Ongelijke verdeling van rijkdom? Niks aan doen!

Is er zoiets als te veel rijkdom? En zo ja, willen we dan dat de overheid daar iets aan doet? Nederlandse wetenschappers onderzochten deze vragen en kwamen tot verrassende conclusies.

Om maar meteen ter zake te komen, het antwoord op de eerste vraag luidt duidelijk en zelfs bijna unaniem: ja, er is zoiets als te veel rijkdom. We hebben het dan over persoonlijke rijkdom, oftewel hoeveel bezittingen, vermogen of inkomsten een gezin heeft. Uit het onderzoek bleek dat Nederlanders massaal vonden dat er wel degelijk een bovengrens zit aan over hoeveel geld een mens hoeft te beschikken, om een goed en fijn leven te kunnen hebben. Een paar miljoen, is wel het matje, zo oordeelden de ondervraagden.

Wat is rijkdom?
“We waren benieuwd naar wat mensen denken van rijkdom,” zegt professor dr. Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek van instituties van de Universiteit Utrecht, over het onderzoek. “Wat zien ze als rijkdom en wat zien ze als extreme rijkdom? Dat is niet hetzelfde als welvaart. Welvaart gaat over je levensstandaard, en die is op een bepaald niveau maximaal, die curve gaat dan niet veel verder omhoog meer. Met rijkdom is dat niet zo. Rijkdom kan altijd blijven groeien. Wij waren benieuwd naar hoe de samenleving daartegen aan kijkt. Hoeveel rijkdom is genoeg rijkdom voor een heel welvarend leven?”

De ondervraagden kregen een vragenlijst en informatie over fictieve gezinnen en hun levensstijl. Deelnemers aan het onderzoek konden aangeven wat zij van de rijkdom vonden door middel van verschillende stellingen en predikaten als ‘dit gezin heeft net genoeg’, ‘dit gezin heeft ruim voldoende’ en ‘dit gezin heeft meer dan nodig is voor een volledig welvarend leven’. De gezinnen werden onderverdeeld in rijkdom. Zo had het ene gezin bijvoorbeeld een doorsnee woning en een modaal inkomen, het andere had een villa en 200.000 euro spaargeld op de bank. De deelnemers mochten aangeven wat zij vonden van die rijkdom.

Bezitter van 2,2 miljoen euro ? Je zit aan de rijkdomsgrens!
“47,5% van de deelnemers trok de rijkdomsgrens bij het gezin met de villa en de 2 ton op de bank. Als we het gezin nog rijker ‘maakten’ door rijkdom toe te voegen aan de omschrijving, namelijk met 5 ton op de bank, oordeelde ruim 66% van de deelnemers dat dit de bovengrens was. Het overgrote deel van de respondenten legt de rijkdomsgrens tussen de 1 en 3 miljoen, gemiddeld 2,2 miljoen. Die totale rijkdom van de gezinnen, verkregen we als we alle factoren optelden, dus niet alleen het spaargeld, maar ook de auto, vakanties, maandelijks inkomen, woningen enzovoort. Dat is eigenlijk een heel duidelijke uitkomst, die een grote eensgezindheid weergeeft,” concludeert Robeyns.

Overigens benadrukt zij dat rijkdom op nog veel andere zaken beoordeeld kan worden. “Rijkdom is een sociaal concept en dus niet van dezelfde aard als bijvoorbeeld zwaartekracht. Je kan als samenleving mede bepalen hoe je zo’n begrip invult. Een van de peer-reviewers die de kwaliteit van het onderzoek beoordeelden wees ons er op dat er in Groot-Brittannië indicatoren in de samenleving zijn, die heel relevant zijn als indicatoren van rijkdom, maar die ook heel specifiek zijn voor dat land. Daar heb je én een private zorgverzekering én een staatszorgverzekering, de NHS. De National Health Service is toegankelijk voor iedereen, maar kent ook problemen als langere wachtlijsten voor behandeling. Toegang tot private zorg is daar een belangrijke indicator van rijkdom. Ook een dergelijke studie, zeker internationaal zou interessant voor ons zijn. Op dit moment hebben we de Nederlandse visie op rijkdom in zicht, maar het zou natuurlijk heel nuttig zijn om te weten hoe daar in het buitenland tegenaan wordt gekeken.”

Nivellering rijkdom ongewenst
Er is volgens de goegemeente dus zoiets als ‘te rijk’. Maar betekent dat ook dat de goegemeente deze mate van rijkdom onmogelijk zou willen maken? Het overweldigende antwoord daarop luidt ‘nee’, heeft Robeyns gevonden. “Onder politieke filosofen heerst nogal eens de opinie, dat de overheid een bovengrens aan rijkdom zou moeten stellen. Ook dat hebben we onderzocht met stellingen die we deelnemers voorlegden. En wat bleek? Dat willen mensen niet. Verreweg de meeste mensen waren tegen drastische maatregelen zoals een bovengrens aan inkomen of spaargeld. 82% meende dat als mensen hun geld op een eerlijke manier verdienden, het niet problematisch is als zij extreem rijk worden. Deelnemers stelden wel dat rijkdom niet mocht worden ingezet om politieke macht uit te oefenen.”

De context doet er toe
De onderzoekers stellen wel vast dat de mate van abstractie van de vragen, en hoeveel context er gegeven wordt bij de vraagstelling, uitmaakt voor de mate van steun voor extreme rijkdom. Als de onderzoekers als voorbeeld de rijkste man ter wereld nemen, Jeff Bezos, die den tijde van het onderzoek over 83 miljard beschikte, bleef 25% van de Nederlanders bij hun overtuiging van recht op rijkdom zonder grens; 50% oordeelde dat Bezos te veel geld heeft, en 25% heeft geen oordeel.

Buitenland
Robeyns hoopt dat wetenschappers in het buitenland ook aan de slag gaan met dergelijke onderzoeken. “Het zou interessant zijn om te weten welke resultaten in het buitenland worden geboekt, daarom hopen we dat onze internationale publicaties ook andere onderzoekers inspireert. In de VS bijvoorbeeld, is het mogelijk dat politieke partijen gesteund worden uit private middelen. Zijn mensen daar ook zo tolerant tegen een ongelijke verdeling van rijkdom?”

Voorlopig is het in ieder geval duidelijk hoe we hier in Nederland over rijkdom denken: geniet van je poen, maar bemoei je bestuurlijk met mate.

Bronmateriaal

Interview met prof. dr. I. Robeyns, director Ethics Institute, Faculty of Humanities, Utrecht Universiteit
Afbeelding bovenaan dit artikel: Michael Schwarzenberger from Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd