Wist je dat ons zonnestelsel op dit moment in een lege bel in de Melkweg zweeft? Deze bel breidt zich nog steeds uit en veegt gas en stof naar de rand. Hier ontstaan veel jonge sterren.
De Lokale Bel is een holte in de Orionarm van de Melkweg, waar ook ons zonnestelsel zich al vijf tot tien miljoen jaar in bevindt. De bel is ongeveer duizend lichtjaar groot en heeft een waterstofdichtheid van 0,05 atomen per kubieke centimeter. Hiermee is de Lokale Bel ongeveer 10 keer leger dan andere gebieden in de Melkweg, waar de dichtheid 0,5 waterstofatomen per kubieke centimeter is. Astronomen vermoeden dat er tien tot twintig miljoen jaar geleden een supernova-explosie heeft plaatsgevonden, waardoor de lege bel is ontstaan.
De supernova-explosie heeft veel moois gebracht. Op de rand van de bel zijn namelijk veel stervormingsgebieden te vinden, zoals je kunt zien op de illustratie hieronder. Eén van die stervormingsgebieden is het Kameleon-complex. Dit complex bestaat uit diverse gas- en stofwolken met daarin jonge sterren of sterren-in-wording. Kameleon I is het grootste gebied en bestaat uit 200 tot 300 sterren.
Ruimtefoto’s van de week
Het gebied Kameleon 1 is al vaak gefotografeerd door (amateur-)astronomen. Normaal kiezen we altijd maar één ruimtefoto van de week, maar vandaag delen we drie prachtige foto’s van dit nabije stervormingsgebied op zo’n 630 lichtjaar van de aarde.
De eerste ruimtefoto is gemaakt door astrofotograaf Stas Volskiy. We zien hier de C-vormige Ced 110 reflectienevel (net iets linksboven het midden) en de blauwe Ced 111 reflectienevel daaronder. In Ced 111 is een oranje V-vormige structuur te zien. Deze vorm is ontstaan door een botsing met materiaal dat afkomstig is van een jonge ster. Het gebied dat je hier ziet heeft in werkelijkheid een doorsnee van ongeveer zeventien lichtjaar. Klik op de foto voor een vergroting.
Op de tweede ruimtefoto van Kameleon I zien we de jonge ster-in-wording HH 909A. Jonge sterren zijn heel hongerig en verzamelen veel materie om zo nucleaire fusie op gang te brengen. Maar voordat dit gebeurt ondergaan protosterren een heftige fase, waarin sterren veel materie de ruimte in slingeren. Dit hete, snelle gas komt in aanraking met koudere gaswolken in de omgeving, waardoor de nevel oplicht. De foto hieronder is gemaakt door de Hubble-ruimtetelescoop.
Op de derde foto – gemaakt met de Near-Infrared Camera (NIRCam) van de James Webb-telscoop – zien we blauwe, koude gaswolken verhit worden door de jonge protoster Ced 110 IRS 4 (linksboven). Er zijn ontelbaar veel achtergrondsterren zichtbaar. Wetenschappers kunnen het spectrum van deze sterren onderzoeken: het sterrenlicht vertelt namelijk of er ijsdeeltjes aanwezig zijn.
Onlangs vonden wetenschappers methanol in Kameleon 1. Dat is een teken dat exoplaneten die gevormd worden in deze nevel in veel opzichten dezelfde chemische ontwikkeling kunnen doormaken als planeten in ons eigen zonnestelsel. Ons zonnestelsel is dus waarschijnlijk helemaal niet uniek. Goed nieuws als het gaat om de zoektocht naar buitenaards leven.