Hoewel Vikingen regelmatig last hadden van gaatjes en kiespijn, blijkt dat ze zich ook bezighielden met verassend geavanceerde tandheelkundige behandelingen.
De Vikingen waren Scandinavische zeevaarders en bewoners uit de late achtste tot de vroege elfde eeuw. Ze kwamen voornamelijk uit het hedendaagse Noorwegen, Denemarken en Zweden, en ze staan bekend om hun actieve handelsroutes, ontdekkingsreizen en plunderingen in grote delen van Europa. In een nieuwe studie hebben onderzoekers zich over het gebit van deze bekwame zeelieden gebogen. En daaruit blijkt dat Vikingen verrassend bedreven ‘tandartsen’ waren, waarbij hun behandelingen niet onderdeden voor die van vandaag de dag.
Het woord ‘Viking’ vindt zijn oorsprong in de Scandinavische term ‘vikingr’, wat simpelweg ‘piraat’ betekent. Deze term verwijst naar het volk dat leefde in het zuiden van Noorwegen, Denemarken en Zweden. Het Vikingtijdperk, dat grofweg van 800 tot 1050 na Christus duurde, heeft een aanzienlijke invloed gehad op zowel de politieke als genetische ontwikkelingen in Europa en daarbuiten. Opmerkelijke Vikingfiguren, zoals Knoet de Grote, die koning van Engeland werd, Leif Eriksson, die wordt beschouwd als de eerste Europeaan die Noord-Amerika bereikte, en Olaf Tryggvason, die het christendom naar Noorwegen bracht, hebben de geschiedenis gevormd. Hoewel de Vikingen bekend staan om hun plunderingen van kloosters en steden langs de Europese kust, was handel in praktische goederen zoals bont, slagtanden en zeehondenvet vaak een even belangrijk motief.
De onderzoekers bestudeerden 3.293 tanden van 171 mensen uit de Vikingtijd in Varnhem, gelegen in het landschap Västergötland in Zweden. Hier hebben archeologen veel opgravingen gedaan en verschillende sporen van Vikingen aangetroffen. De bodemomstandigheden zijn er heel gunstig, waardoor in de ontdekte graven veel skeletten en tanden uitzonderlijk goed bewaard zijn gebleven. De schedels en tanden werden naar het laboratorium gebracht, waar ze onder helder licht nauwkeurig met verschillende tandheelkundige instrumenten werden onderzocht. Daarnaast zijn verschillende röntgenfoto’s genomen en geanalyseerd.
Gaatjes
Uit het onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift PLOS ONE, komt naar voren dat Vikingen vaak te kampen hadden met gebitsproblemen. Zo had maar liefst 49 procent van de Vikingen één of meerdere gaatjes. Van de tanden van volwassenen was 13 procent aangetast door gaatjes, meestal aan de wortels. Opvallend genoeg hadden kinderen met melktanden, of met zowel melk- als volwassen tanden, helemaal geen last van gaatjes.
Tanduitval
Daarnaast constateerden de onderzoekers dat volwassenen frequent te maken hadden met tanduitval. Gemiddeld misten de onderzochte volwassenen gedurende hun leven ongeveer 6 procent van hun tanden – exclusief de verstandskiezen. Het risico op tandverlies nam toe naarmate ze ouder werden.
Verzorging
De resultaten geven aan dat gaatjes, tandinfecties en kiespijn veelvoorkomende problemen waren bij de Vikingen in Varnhem. Desondanks toont het onderzoek ook aan dat sommigen verschillende benaderingen probeerden om goed voor hun tanden te zorgen. ”Er zijn verschillende aanwijzingen dat ze op diverse manieren hun tanden hebben verzorgd,” merkt Carolina Bertilsson, een tandarts en onderzoeker aan de Universiteit van Göteborg, op. “Ze gebruikten bijvoorbeeld tandenstokers, vijlden hun voortanden en behandelden zelfs geïnfecteerde tanden.”
Geavanceerde tandheelkunde
Een teken van geavanceerde tandheelkunde was het vijlen van gaatjes in kiezen, vanaf de bovenkant van de tand tot in het binnenste deel. Dit werd vermoedelijk gedaan om de druk te verminderen en ernstige kiespijn als gevolg van infectie te verlichten.
“Dit was erg interessant om te ontdekken,” stelt Bertilsson. “Het lijkt verrassend veel op de tandheelkundige behandelingen die we tegenwoordig uitvoeren, zoals het boren in geïnfecteerde tanden. Het suggereert dat de Vikingen enige kennis hadden van tandheelkunde. Overigens blijft het onduidelijk of ze deze procedures zelf uitvoerden of dat ze hulp kregen.”
Het betekent dat Vikingen mogelijk naar een soort ‘tandarts’ gingen die hen hielp bij gebitsproblemen. De bevindingen bieden dan ook niet alleen inzicht in hun mondgezondheid, maar suggereren ook dat hun tandheelkunde wellicht meer verfijnd was dan eerder werd verondersteld. “Deze studie werpt nieuw licht op de mondgezondheid van de Vikingen en laat zien dat tanden een belangrijke rol speelden in de Vikingcultuur van Varnhem,” concludeert Bertilsson. “Het suggereert tevens dat de tandheelkunde in de Vikingtijd waarschijnlijk geavanceerder was dan we voorheen vermoedden.”