Oogsten kelderen door opwarming van de aarde: “Is alsof iedereen ontbijt moet overslaan”

Klimaatverandering is veel meer dan zomaar een paar graden opwarming. Het bedreigt de voedselzekerheid wereldwijd, zelfs als boeren zich proberen aan te passen.

Dat blijkt uit een grote studie die in Nature is gepubliceerd. Waar sommige onderzoeken nog stelden dat opwarming de wereldwijde voedselproductie zou kunnen verhogen, tonen de nieuwe resultaten aan dat het tegenovergestelde waarschijnlijker is: per graad opwarming daalt de voedselproductie gemiddeld met 120 kilocalorieën per persoon per dag. Dat komt neer op 4,4 procent van de huidige dagelijkse consumptie.

Het ontbijt overslaan
“Als de wereldwijde voedselproductie daalt, worden consumenten getroffen omdat de prijzen stijgen en het moeilijker wordt om voedsel te kopen en onze gezinnen te voeden”, zegt onderzoeker Solomon Hsiang van de Stanford Doerr School of Sustainability. “Als het klimaat met 3 graden opwarmt, is dat in feite alsof iedereen op aarde het ontbijt overslaat.”

Dat is een harde klap voor een wereld waarin nu al meer dan 800 miljoen mensen soms een dag of langer zonder voedsel zitten. Vooral de Verenigde Staten worden volgens het onderzoek zwaar getroffen. “Plaatsen in het Midwesten die nu ideaal zijn voor de teelt van maïs en sojabonen worden in de toekomst zwaar geraakt”, zegt hoofdauteur Andrew Hultgren, universitair docent landbouw- en consumenteneconomie aan de University of Illinois Urbana-Champaign. “Je kunt je afvragen of de Corn Belt in de toekomst nog wel de Corn Belt zal zijn.”

Rusland en China grote winnaars
“Dit is eigenlijk alsof we onze landbouwwinsten naar het buitenland sturen. We bieden voordelen aan producenten in Canada, Rusland en China. Dat zijn de winnaars en wij in de VS zijn de verliezers”, doet Hsiang er nog een schepje bovenop. “Hoe langer we wachten met het terugdringen van de CO2-uitstoot, hoe meer geld we verliezen.”

De studie is het resultaat van acht jaar werk door meer dan een dozijn wetenschappers. De onderzoekers baseerden hun analyse op waarnemingen uit meer dan 12.000 regio’s in 55 landen. Ze onderzochten de opbrengsten en aanpassingskosten van zes belangrijke gewassen: tarwe, maïs, rijst, sojabonen, gerst en cassave. Samen leveren deze gewassen twee derde van de calorie-inname van de mensheid.

Alle opwarming is te veel
Eerdere modellen gingen vaak uit van ofwel perfecte aanpassing door boeren of helemaal geen adaptatie. Dit is de eerste studie die systematisch meet hoe boeren zich werkelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden. Ze schakelen bijvoorbeeld over op andere variëteiten van gewassen, verschuiven zaaidata of passen hun bemesting aan. Deze aanpassingen kunnen ongeveer een derde van de klimaatgerelateerde verliezen tegen 2100 compenseren. De rest van de schade blijft bestaan. “Elke mate van opwarming leidt tot verlies van wereldwijde landbouwproductie, zelfs als je aanpassingen meerekent”, aldus Hultgren.

De grootste verliezen doen zich opmerkelijk genoeg voor aan de uitersten van het landbouwspectrum: moderne graanschuren met ideale groeiomstandigheden en kleinschalige gemeenschappen die leven van cassave-oogsten. In 2100 kunnen de opbrengsten van basisgewassen gemiddeld met 41 procent dalen in de rijkste regio’s en met 28 procent in de armste.

Verwachte verandering in gewasopbrengsten aan het einde van de eeuw als de uitstoot hoog blijft, rekening houdend met aanpassing aan het klimaat en stijgende inkomens. Bron: Hultgren et al.

Rijst is de grote uitzondering
Een opvallende uitzondering is rijst. Volgens de modellen is er 50 procent kans dat de rijstopbrengst juist stijgt in een warmer klimaat, omdat het gewas profiteert van warmere nachten. Voor de andere gewassen schatten de onderzoekers dat de kans op dalende opbrengsten tegen het einde van de eeuw tussen de 70 en 90 procent ligt.

Maar nu al ervaren veel boeren problemen. Bij 1,5 graden opwarming hebben ze al last van langere droge periodes, ongebruikelijke hittegolven en grillig weer die de opbrengsten schaden, ondanks betere bemesting of irrigatie.

Dat wordt dus nog veel erger volgens de scenario’s van de onderzoekers, die inschatten hoe de oogsten zijn tot 2100. Als de CO2-uitstoot snel daalt tot netto nul, zakt de wereldwijde opbrengst met 11 procent. Als emissies onverminderd doorgaan, kan de daling oplopen tot 24 procent. Zelfs als de uitstoot de komende decennia daalt, schatten ze dat de opbrengsten in 2050 al met 8 procent dalen. “Als we die langetermijnschade negeren, kennen we er feitelijk een economische waarde van nul aan toe en dat is duidelijk onjuist”, zegt Hultgren.

Samenwerking met VN
De onderzoekers werken nu samen met onder andere het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties om beleidsmakers te helpen met gerichte investeringen in aanpassing. Ze ontwikkelen systemen om kwetsbare gemeenschappen in kaart te brengen en gericht te ondersteunen. “We proberen ervoor te zorgen dat dit niet ons toekomstbeeld wordt, zelfs als we het op het gebied van emissies niet op orde krijgen”, aldus Hsiang.

Een gunstig klimaat, voegt hij toe, is van essentieel belang voor blijvend vruchtbaar land. “Boeren weten hoe ze de bodem moeten onderhouden, investeren in infrastructuur, de schuur repareren”, zegt Hsiang. “Maar als het klimaat almaar verder opwarmt, is de rest verspilde moeite. Het land dat je aan je kinderen nalaat, zal ergens goed voor zijn, maar niet voor landbouw.”

Bronmateriaal

"Impacts of climate change on global agriculture accounting for adaptation" - Nature
Afbeelding bovenaan dit artikel: Tom Fisk / Pexels

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd