Olifanten zijn planteneters, dat weten de meeste mensen wel. Maar biologen weten eigenlijk maar verrassend weinig van de exacte hapjes waar deze reusachtige dieren zich in de vrije natuur aan tegoed doen. Hun dieet blijkt heel gevarieerd en ze kiezen hun voedsel zorgvuldig uit.
Amerikaanse onderzoekers van Brown University hebben kosten noch moeite gespaard om het eetgedrag van twee verschillende groepen olifanten uit Kenia te analyseren. Zo is onder andere de innovatieve genetische techniek ‘DNA-metabarcoding’ gebruikt, waarbij de inhoud van olifantenkeutels is vergeleken met een database vol DNA-fragmenten van verschillende planten. Daarnaast werden de uitwerpselen en haren onderworpen aan een analyse van stabiele isotopenverhoudingen, een al wat oudere chemische analysetechniek, en gecombineerd met GPS-trackingdata van de olifanten.
Overleven of floreren
“Het is belangrijk voor biologen om in het achterhoofd te houden dat dieren meestal wel in leven blijven als ze niet genoeg voedsel binnenkrijgen, maar dat ze dan niet meer in staat zijn om het beste uit zichzelf te halen”, legt hoofdonderzoeker Tyler Kartzinel uit. “Als we beter doorhebben wat elk afzonderlijk dier eet, dan kunnen we er beter voor zorgen dat iconische diersoorten zoals de olifant, de neushoorn en de bizon hun populaties in stand kunnen houden. Of beter nog: laten groeien op duurzame wijze.”
Machtige mysterieuze dieren
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. “Computerwetenschappers en moleculair biologen van Brown zijn druk bezig geweest om het nieuwe DNA-metabarcoding in te kunnen zetten voor dit olifantenvraagstuk. Hoe gaat het foerageren bij deze sociale dieren in zijn werk? Hoe bepalen de verschillende familieleden wat voor voedsel er op het menu staat en hoe verdelen ze dat onder elkaar?” vroeg Kartzinel zich af.
“Als ik met mensen buiten mijn vakgebied spreek, dan zijn ze erg verbaasd dat we eigenlijk geen idee hebben wat deze charismatische dieren nu precies in het wild eten. De reden hiervan is dat olifanten heel moeilijk van dichtbij te observeren zijn. Dat is ook gevaarlijk. Ze verplaatsen zich over lange afstanden, eten vooral ’s nachts in het dichte struikgewas en veel van de planten die ze eten zijn niet al te groot.” Het is dus lastig om de olifanten in de gaten te houden, maar ook het voedsel is op het oog bijna niet te identificeren, zelfs voor een expert is het niet te doen volgens Kartzinel. En hij kan het weten, want hij heeft zelf veldonderzoek gedaan in Kenia.
Grote individuele verschillen
Uit een twintig jaar oud onderzoek bleek al dat olifanten in de regentijd zich tegoed doen aan vers gras, terwijl er in het lange droge seizoen vooral bomen op het menu staan. Ook toen werden de keutels van olifanten verzameld en in het lab geanalyseerd. De verschillende soorten planten konden in deze studie echter niet worden benoemd. Kartzinel was benieuwd of hij de nieuwe DNA-metabarcoding kon toepassen op de gedroogde drollen van weleer, en jawel, ze waren nog prima bruikbaar. Alle mogelijke technieken werden op de olifantenuitwerpselen losgelaten en gecombineerd met de locatiedata en lokale plantendatabases om de eetpatronen van de individuele olifanten in kaart te brengen. Uit hun analyse bleek dat de dieetverschillen tussen de dieren veel groter zijn dan gedacht, zelfs tussen familieleden die elke dag gezamenlijk eten.
Geen gevecht om schaars voedsel
De conclusies maken een en ander duidelijk over een klassieke paradox in Kartzinels vakgebied: “Hoe is het mogelijk dat de sociale banden zo sterk blijven als er schaarste heerst?” Anders gezegd: wanneer olifanten alles helemaal kaalvreten, is het apart dat ze vreedzaam samen blijven optrekken. Je zou denken dat ze ruzie krijgen en alleen gaan eten, maar dat is niet zo. Het antwoord is eigenlijk heel simpel: de olifanten eten niet zomaar alles wat voor hun slurf opdoemt, maar passen hun dieet aan op basis van hun fysiologische behoeften. Zo heeft een zwangere olifant – net als een zwangere vrouw – op verschillende momenten tijdens haar zwangerschap heel andere dieetwensen.
Verandering van spijs doet eten
Elke olifant in de groep heeft dus weer zin in ander eten, omdat hij een ander palet aan voedingsstoffen nodig heeft. En dat maakt dat ze prima samen kunnen optrekken tijdens het eten. Op deze manier zijn er doorgaans wel genoeg planten en bomen voor iedereen. Uit deze nieuwe informatie kunnen ook lessen worden getrokken om olifanten en andere grote diersoorten beter te beschermen en hun leefgebied beter in te richten. “Dieren in het wild hebben een goede mix van allerlei soorten voedsel nodig om te floreren”, besluit de ecoloog. “Elke olifant heeft een beetje pit en variatie nodig in z’n leven, dat blijkt wel. Zoals een wijze oude man ooit zei: verandering van spijs doet eten.”