Duizenden mensen beweren dat ze in Loch Ness een groot mysterieus beest hebben gezien. Toch is er tot op de dag van vandaag nooit iets gevonden in het Schotse meer. Een van de hardnekkigste theorieën is dat het monster eigenlijk een gigantische paling is. Maar ook dat is hoogst onwaarschijnlijk, toont nieuw onderzoek aan.
Er zijn films over gemaakt, boeken over geschreven en hordes nieuwsgierigen voor naar Schotland getrokken: het Monster van Loch Ness, liefkozend Nessie genoemd. Maar bewijs dat er écht een heel groot beest in het meer zwemt, is er niet. Foto’s en video’s bleken achteraf nep en expedities met sonar hebben niets opgeleverd.
Statistisch perspectief
Maar onderzoekers geven niet op. De laatste studie naar het monster haalt de palingtheorie onderuit. Gek is dat idee overigens niet: er bestaan gigantisch grote palingen en omschrijvingen van het dier omvatten meestal een minstens 2 meter lange nek. Onderzoeker Floe Foxon gebruikte data over de visvangst in Loch Ness en andere meren in Europa om de kans uit te rekenen dat iemand een paling waarneemt die zo groot is als Nessie vermoedelijk zou zijn.
Aan Scientias.nl legt ze uit hoe ze te werk ging. “Ik heb een statistisch model losgelaten op data over de vangst van palingen in Loch Ness. De methode maakt duidelijk hoe waarschijnlijk het is dat een paling van een bepaalde grootte bestaat in het meer. De waarschijnlijkheid voor hele grote palingen was ongelooflijk laag. Dat betekent dat de kans heel klein is dat er gigantische palingen bestaan in het meer, dus die kunnen de waarnemingen van het Monster van Loch Ness niet verklaren”, legt ze uit.
Kans zo ongeveer nul
Dat je een 1 meter lange paling ziet in Loch Ness is echter zeker niet onmogelijk volgens de studie. Die kans is ongeveer 1 op 50.000. Het kan een verklaring zijn voor de waarnemingen van enkele kleinere onbekende wezens. De kans dat je veel grotere palingen tegenkomt is daarentegen zo goed als nul volgens de berekeningen. Daarmee wordt de theorie weerlegd dat het grote monster dat mensen zouden hebben gezien een enorme paling is.
“In dit nieuwe werk van de Folk Zoology Society is met data en wetenschappelijke methodes gekeken naar een onderwerp dat anders zo glad als een aal is”, zegt onderzoeker Foxon beeldend. “In tegenstelling tot wat mensen vaak denken is het punt waar folklore en zoölogie elkaar kruisen, uitermate geschikt voor wetenschappelijke analyse. Het kan waardevolle inzichten bieden in antro-zoölogische fenomenen.”
Toch een optische illusie
Eigenlijk was Foxon vooral verbaasd dat niemand eerder op deze manier naar het Monster van Loch Ness heeft gekeken. “Ik was verrast dat niemand ooit dit onderzoek heeft gedaan. De data over de palingvangst zijn decennia oud, maar niemand heeft er een keer vanuit een statistisch perspectief naar gekeken. Mijn onderzoek is wetenschappelijk en het klopt allemaal, maar ik deed het eigenlijk voor de lol.”
Zelf is ze dan ook niet echt een ‘believer’. “De meeste sceptici denken dat het Loch Ness-monster kan worden verklaard door wind en golven, optische illusies en misschien zoogdieren zoals otters of herten die in het meer zwemmen en voor iets anders zijn aangezien. Zelf denk ik daar ook zo over.”
Dat neemt niet weg dat er nog steeds mensen zijn die denken dat Nessie ergens rondzwemt in het Schotse meer. En een definitieve verklaring voor de waarnemingen van het mysterieuze monster is er nog altijd niet.
Het Monster van Loch Ness
De eerste keer dat er een vreemd beest werd waargenomen in Loch Ness dateert al van de zevende eeuw, maar pas vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw kwam de sage echt op stoom. Sindsdien zijn er duizenden mensen geweest die beweerden een groot monster te hebben zien zwemmen. Sommigen spreken van een beest van een meter of vijf, anderen denken een dier van 12 tot 15 meter te hebben gezien. Veel mensen menen dat het monster een of meerdere bulten op zijn rug heeft en de meesten stellen dat het een lange nek heeft van een meter of 2 en een kleine kop. Zo omschreven lijkt het dier enigszins op een plesiosaurus, maar deze dino-achtige is al vele tientallen miljoenen jaren uitgestorven.
Serieuze wetenschap
Er is meerdere malen serieus onderzoek gedaan in het meer. Zo gingen in 1934 al zeker twintig onderzoekers op zoek naar het monster. In 1962 werd er zelfs een heus onderzoeksbureau opgericht dat helemaal gefocust was op het vinden van Nessie. Meerdere keren hebben boten met sonar het meer afgespeurd en in 1987 nog gingen twintig boten vijf dagen lang het meer op om te zoeken naar het monster. De onderzoekers beweerden drie bewegende objecten te hebben waargenomen op 150 tot 180 meter diepte, maar door geldgebrek moesten ze omkeren. In 2000 werd er voor het laatst onderzoek gedaan: twaalf wetenschappers trokken er opnieuw met sonarapparatuur op uit om het monster te vinden. Zij vonden in het troebele water een object van zo’n 5 meter lang met ongeveer de vorm van Nessie. Toen ze later wilden checken wat het was, was het verdwenen.
Logische verklaringen
Er zijn tal van plausibele verklaringen voor het Monster van Loch Ness. Zoals Foxon al zei gaat het mogelijk om optisch bedrog. De bergen en rotsen rond het meer die in het water weerspiegelen kunnen soms op een monster lijken. Ook kunnen er door seismische activiteit gasbellen of golfslag ontstaan, die van een afstandje op iets levends kunnen lijken. Verder kan het zijn dat mensen levenloze objecten zoals boomstammen hebben aangezien voor iets monsterlijks. En er zijn natuurlijk allerlei andere dieren, zoals zeehonden of laag overvliegende vogels, die de suggestie kunnen wekken van een monster. Er is zelfs een circustheorie: rond de tijd dat het monster voor het eerst werd gezien, in 1933, was er een circus in de buurt van het meer. Mogelijk nam de olifant van het circus een bad in Loch Ness, waarbij alleen de rug en slurf zichtbaar waren. Zeker in een tijd waarin de Schotten nog nooit een olifant hadden gezien, zouden ze kunnen denken dat het een mysterieus prehistorisch beest betreft.