Een experiment in Amsterdam toont aan dat veel mensen met een paar eenvoudige maatregelen energiearmoede kunnen overwinnen.
Wereldwijd leven veel mensen in energiearmoede. Dit houdt in dat ze meer dan 8 procent van hun jaarlijkse inkomen aan energie besteden. In Nederland leeft zo’n 7 procent van de bevolking – oftewel 550.000 huishoudens – in energiearmoede. In de Europese Unie is dat aantal zelfs 50 miljoen. Dit probleem is helaas niet eenvoudig op te lossen. Maar een experiment uitgevoerd door onderzoekers van MIT en het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, toont aan hoe mensen hun verbruik en kosten flink kunnen verlagen.
Belang
De onderzoekers benadrukken het belang van het bestuderen van dit onderwerp. “Energiearmoede raakt gezinnen wereldwijd”, zegt Fábio Duarte, adjunct-directeur van het Senseable City Lab van MIT en co-auteur van de studie. “Met hard bewijs over welke maatregelen effectief zijn, kunnen overheden hun inspanningen gerichter en effectiever inzetten.”
Experiment in Amsterdam
De onderzoekers voerden hun experiment uit in onze hoofdstad, nadat ze in gesprek waren gegaan met stadsfunctionarissen in Amsterdam. Ze testten twee verschillende varianten van energiecoaching. In de ene versie kregen 67 huishoudens een rapport over hun energieverbruik, plus tips om energiezuiniger te worden. In de andere versie ontvingen 50 huishoudens hetzelfde, maar kregen ze ook een slim apparaat dat hen in real-time informeerde over hun energieverbruik. All huishoudens kregen ook enkele eenvoudige aanpassingen om energie te besparen, zoals extra isolatie.
Elektriciteitsverbruik
Al deze ingrepen samen maakten duidelijk het verschil, zo blijkt uit de bevindingen gepubliceerd in Nature Scientific Reports. In beide groepen verlaagden de huishoudens hun elektriciteitsverbruik maandelijks met gemiddeld 33 procent en hun gasverbruik met 42 procent. Hun energierekeningen daalden gemiddeld met 53 procent. Bovendien zakte het percentage van hun inkomen dat aan energie werd besteed, van 10,1 procent naar 5,3 procent.
Energiearmoede
De resultaten zijn indrukwekkend. Zo zorgde het experiment in Amsterdam ervoor dat de deelnemende huishoudens hun energiekosten gemiddeld halveerden. De besparing was zelfs groot genoeg om drie van de vier huishoudens uit energiearmoede te helpen. “Ons energiecoachingproject behaalde een succespercentage van 75 procent in het verminderen van energiearmoede”, merkt co-auteur Joseph Llewellyn op. Dit betekent dat dus met name betere informatievoorziening mensen in staat stelt om uit energiearmoede te komen.
Gedragsveranderingen
Wat de huishoudens precies anders deden? Een van de grootste gedragsveranderingen was bijvoorbeeld dat ze alleen de kamers verwarmden die daadwerkelijk in gebruik waren en apparaten uitzetten die niet werden gebruikt. Beide aanpassingen besparen energie, maar de voordelen ervan waren voor de bewoners vaak niet duidelijk vóór de energiecoaching.
Slim apparaat voor real-time energiedata
Opvallend genoeg gebruikten de huishoudens die de kleine apparaten met real-time energiedata ontvingen, deze meestal maar drie tot vier weken na een coachingsbezoek. Daarna nam de interesse in het frequent monitoren af. Toch bleek een paar weken met de apparaten genoeg om blijvende veranderingen in hun gewoonten teweeg te brengen. “Ons onderzoek toont aan dat slimme apparaten pas echt effectief zijn wanneer ze gepaard gaan met een goed inzicht in wat gezinnen motiveert om hun gedrag te veranderen”, aldus onderzoeker Titus Venverloo.
Andere oplossingen
Zoals de onderzoekers zelf aangeven, is het helpen van consumenten om hun energieverbruik te verlagen slechts één manier om energiearmoede aan te pakken. Andere ‘structurele’ oplossingen, zoals lagere energieprijzen en energiezuinigere gebouwen, kunnen ook een belangrijke rol spelen. Wat dat laatste betreft, heeft de huidige studie geleid tot een nieuw experiment, dat Llewellyn samen met Amsterdamse functionarissen ontwikkelt, waarin de voordelen van woningrenovaties voor het verlagen van energiekosten worden onderzocht. Lokale beleidsmakers zoeken hierbij naar manieren om de renovaties te financieren zonder dat verhuurders de kosten doorberekenen aan huurders. “Het heeft geen zin dat een huishouden geld bespaart op de energierekening als dat leidt tot hogere huur”, vindt Llewellyn. “Dan verplaatsen we de kosten simpelweg van het ene naar het andere.”
Huishoudens kunnen ook zelf investeren in producten zoals betere isolatie voor ramen of verwarmingssystemen. Voor gezinnen met een laag inkomen is het echter vaak lastig om hiervoor het geld bij elkaar te krijgen. Dit komt vooral doordat energiekosten, volgens Llewellyn, vaak als ‘onzichtbaar’ worden ervaren en daardoor een lagere prioriteit krijgen dan bijvoorbeeld voeding en kleding. “Voor een huishouden dat geen 100 euro te besteden heeft, zijn zulke maatregelen grote uitgaves”, zegt Llewellyn. “In vergelijking met andere noodzakelijke uitgaven staat energie vaak laatst op hun lijstje. Energie blijft dat onzichtbare iets dat achter de muren schuilt, en dat is niet makkelijk te veranderen.”