Volgens onderzoekers is de stijging van de levensverwachting vertraagd. Hebben we misschien een natuurlijk hoogtepunt bereikt?
In de 20e eeuw resulteerden verbeteringen in de volksgezondheid en geneeskunde in een toename van de levensverwachting. En niet zo’n beetje ook. Zo steeg onze levensverwachting met zo’n 3 jaar per decennium! Hoe de levensverwachting zich in deze eeuw zal ontwikkelen, is echter punt van discussie. Een nieuwe studie werpt nu licht op de zaak. En daaruit blijkt dat het er momenteel niet naar uitziet dat we nog heel veel ouder zullen worden.
Stijging van de levensverwachting
In de 20e eeuw steeg de levensverwachting van de mens met ongeveer dertig jaar. En dat is behoorlijk bizar te noemen. “Het is echt verbazingwekkend”, vertelt onderzoeker Jay Olshansky in een interview aan Scientias.nl. “Het toont aan hoe vindingrijk de mens is en dat we een van de waardevolste dingen op aarde kunnen creëren: het leven zelf.”
21e eeuw
Een prangende vraag is echter: zal de levensverwachting in de 21e eeuw nog verder stijgen? Sommige voorspellingen uit de jaren ’90 suggereerden dat langlevende populaties een ‘plafond’ hadden bereikt, terwijl anderen dachten dat de meeste kinderen die in de 21e eeuw worden geboren, 100 jaar of ouder zouden worden. Olshansky was één van de wetenschappers die in de jaren ’90 onderzoek naar dit onderwerp deed en betrokken raakte bij de discussies. “We voorspelden toen al dat de stijging van de levensverwachting van de mens zou vertragen”, zegt hij. “Velen geloofden ons niet. Daarom hebben we dertig jaar gewacht op de gegevens om deze hypothese grondig te onderzoeken. Ons nieuwe artikel gepubliceerd in Nature is de bekroning van dat wachten.”
Studie
De onderzoekers bestudeerden sterftegegevens uit negen regio’s met de hoogste levensverwachtingen – waaronder Hongkong, Japan, Zuid-Korea, Australië, Frankrijk, Italië, Zwitserland, Zweden en Spanje – en vergeleken deze met de Verenigde Staten van 1990 tot 2019. Ze ontdekten dat de wereldwijde stijging van de levensverwachting vertraagde en dat deze in de Verenigde Staten zelfs opmerkelijk afnam. “Nu hebben we duidelijk bewijs dat de vertraging plaatsvond terwijl de ontwikkelingen in levensverlengende technologieën toenamen”, aldus Olshansky.
100 jaar
De snelle stijging van de levensverwachting die in de 20e eeuw te zien was, is nu dus vertraagd, vooral na 2010. Kinderen die in de laatste jaren zijn geboren, hebben een relatief kleine kans om 100 jaar oud te worden (5,3 procent voor vrouwen en 1,8 procent voor mannen). In Hongkong was de hoogste kans voor kinderen die in 2019 zijn geboren om 100 jaar te worden, met een verwachting van 12,8 procent voor meisjes en 4,4 procent voor jongens. In de Verenigde Staten wordt verwacht dat 3,1 procent van de vrouwen en 1,3 procent van de mannen die in 2019 zijn geboren, de leeftijd van 100 jaar zal bereiken. “Het is dus voor de meeste mensen geen goed idee om te rekenen op een levensduur van 100 jaar”, stelt Olshansky.
Oorzaken
De auteurs concluderen dat de kans dat iemand 100 jaar oud wordt waarschijnlijk niet hoger zal zijn dan 15 procent voor vrouwen en 5 procent voor mannen. Maar wat zijn eigenlijk de belangrijkste oorzaken van deze vertraagde stijging van de levensverwachting? “Tegenwoordig hebben de meeste mensen in ontwikkelde landen het voorrecht om hogere leeftijden te bereiken”, legt Olshansky desgevraagd uit. “Op dat punt vormt veroudering – dat momenteel niet te veranderen is – de belangrijkste risicofactor. Zolang we veroudering zelf niet kunnen beïnvloeden, zullen de positieve effecten van het verminderen van ziektes op het verlengen van het leven afnemen. In feite verhindert veroudering op dit moment dus verdere stijging van de levensduur. Daarom denken we dat het belangrijk is om onze aandacht te verleggen van het verlengen van het leven naar het verbeteren van de gezondheid. De mensheid heeft voor veel mensen de mogelijkheid gecreëerd om langer te leven. En daar moeten we dankbaar voor zijn, omdat de meeste mensen boven de 60 nu op ‘verworven tijd’ leven; ze leven op tijd die door de geneeskunde is vervaardigd. Maar nu moet onze aandacht verschuiven naar het zo lang mogelijk behouden van een goede gezondheid.”
Natuurlijk hoogtepunt
Kortom, de onderzoekers stellen dat ‘de strijd van de mensheid voor een lang leven in grote lijnen is afgerond’. Je zou dus kunnen zeggen dat we op een natuurlijk hoogtepunt zijn aanbeland. “Dat de stijging van de levensverwachting dus vertraagt, is niet verontrustend – het was te verwachten”, merkt Olshansky op. “We moeten nu letten op twee dingen: of mensen langer leven omdat er minder ziektes zijn (wat oudere mensen zwakker kan maken door ouderdomsgerelateerde problemen) of omdat veroudering langzamer gaat (wat betekent dat ze gezonder blijven). Het is eigenlijk vooral zorgwekkend dat we steeds maar één ziekte tegelijk aanpakken in plaats van het verouderingsproces zelf. Daarom benadrukken veel onderzoekers het belang van het focussen op het beïnvloeden van veroudering.”
Toekomst
Al met al lijkt de kans op radicale levensverlenging in de 21e eeuw vooralsnog beperkt. Hoewel er meer mensen zijn die in deze eeuw de leeftijd van 100 jaar of ouder kunnen bereiken, blijven deze gevallen uitzonderingen en zullen ze de gemiddelde levensverwachting niet veel verhogen, aldus Olshansky. Maar hoe schat hij eigenlijk de verdere toekomst in? “Voor bepaalde bevolkingsgroepen – die niet over de middelen beschikken om langer te leven – liggen er aanzienlijke kansen om te profiteren van de vooruitgang in de geneeskunde en volksgezondheid”, denkt Olshansky. “Hoewel dit de levensverwachting van de gehele bevolking niet veel zal beïnvloeden, zijn de voordelen voor hen toch aanzienlijk. Ik verwacht verder dat de stijging van de levensverwachting zal blijven vertragen, tot we in staat zijn om veroudering te beïnvloeden. Maar zelfs dan ben ik voorzichtig met het voorspellen van de langetermijneffecten.”
Volgens Olshansky is het nog niet duidelijk hoe ver we onze levensduur daadwerkelijk kunnen verlengen. “We moeten ons namelijk ook realiseren dat er kwetsbare onderdelen zijn in ons lichaam, zoals niet-replicerende neuronen en spiervezels, en we moeten ons bewust blijven van die beperkingen”, licht hij toe. Toch sluit hij ook niet uit dat we in de toekomst wel weer een stijging zullen zien. “De huidige levensduurgrens moet dan ook worden gezien als een glazen plafond en niet als een ondoordringbare muur”, besluit hij.