Het zit de mens niet mee, evolutionair gezien. We kampen met een door onszelf veroorzaakte klimaatcrisis, maar onze evolutie houdt ons tegen om die op te lossen. Het is dus eigenlijk best knap dat we toch nog zo ver komen.
Het probleem is dat we al vele duizenden jaren proberen om de natuur zo goed mogelijk te benutten: we bedachten pijl en boog om te jagen, een ploeg om het land te bewerken. En zo pasten we ons aan de omgeving aan om uiteindelijk de Aarde te gaan domineren. Evolutionair gezien is het dus heel tegennatuurlijk om de natuur níét te gebruiken, maar juist te sparen.
Leren vissen
Onderzoekers van de University of Maine onderzochten hoe deze zogenoemde culturele adaptatie aan de omgeving impact heeft op het oplossen van de huidige klimaatcrisis. En ze ontdekten een aantal interessante patronen. In de afgelopen 100.000 jaar hebben groepen mensen steeds meer verschillende hulpbronnen op een steeds grotere schaal steeds intensiever gebruikt. Dat had ook een steeds grotere impact op het milieu. Deze groepen verspreidden zich weer naar nieuwe plekken met nieuwe hulpbronnen, waar ze hetzelfde trucje herhaalden.
De mens kon zich zo makkelijk over de Aarde verspreiden, juist omdat hij zich zo goed wist aan te passen aan de omgeving. Dit leidde tot een opeenstapeling van handigheidjes om te overleven. Denk aan technologie om de hulpbronnen in de omgeving te benutten, zoals landbouw- en vismethodes, irrigatiesystemen en energievoorzieningen, maar ook sociale verbanden om de boel te managen.
Langzaam uitgeput
“De menselijke evolutie wordt vooral gedreven door culturele verandering, die veel sneller gaat dan de genetische evolutie. Die grote snelheid van adaptatie heeft het voor mensen mogelijk gemaakt om al het bewoonbare land wereldwijd te koloniseren”, legt onderzoeker Tim Waring uit. En dit proces blijft versnellen: omdat de groepen steeds groter worden, leren ze sneller om zich aan te passen, wat weer meer hulpbronnen oplevert en snellere groei mogelijk maakt.
“Honderdduizend jaar lang was dit goed nieuws voor onze soort”, aldus Waring. “Maar deze uitbreiding was afhankelijk van grote hoeveelheden beschikbare hulpbronnen en ruimte.”
En nu zitten we met de gebakken peren: we hebben de grenzen van de aarde bereikt. We zijn eigenlijk het slachtoffer van onze eigen slimmigheid, die ertoe heeft geleid dat we bijvoorbeeld op grote schaal fossiele brandstoffen gebruiken, die nu voor zoveel ellende zorgen.
Uitstelneigingen
Nu is de vraag: hoe verder? Wat betekent dit voor ons vermogen om de huidige crisis op te lossen? Daarvoor keken de onderzoekers naar wanneer en hoe duurzame menselijke aanpassingen ontstonden in het verleden en ze ontdekten eigenlijk twee algemene patronen. Ten eerste: er werden alleen stappen gezet als mensen het zwaar hadden en het niet lukte om hun hulpbronnen in stand te houden. We gingen bijvoorbeeld cfk’s pas afschaffen toen we erachter kwamen dat zure regen onze wateren vervuilde. Deze actie op het allerlaatste moment is een groot probleem in de huidige klimaatcrisis, omdat we nu al met een oplossing moeten komen voor het echt misgaat.
Het tweede punt is dat de bescherming van het milieu vooral plaats vindt binnen samenlevingen en niet overkoepelend. Een voorbeeld is het schoonhouden van regionale wateren. Daarvoor is regionale samenwerking en infrastructuur vereist. Die ontstaan door regionale culturele evolutie. Dat is lastig als je een wereldwijd probleem wilt oplossen.
We hebben een goed functionerend sociaal systeem voor de hele planeet nodig en dat is er niet. “Eén probleem is dat we geen gecoördineerde wereldwijde samenleving hebben die maatregelen kan nemen”, zegt Waring. “We hebben alleen kleinere groepen mensen en dat is waarschijnlijk niet genoeg. Maar er kunnen akkoorden worden gesloten (zoals het Klimaatakkoord van Parijs, red.) om deze gezamenlijke uitdagingen aan te pakken dus dit is eigenlijk nog het makkelijke probleem.”
Concurrentie om hulpbronnen
Het andere probleem is volgens Waring veel groter. Culturele evolutie binnen verschillende groepen levert alleen voordelen op voor landen en bedrijven zelf en niet voor het gezamenlijk doel, waardoor de actie voor gedeelde prioriteiten wordt uitgesteld. De culturele evolutie tussen groepen zal de concurrentie om hulpbronnen alleen maar verergeren en kan leiden tot conflicten tussen groepen.
“Dat betekent dat wereldwijde problemen, zoals klimaatverandering, veel moeilijker zijn op te lossen dan eerder gedacht”, vertelt Waring. “Het is niet alleen het moeilijkste dat onze soort ooit heeft gedaan, maar het is ook nog zo dat de belangrijkste kenmerken van de menselijke evolutie tegen ons werken. Om de wereldwijde klimaatcrisis aan te pakken moeten we tegen de stroom in zwemmen.”
Meer samenwerking
Waring en zijn collega’s zijn de eersten, die stellen dat de menselijke evolutie indruist tegen ons vermogen om globale problemen aan te pakken. Meer onderzoek is dan ook nodig om bijvoorbeeld vast te stellen hoe ernstig dit is, maar als het klopt wat ze beweren – en daar lijkt het wel op – dan moet deze kennis worden gebruikt om onze reactie op de klimaatcrisis te verbeteren door bijvoorbeeld wereldwijde samenwerkingsverbanden of besturen op te richten.
“Er is natuurlijk de hoop dat mensen klimaatverandering kunnen stoppen. We hebben eerder gezamenlijk bestuur gehad, maar dat kregen we niet zo snel voor elkaar en ook niet op wereldwijde schaal”, klinkt het. Toch is het ook niet zo dat we niets bereikt hebben. Het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 dat opriep om de opwarming onder de 2 graden, maar liefst onder de 1,5 graad te houden, heeft veel overheden aangezet tot actie. Ook het Montreal Protocol om de ozonlaag te beschermen en het verbod op commerciële walvisjacht zijn voorbeelden van internationale samenwerking op het gebied van milieu.
Nieuwe wegen
Maar dat is allemaal niet op wereldwijde schaal. “Onze studie legt uit waarom en hoe het zoveel moeilijker is om een wereldwijd bestuur op te bouwen en helpt onderzoekers en beleidsmakers om helderder te kijken naar hoe we tot globale oplossingen kunnen komen”, legt Waring uit.
Hij spreekt van een nieuw beleidsmechanisme om de klimaatcrisis aan te pakken: we moeten het proces van adaptieve verandering aanpassen tussen landen en grote bedrijven. Met andere woorden: we moeten niet concurreren maar samenwerken. “We hebben verder geen oplossingen voor dit idee van een evolutionaire val op de lange termijn, aangezien we het probleem nauwelijks begrijpen. Maar als onze conclusies zelfs maar half kloppen, moeten we er heel snel meer onderzoek naar gaan doen”, besluit Waring.