Onderzoek wijst uit dat de grootte van onze pupillen mede afhankelijk is van het aantal objecten dat we voor ons zien.
Het is misschien wel één van de bekendste automatische reacties die ons lichaam dagelijks vertoont: de lichtreflex van onze pupillen. Wanneer we ons in een zee van licht bevinden, worden de pupillen kleiner. En wanneer het donker wordt, worden de pupillen groter. Een nieuw onderzoek onthult nu echter dat onze pupillen veel meer zijn dan lichtdetectoren; ze kunnen ook ’tellen’. Experimenten wijzen namelijk uit dat pupillen reageren op de hoeveelheid objecten binnen ons gezichtsveld.
Experimenten
Wetenschappers verzamelden een aantal volwassen proefpersonen en lieten ze afbeeldingen zien waarop een groot aantal stippen pronkten. Op sommige van deze afbeeldingen waren twee stippen telkens met een lijn met elkaar verbonden, waardoor het leek alsof deze veel minder stippen herbergden (in werkelijkheid week het aantal stippen echter niet af). De proefpersonen werd gevraagd om passief naar de afbeeldingen te kijken en besteedden geen speciale aandacht aan het aantal objecten op de afbeeldingen.
Resultaten
Het experiment wijst uit dat de pupillen van de proefpersonen reageerden op de waargenomen hoeveelheid stippen. Zo waren hun pupillen het grootst als het aantal stippen het grootst leek en het kleinst wanneer het aantal stippen het kleinst leek. Het onderzoek toont aan dat het mechanisme dat we gebruiken om spontaan grip te krijgen op de hoeveelheid objecten of mensen in ons gezichtsveld, in onze pupillen te vinden is, zo stellen de onderzoekers.
Belangrijke vaardigheid
“Wanneer we om ons heen kijken, nemen we spontaan de vorm, grootte, beweging en kleur van een scène in ons op,” aldus onderzoeker David Burr. “Net zo spontaan nemen we het aantal objecten voor ons waar. Die vaardigheid – die we met de meeste andere dieren delen – is evolutionair gezien heel belangrijk: deze onthult onmiddellijk belangrijke kwantiteiten, zoals hoeveel appels er in een boom hangen of hoeveel vijanden ons aanvallen.” En juist omdat die spontane perceptie van aantallen of hoeveelheden zo belangrijk is, vroegen onderzoekers zich af of deze misschien tot uiting zou kunnen komen in een primitieve, automatische fysiologische respons. Het leidde ze naar onze pupillen, waarvan reeds bekend was dat ze automatisch reageren op licht. En ze blijken dus ook te reageren op kwantiteit. “De resultaten laten zien dat numerieke informatie intrinsiek gerelateerd is aan perceptie,” aldus onderzoeker Elisa Castaldi.
Het is een interessante bevinding. Maar dat niet alleen; het onderzoek kan ook heel praktische implicaties hebben. Zo kan de studie het bijvoorbeeld gemakkelijker maken om dyscalculie (een rekenstoornis) al op jonge leeftijd te diagnosticeren. Mensen met dyscalculie hebben namelijk onder meer moeite met het inschatten van hoeveelheden. “Het is heel simpel: je laat mensen naar een scherm (waarop uiteenlopende hoeveelheden stippen of andere objecten worden geprojecteerd, red.) kijken en meet hun pupilreactie,” aldus Castaldi. Als die reactie uitblijft, kan dat vervolgens wijzen op dyscalculie.