Hoewel uitsterven vooralsnog permanent is, proberen wetenschappers van het biotechbedrijf Colossal Biosciences prehistorische dieren terug te brengen. Hun aanpak is het genetisch aanpassen van levende dieren zodat ze op uitgestorven soorten, zoals de wolharige mammoet, gaan lijken.
Na een diepgaande analyse van het genetisch materiaal van de mammoet, hebben wetenschappers van het biotechbedrijf Colossal iets bizars voor elkaar gekregen: ze hebben heuse ‘wolharige’ muizen gecreëerd. In plaats van hun gebruikelijke korte, grijsbruine vacht, hebben de muizen nu het lange, golvende, wollige haar van de mammoet en een versnelde vetverbranding, een eigenschap die het uitgestorven dier hielp door de laatste ijstijd te komen.
De-extinctie
Volgens de wetenschappers van Colossal is de ontwikkeling van de muis een belangrijke stap richting de de-extinctie van de wolharige mammoet. “De wolharige muis markeert een keerpunt in onze de-extinctie missie,” schrijft Ben Lamm, medeoprichter en CEO van Colossal, in een verklaring. “Door verschillende koudetolerante eigenschappen van de mammoet in een levend dier te integreren, hebben we bewezen dat we in staat zijn om complexe genetische combinaties te herstellen die de natuur miljoenen jaren heeft gekost om te ontwikkelen.”
Genomen
Om dit voor elkaar te krijgen, voerde het team een grondige studie uit van verschillende soorten uitgestorven mammoeten en moderne olifanten. Ze onderzochten 59 genomen van mammoeten die tussen de 3.500 en meer dan 1.200.000 jaar geleden leefden, zoals de wolharige mammoet, steppemammoet en de Amerikaanse mammoet. Ook bestudeerden ze het genoom van Aziatische olifanten, wat resulteerde in een totaal van 121 genomen.
Verschillen
Deze analyses stelde ze in staat mammoetgenen te identificeren die duidelijk verschilden van die van de Aziatische olifant. Ze richtten zich vervolgens op zeven genen die betrokken zijn bij de dikke vacht van de wolharige mammoet, evenals andere aanpassingen die het dier hielpen overleven in koudere klimaten, zoals vetopslag en -distributie voor warmte. Het team gebruikte vervolgens drie genetische bewerkingstechnieken om acht gelijktijdige wijzigingen door te voeren op deze zeven genen in muizenembryo’s, wat resulteerde in opvallende veranderingen in de muizen.
Vacht
Het resultaat is opmerkelijk. De gemodificeerde muizen hebben een vacht die wel drie keer langer is dan die van ‘normale’ muizen, met een extra wollige, golvende textuur en gekrulde snorharen. De vacht is bovendien lichter van kleur, met een gouden tint die inderdaad doet denken aan de vacht van de mammoet. De onderzoekers geloven dat door vergelijkbare genetische modificatie van Aziatische olifanten – de dichtstbijzijnde levende familieleden van de uitgestorven mammoet – ze uiteindelijk mammoeten kunnen terugbrengen. Maar of dit daadwerkelijk mogelijk is, blijft de grote vraag.
Reacties
De resultaten zijn wel online gedeeld, maar moeten nog officieel gepubliceerd worden in een wetenschappelijk tijdschrift. De bevindingen zijn dus ook nog niet door andere wetenschappers beoordeeld. Toch wordt er al volop over gesproken. “Het overdragen van koudetolerante eigenschappen van wolharige mammoeten naar een levend dier is een indrukwekkende wetenschappelijke doorbraak en laat zien hoeveel genetische manipulatie de laatste jaren is vooruitgegaan”, aldus Damien Fordham, adjunct-directeur van het Environment Institute aan de Universiteit van Adelaide. Ook Andrew Pask, hoogleraar Genetica & Ontwikkelingsbiologie aan de Universiteit van Melbourne en verbonden aan Colossal, reageert enthousiast op het nieuws. “De succesvolle creatie van de wolharige muis is een belangrijke doorbraak op het gebied van de-extinctie en laat zien hoe krachtig meervoudige genbewerking kan zijn”, zegt hij. “Door zeven genen tegelijk te bewerken om mammoetachtige eigenschappen bij muizen na te bootsen, biedt dit onderzoek een belangrijk bewijs voor het herstel van verloren kenmerken van uitgestorven dieren. De mogelijkheid om de textuur en kleur van vacht te veranderen, bewijst dat het technisch mogelijk is om specifieke eigenschappen van de wolharige mammoet te reconstrueren.”
Kritiek
Toch klinkt er ook veel kritiek. “Ik geloof niet dat we in de komende decennia een wolharige mammoet, dodo of buidelwolf zullen zien”, reageert Merlin Crossley van de Universiteit van New South Wales. “Het gaat niet om het aanpassen van zeven genen; er zouden duizenden genen aangepast moeten worden, en de reproductieve biologie moet ook kloppen. Het is een beetje alsof je ladders opstapelt om de maan te bereiken. Toch moet ik toegeven dat deze briljante wetenschappers ons keer op keer de immense kracht van genetische modificatie laten zien.”
Wederopstanding van de mammoet
Hoewel de resultaten van de studie veelbelovend zijn, denken de meeste wetenschappers dat de wederopstanding van de mammoet nog echt toekomstmuziek is. “Ik denk dat we nog een lange weg te gaan hebben voordat we ‘de-extinctie’ bereiken”, zegt Saad Arif van de Oxford Brookes Universiteit. “Het genoom van de olifant en de mammoet is voor zo’n 96,4 procent gelijk, maar dat betekent dat er nog steeds ongeveer 13 miljoen genetische verschillen zijn die we moeten overwegen.” Ook evolutiebioloog Louise Johnson van de Universiteit van Reading reageert gematigd enthousiast. “Het zien van deze muizen voelt een beetje als het kijken naar het verleden, maar dan met een heel specifieke telescoop”, zegt ze. “Deze technologie biedt een spannende kans om sommige van onze theorieën over uitgestorven organismen te testen. Het is fascinerend werk, maar het idee dat we iets uit de uitsterving kunnen terugbrengen, blijft uiteindelijk een illusie.”
Colossal werkt al een paar jaar aan het terugbrengen van de iconische mammoet en heeft zelfs grootse plannen om de dodo en de Tasmaanse tijger weer tot leven te wekken. Of we daadwerkelijk getuige zullen worden van de wederopstanding van deze uitgestorven dieren en of het Colossal zal lukken om ook alle bijzaken die daarbij komen kijken het hoofd te bieden, valt nog te bezien. Toch zijn de inspanningen niet tevergeefs. “Deze technologie zou in ieder geval kunnen helpen bij het redden van nog bestaande diersoorten van uitsterven, door hun genetische eigenschappen aan te passen”, zegt Fordham. “Zo zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om warmtetolerante eigenschappen te herstellen bij soorten die door door de mens veroorzaakte klimaatverandering worden bedreigd.”