectar eten.
Dronken dieren
Het is altijd weer een grappig gezicht: wilde dieren die zich na het eten van rottend fruit merkwaardig beginnen te gedragen. Zo was er eens een eland in Zweden die vast kwam te zitten in een boom nadat hij zich te goed had gedaan aan teveel rotte appels. En wat dacht je van de schattig ogende vervet-aapjes wiens liefde voor suiker – en mogelijk alcohol – hen ertoe aanzet om drankjes van toeristen te stelen. Ondanks de populariteit van deze verhalen worden ‘dronken dieren’ toch vaak door wetenschappers afgedaan als mythen. Maar mogelijk dus onterecht, zo stellen ze in een nieuwe studie, gepubliceerd in Trends in Ecology & Evolution.
Ethanolconsumptie
“Anekdotisch zijn er veel verhalen over verschillende dieren die ethanol consumeren, zoals elanden, olifanten en bavianen”, vertelt onderzoeker Anna Bowland in een interview met Scientias.nl. “In gecontroleerde omgevingen lijken veel dieren er ook geen bezwaar tegen te hebben. Onze kennis over de inname van ethanol door dieren in het wild is echter beperkt. We weten dat wilde chimpansees geen afkeer hebben van gefermenteerde palmwijn, en het lijkt erop dat slingerapen ook gefermenteerd fruit eten. Het aantal dieren dat van nature ethanol consumeert is nog steeds grotendeels onbekend, maar waarschijnlijk groter dan we eerder dachten.”
Overal in de natuur
Ongeveer 100 miljoen jaar geleden begon ethanol veelvuldig voor te komen, toen bloeiende planten suikerrijke nectar en vruchten gingen produceren die door gist konden fermenteren. Tegenwoordig vinden we deze vloeistof bijna overal in de natuur. De concentraties zijn meestal hoger en de productie vindt het hele jaar door plaats in vochtige, tropische gebieden op lagere breedtegraden, in tegenstelling tot gematigde streken. Meestal bevat natuurlijk gefermenteerd fruit slechts 1 tot 2 procent alcohol per volume, maar in overrijpe palmvruchten in Panama zijn concentraties tot wel 10,2 procent gevonden.
Zeldzaam… of niet?
Het feit dat ethanol zo algemeen aanwezig is, maakt het ook niet zo verrassend dat alcoholconsumptie bij dieren misschien helemaal niet zo zeldzaam is. “Gisten zijn overal in de natuur te vinden, en suikerrijke voedingsmiddelen zoals fruit, sappen en nectars kunnen van nature fermenteren”, verklaart Bowland. “Dieren die deze voedingsmiddelen eten, zullen waarschijnlijk op de een of andere manier ethanol binnenkrijgen.”
Genen
Dieren hadden al genen die in staat waren om ethanol af te breken voordat gisten het gingen produceren. Er is echter bewijs dat de evolutie dit vermogen heeft verbeterd voor zoogdieren en vogels die fruit en nectar consumeren. Vooral primaten en boomspitsmuizen hebben zich aangepast om het efficiënt te metaboliseren.
Reden
Waarom dieren ethanol consumeren? “Er zijn verschillende redenen”, begint Bowland. “De eerste en meest voor de hand liggende reden is dat dieren die fruit, sap en nectar eten onvermijdelijk aan een bepaalde hoeveelheid ethanol worden blootgesteld, of ze nu specifiek op ethanol gericht zijn of niet.” Daarnaast wordt gedacht dat het medicinale voordelen heeft. Fruitvliegjes leggen hun eieren bijvoorbeeld opzettelijk in stoffen die ethanol bevatten, omdat dit hun eieren beschermt tegen parasieten. Bovendien nemen fruitvlieglarven meer ethanol op wanneer ze worden geparasiteerd door wespen. “Bovendien kan het ook een bron van calorieën zijn”, vervolgt Bowland. “Ten slotte wordt de inname ervan vaak geassocieerd met een gevoel van ontspanning, wat kan bijdragen aan de consumptie ervan; dit is zeker een reden die vaak wordt genoemd bij mensen.”
Bewust
De vraag is echter of dieren ethanol opzettelijk consumeren. “Dat is lastig te bepalen”, zegt Bowland desgevraagd. “Als ze er zelden mee in contact komen of het in zeer lage concentraties tegenkomen, is de kans klein dat ze in staat zijn om het te herkennen. Daardoor zullen ze het waarschijnlijk niet bewust innemen, maar eerder per ongeluk of incidenteel. In sommige gevallen lijkt het erop dat dieren ethanol in hoeveelheden innemen die ze waarschijnlijk kunnen waarnemen, maar ook hier is meer onderzoek nodig om te begrijpen of ze er een voorkeur voor hebben.”
Kortom, er zijn nog veel vragen over wat ethanolconsumptie betekent voor wilde dieren. In hun toekomstige onderzoek wil het team de gedrags- en sociale effecten bij primaten bestuderen en zich meer verdiepen in de enzymen die een rol spelen bij de afbraak van alcohol. “Ons artikel laat zien dat het gebruik en de consumptie van ethanol niet alleen voor mensen of een paar specifieke soorten zijn”, concludeert Bowland. “Dit moedigt ons aan om na te denken over de ecologische en evolutionaire rol van alcohol in de natuur.”