De strengere regelgeving resulteerde in een aanzienlijke afname van zwaveldioxide uit scheepsemissies. En dat leidde op zijn beurt tot een merkbare stijging van de oceaantemperaturen.
Tot voor kort bevatte scheepsbrandstof aanzienlijke hoeveelheden zwavel. Maar een nieuwe regel die in 2020 door de International Maritime Organization (IMO) werd ingevoerd, bracht hier verandering in. Deze regel, die als doel had om luchtverontreiniging te verminderen, verlaagde het maximum toegestane zwavelgehalte in scheepsbrandstof van 3,5 procent naar 0,5 procent. Je zou denken dat dit goed is voor het milieu. Maar nu blijkt dat deze afname onverwachte bijeffecten heeft gehad.
Zwaveldioxide
Dat de strengere regel werd ingevoerd, is niet zo vreemd. Wanneer scheepsbrandstof wordt verbrand, komt namelijk zwaveldioxide vrij, een schadelijk goedje. Wanneer zwaveldioxide in de lucht komt, kan het reageren met andere chemicaliën om zure regen te vormen, wat schadelijk is voor ecosystemen, bodems en gebouwen. Bovendien kan zwaveldioxide bij inademing ademhalingsproblemen veroorzaken en bijdragen aan de vorming van luchtvervuiling, waaronder fijnstof en smog, wat nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van mens en dier.
Effect
Niet voor niets besloot de IMO enkele jaren geleden dan ook de maximum toegestane zwavelgehalte in scheepsbrandstof te verlagen. En de ingevoerde regel had zichtbaar effect. Zo namen onderzoekers een 80 procent afname van zwaveldioxide uit scheepsemissies waar.
Schaduw
Het leek goed nieuws te zijn. Maar een recente studie werpt een schaduw op de zaak. Nieuw onderzoek wijst namelijk uit dat de nieuwe regels met betrekking tot scheepsemissies onbedoeld hebben geleid tot warmere oceanen. Dit komt doordat zwavel normaal gesproken helpt bij het vormen van koelende wolken in de lucht. Met minder zwavel ontstaan er echter minder van deze wolken, waardoor er minder zonlicht wordt weerkaatst en de oceanen warmer worden.
Sulfaataerosolen
Heel concreet reageert zwaveldioxide met waterdamp in de atmosfeer, waardoor er zogenaamde sulfaataerosolen ontstaan. Deze aerosolen koelen het aardoppervlak op twee manieren: ze weerkaatsen direct zonlicht terug de ruimte in en ze beïnvloeden de vorming van wolken. Als er meer van deze deeltjes in de lucht zitten, ontstaan er meer kleine waterdruppeltjes in de wolken. Deze wolken zijn helderder en weerkaatsen meer zonlicht, wat helpt om de aarde koeler te houden.
Opwarming van de oceaan
In de nieuwe studie hebben onderzoekers bestudeerd hoe de regels van IMO 2020 de niveaus van sulfaataerosolen in de lucht boven de oceaan hebben beïnvloed, en wat dit betekent voor de wolken. De wetenschappers analyseerden satellietgegevens en maakten modellen om de hoeveelheid aerosolen na de invoering van de nieuwe regels te bepalen. En ze ontdekten dat de niveaus van deze deeltjes aanzienlijk daalden. Ook herbergden wolken minder druppeltjes. Kortom, de strengere regels omtrent de scheepsemissies zorgden dus niet alleen voor een afname van zwaveldioxide in de atmosfeer, maar veroorzaakten ook aanzienlijk minder sulfaataerosolen. De grootste afname van aerosolen werd waargenomen in de Noord-Atlantische Oceaan, de Caribische Zee en de Zuid-Chinese Zee; de gebieden waar veel schepen varen. Dit zorgde op zijn beurt voor de opwarming van verschillende oceaangebieden.
Energiebudget
Vervolgens hebben de onderzoekers berekend hoeveel invloed IMO 2020 heeft gehad op het totale energiebudget van de aarde sinds 2020. Dit is het verschil tussen de energie die de aarde ontvangt van de zon en de energie die de aarde uitstraalt. Het team kwam tot de conclusie dat dit effect ongeveer gelijk was aan 80 procent van de extra warmte die gedurende die periode op aarde werd vastgehouden.
Al met al laten de onderzoekers met de studie zien dat een regel die met goede bedoelingen werd ingevoerd, onverwachte negatieve gevolgen heeft gehad. Dit toont aan dat we voorzichtig moeten zijn met het implementeren van maatregelen en de mogelijke neveneffecten ervan beter zouden moeten evalueren. Maar het laat ook zien dat we de aarde misschien kunnen afkoelen door opzettelijk wolken te beïnvloeden op een vergelijkbare manier als wat schepen per ongeluk deden. Het benutten van natuurlijke processen zoals het beïnvloeden van wolken kan een potentieel krachtig instrument zijn om klimaatverandering tegen te gaan. Het is echter van cruciaal belang dat we deze methoden eerst zorgvuldig onderzoeken om onvoorziene gevolgen te voorkomen. Maar uiteindelijk kan het misschien wel duurzame oplossingen bieden voor de uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd in het tijdperk van klimaatverandering.