Alsof de opwarming van de aarde nog niet vervelend genoeg is, hangt ons nog een donderwolk boven het hoofd: doordat er meer smeltwater in de Atlantische Oceaan belandt, krijgen we in Europa te maken met meer hittegolven en warmere, drogere zomers, blijkt uit nieuw onderzoek.
Hoe dit werkt, legt onderzoeker Marilena Oltmanns uit aan Scientias.nl: “Zoetwater is lichter dan zeewater, omdat het minder zout bevat. Dus blijft het zoete water boven op het diepere zoute oceaanwater liggen waardoor het de warmte-uitwisseling tussen de atmosfeer en het koude diepe oceaanwater tegenhoudt.” Ze vertelt verder: “Het is al lang bekend dat zoetwater invloed heeft op de grootschalige oceaancirculatie, soms AMOC genoemd. Deze nieuwe studie toont nu aan dat zoetwater ook snel en direct consequenties heeft voor de atmosferische circulatie en dus voor ons weer.”
De wind, de Golfstroom en temperatuurverschillen
Oltmanns legt uit hoe in de winter een groot temperatuurverschil ontstaat tussen stukken in de oceaan met en zonder zoetwater. “Deze temperatuurverschillen leiden tot een sterkere westenwind – of jetstream – tussen de Noord-Atlantische Oceaan waar zich het meeste zoetwater bevindt en de warmere subtropische oceaan. Deze sterkere wind leidt tot een noordwaartse afbuiging van de Golfstroom en de verlenging daarvan, de Noord-Atlantische Stroom: een sterke stroming die van de westkant naar de oostkant van de Noord-Atlantische Oceaan buigt. In daaropvolgende zomers neemt de windkracht af, maar de veranderde oceaanstromen blijven en versterken het temperatuurverschil in de oceaan. Langs de kust ontwikkelt zich nog een groter temperatuurcontrast, omdat land sneller opwarmt in de lente en zomer. Dit zorgt ervoor dat de wind noordwaarts afbuigt over de Noord-Atlantische Oceaan en langs de Europese kustlijn, waardoor warmer en droger weer naar het continent komt.”
Voorspelbaarder weer
En dus kunnen we rekenen op warmere, drogere zomers plus meer hittegolven. Op deze manier is het Europese zomerweer ook al veel langer van tevoren te voorspellen aan de hand van de hoeveelheid zoetwater in de Atlantische Oceaan. Oltmanns, die bij het Britse National Oceanography Centre werkt, noemt als voorbeeld komende zomer: “Terwijl Noord-Europa een ongebruikelijk koude en natte zomer had vorig jaar, was het op Groenland juist erg warm. Dat heeft geleid tot een toename van zoetwater in de Noord-Atlantische Oceaan. Daaruit vloeit dus voort dat we een relatief warme en droge zomer krijgen in Zuid-Europa dit jaar. Afhankelijk van het pad van het zoetwater, verwachten we ook een warme en droge zomer in Noord-Europa binnen vijf jaar. Dit kunnen we beter inschatten in de winter voordat het gebeurt.”
Onduidelijk is hoe groot het effect precies is. “Dat komt omdat de huidige klimaatmodellen nog steeds moeite hebben met het berekenen van de impact van zoetwatervariaties in de oceaan en het effect dus onderschatten. Maar ik verwacht dat Zuid-Europa het hardst getroffen wordt. Het zal er warmer en droger worden. Noord-Europa zal meer extremen meemaken, al is daar nog veel onzeker over.”
Bovenop de normale opwarming
Hoe meer ijs er smelt, hoe meer zoetwater er in de Noord-Atlantische Oceaan stroomt. De afname van de hoeveelheid zee-ijs verstoort bovendien de normale oceaanstromen, waardoor het wereldwijde klimaat verandert. Hittegolven en droogte worden vervolgens heviger in de toekomst, voorspellen de onderzoekers. De opwarming van Europa door het zoetwater in de oceaan komt nog bovenop de algehele opwarming van de aarde.
“Onze bevindingen laten zien hoe belangrijk het is om wat er gebeurt in de oceanen mee te nemen in klimaatmodellen om zo tot betere weersvoorspellingen te komen. Dit is een stap voorwaarts voor betere modellen die beleidsmakers en bedrijven helpen om vooruit te plannen. Denk aan aanpassingen in de landbouw, voorspeld brandstofverbruik en voorbereidingen op overstromingen”, legt de onderzoeker uit.
Beetje eng
Je vraagt je misschien af waarom dit effect nooit eerder is meegenomen in klimaatmodellen. “Dat komt omdat het ingewikkeld is. Zoetwater is enerzijds een indicator voor klimaatverandering, omdat meer opwarming leidt tot meer smeltwater in de oceaan, maar het is anderzijds ook een belangrijke aanjager ervan. Daardoor ontstaan er complexe feedbackloops, vooral in de Noord-Atlantische regio en die hebben we nog niet goed in modellen kunnen vatten.”
De onderzoeker was wel gefascineerd door de resultaten. “Ogenschijnlijk ver weg gelegen processen van het klimaatsysteem zijn verbonden met elkaar: het smelten van ijs in het poolgebied heeft invloed op de oceaan en de atmosferische circulaties en dus op ons klimaat en het weer. Dit is opwindend en biedt nieuwe kansen voor betere voorspellingen, maar het is ook een beetje eng.”