Contactlenzen: sommige mensen kunnen niet zonder. Maar ze blijken wel bij te dragen aan het groeiende probleem van plasticvervuiling.
Miljoenen mensen over de hele wereld dragen contactlenzen. En hoewel je er misschien nog nooit bij hebt stilgestaan, zijn lenzen – ook de herbruikbare – vervaardigd van plastic. In een nieuwe studie hebben onderzoekers bestudeerd in hoeverre contactlenzen na intensief gebruik afbreken – en zo voor microplastics zorgen. En het lijkt erop dat ook de hoeveelheid microplastics die lenzen afgeven, niet onderschat mag worden.
Studie
De onderzoekers verzamelden zes soorten contactlenzen van verschillende merken en met verschillende levensduur. Vervolgens probeerden ze een normale ‘levenscyclus’ van slijtage en verzorging na te bootsen. Om dit zo realistisch mogelijk te simuleren, werden de lenzen in water bewaard, onder een lamp gelegd die dienst deed als zon en werden ze drie keer per tien uur met water afgespoeld. Nadat ze lang genoeg onder de lamp hadden gelegen (equivalent aan 30 tot 90 dagen zonlicht), werd het water waarin elke lens was bewaard, geanalyseerd.
Nieuwe meetmethode
Om het aantal microplastics te bepalen, ontwikkelde het team een geautomatiseerde meetmethode. En dat is vrij nieuw. Normaal gesproken filteren wetenschappers plasticdeeltjes uit grote hoeveelheden bemonsterd water. Vervolgens gebruiken ze een microscoop en tellen handmatig de plasticdeeltjes; een tijdrovende klus die bovendien niet zo efficiënt is. En dus besloten de onderzoekers uit de nieuwe studie een geautomatiseerde methode te ontwikkelen, waarbij er snel en effectief microplastics in kleine monsters, zoals contactlenzen, gedetecteerd en geteld kan worden.
Beelden
Hoe? Het team ontwierp een geavanceerd systeem dat microscopische beelden van monsters neemt, in dit geval het water waarin elke lens was bewaard. Vervolgens werden de beelden verwerkt en werden de aanwezige microplastics gekwantificeerd. En dat werkte bijzonder doeltreffend. Zo ontdekte het team dat hun analyse een stuk sneller en nauwkeuriger was dan wanneer de monsters handmatig werden geanalyseerd.
Microplastics
De hoeveelheid microplastics die contactlenzen afgeven, zal je wellicht verbazen. Zo schatten de onderzoekers dat lenzen wel meer dan 90.000 microplastics per jaar kunnen afstoten wanneer ze tien uur per dag worden gedragen. En dat heeft voornamelijk te maken met de blootstelling aan licht. Bij afwezigheid van gesimuleerd zonlicht werden er namelijk geen microplastics gedetecteerd. De onderzoekers zagen echter toenemende hoeveelheden wanneer de contactlenzen werden blootgesteld aan het equivalent van 90 dagen zonlicht. Lenzen met een kortere levensduur gaven de grootste hoeveelheid microplastics af.
Dat microplastics mede door de hulp van zonlicht ontstaan, is al langer bekend. Microplastics zijn kleine (vaak microscopische) stukjes plastic, die niet groter zijn dan 5 millimeter. Ze ontstaan doordat ze opzettelijk in die maat worden geproduceerd, of wanneer grotere stukken plastic afgebroken worden in steeds kleinere stukjes. Dit gebeurt door UV-stralen van de zon, maar ook door golven die ervoor zorgen dat het plastic-afval slijpt tegen stenen, tegen de zeebodem of tegen ander vuil.
Het betekent dat contactlenzen die onvermijdelijk aan zonlicht worden blootgesteld, in de loop van de tijd dus kleine stukjes plastic afwerpen. Ogen komen op deze manier dus direct met microplastics in aanraking. In hoeverre dit gevolgen heeft voor de gezondheid is momenteel nog onduidelijk.
Impact van microplastics op onze gezondheid
Op dit moment weten we überhaupt nog niet precies wat de gevolgen zijn van de blootstelling aan microplastics voor onze gezondheid. Maar de bezorgdheid over dat micro- en nanoplastics de menselijke gezondheid kunnen aantasten, blijft maar toenemen. Ondertussen is aangetoond dat microplastics in onze eigen bloedsomloop zitten – en zelfs doordringen tot de diepste delen van onze longen. Het is daarnaast bekend dat micro- en nanoplastics invloed hebben op het gedrag, de groei en de vruchtbaarheid van organismen. Laboratoriumonderzoeken met proefdieren hebben bovendien al uitgewezen dat kleine plastic fragmenten in het spijsverteringskanaal kunnen belanden, via het bloed door het lichaam getransporteerd kunnen worden en zich uiteindelijk in organen kunnen ophopen. Daar kunnen ze ontstekingen en verwondingen en dus littekens veroorzaken. En die kleine, door littekens getekende gebieden kunnen door de tijd heen in aantal toenemen. Ook hebben verschillende studies naar dieren aangetoond dat microplastics de stofwisseling en het darmstelsel kunnen verstoren. Bovendien toonde een onlangs gepubliceerde studie aan dat nanoplastics de ontwikkeling van vitale organen bij kippen dwarsbomen.
Hoewel wetenschappers dus nog altijd worstelen om de gezondheids- en milieueffecten van microplastics te begrijpen, is het belangrijk om in ieder geval te weten te komen waar en hoe ze verschijnen. De studie is een stap in die richting en laat zien dat zelfs contactlenzen voor plasticvervuiling zorgen. Wat betreft de gevolgen voor de gezondheid: het team bepleit dat er dringend meer onderzoek op dit gebied nodig is.