Nieuw onderzoek onthult dat mensen die in complotten geloven, hun eigen analytisch vermogen én de mate waarin anderen het met hen eens zijn, doorgaans zwaar overschatten.
Enkele jaren geleden viel onderzoeker Gordon Pennycook iets geks op. Hij zag dat mensen die geloven in complotten doorgaans ook een zeer hoge pet op hebben van hun eigen cognitieve vermogens. En dat is opvallend, “want eerder onderzoek had aangetoond dat mensen die in complotten geloven doorgaans intuïtiever zijn”. Het zette Pennycook aan het denken. Zou die hoge dunk van de eigen cognitieve vaardigheden een eigenschap zijn die past bij complotdenkers – en misschien zelfs bijdragen aan hun geloof in complotten? Hij besloot het – samen met collega’s – uit te zoeken. De resultaten zijn nu terug te lezen in het blad Personality and Social Psychology Bulletin. In het blad concluderen de onderzoekers dat complotdenkers inderdaad geneigd zijn hun prestaties tijdens cognitieve tests te overschatten. Maar daar blijft het niet bij, zo stellen de onderzoekers. Complotdenkers overschatten daarnaast namelijk ook de mate waarin anderen het met hen eens zijn.
Vertekend beeld van de werkelijkheid
“Deze groep mensen heeft een sterk vertekend beeld van de werkelijkheid,” concludeert Pennycook. “In veel gevallen geloven ze iets waar maar heel weinig mensen het mee eens zijn (…) Ze denken meestal dat ze tot de meerderheid behoren, zelfs als ze in werkelijkheid een piepkleine minderheid vormen.”
Zelfoverschatting of niet?
De onderzoekers baseren die conclusies op experimenten met meer dan 4100 Amerikanen. Het eerste experiment was erop gericht om helder te krijgen of de proefpersonen leden aan zelfoverschatting. In dit experiment kregen de proefpersonen afbeeldingen te zien, waarna ze moesten aangeven wat er op die afbeeldingen te zien was. Ze konden daarbij elke keer kiezen uit twee opties. Bijvoorbeeld: een paling of een tijgerhaai, een schuur of een kas, een paard of een golden retriever, etc. De afbeeldingen waren echter met opzet zo vaag gemaakt dat er eigenlijk niets meer op te zien was, waardoor de proefpersonen in feite gedwongen werden om te gokken. Bij elke afbeelding werd ze vervolgens ook gevraagd hoe zeker ze waren van hun keuze. “De deelnemers hadden weinig reden om te denken dat ze het goed hadden gedaan,” zo leggen de onderzoekers uit. Waardoor hogere inschattingen van hun eigen prestaties wijzen op een hogere mate van zelfoverschatting.
Maanlanding is nep, dino’s bestaan niet
In een tweede experiment kregen de proefpersonen vragen voorgelegd die handelden over populaire complotten, zoals ‘De maanlanding heeft nooit plaatsgevonden’, ‘Prinses Diana’s dood was geen ongeluk’ en ‘Dinosaurussen hebben nooit bestaan’. Aan de hand van de antwoorden van de proefpersonen konden de wetenschappers zich een beeld vormen van de mate waarin de deelnemers ontvankelijk waren voor complottheorieën.
Wat anderen vinden
Analyse van de twee experimenten onthult dat mensen die hun eigen prestaties tijdens het eerste experiment overschatten ook sterker geneigd waren om de complottheorieën uit het tweede experiment te omarmen. Het zette de onderzoekers aan het denken. Want als mensen die in complottheorieën geloven hun eigen analytisch vermogen overschatten, kan het ook zomaar zijn dat ze zich niet realiseren dat ze zwaar in de minderheid zijn en de meeste andere mensen hun theorieën onzin vinden. Om dat uit te zoeken, werd nog een experiment opgezet. Dit keer werd de proefpersonen gevraagd in te schatten hoeveel mensen er net zo over dachten als zij. De resultaten zijn opvallend. Want hoewel de complotdenkende proefpersonen meestal een minderheid vormden, waren ze er meestal vast van overtuigd dat ze in de meerderheid waren. En dat zagen de onderzoekers ook niet aankomen, zo vertelt Pennycook aan Scientias.nl. “Wij namen aan dat mensen die in complotten geloven zich er niet alleen van bewust zijn dat hun overtuigingen afwijkend zijn, maar dat ze daar ook trots op zijn, omdat ze in hun eigen ogen speciaal zijn, omdat ze ‘de waarheid’ weten. We waren dan ook heel verbaasd toen we zagen dat complotdenkers in werkelijkheid denken dat de meeste mensen het met hen eens zijn. En dat blijkt zelfs te gelden als het over heel vergezochte theorieën gaat, zoals het Alex Jones-complot dat het bloedbad in Sandy Hook een hoax zou zijn – hoewel slechts 8 procent van de proefpersonen dat geloofde, schatten zij in dat 61 procent van de deelnemers aan dit onderzoek er net zo over dacht!”
Niet uniek
Het onderzoek verandert onze kijk op complotdenkers aanzienlijk. Zo werd eerder bijvoorbeeld nog wel eens gesteld dat mensen geneigd zijn om in complotten te denken, omdat ze uniek willen zijn. Maar dit onderzoek onthult dat aanhangers van complottheorieën zichzelf niet uniek achten; ze denken vaak zelfs dat de meeste mensen het met hen eens zijn. Daarnaast suggereerden eerdere studies ook wel dat mensen in complottheorieën geloven, omdat deze in bepaalde behoeften voorzien. Maar daar zijn onderzoekers op basis van hun studie ook niet meer zo zeker van. “In plaats van dat mensen in complotten geloven, omdat die in allerlei behoeften zouden voorzien, geloven ze erin, omdat ze zijn blootgesteld (of zichzelf hebben blootgesteld) aan informatie die – voor hen – geloofwaardig en redelijk lijkt. Het probleem is dat dit in veel (maar zeker niet alle) gevallen een vergissing is. Maar het is een vergissing zoals mensen wel vaker maken: we aanvaarden informatie die goed voelt, zonder die grondig te onderzoeken of ons af te vragen of we er misschien naast zitten.”
Ondertussen neemt het aantal mensen dat in complottheorieën gelooft – mede dankzij allerlei online platformen en sociale media – nog altijd toe. En met dit onderzoek in gedachten, zou je misschien denken dat daar weinig aan te doen is. “De mensen die de meeste hulp nodig hebben om waarheid van leugen te onderscheiden, zijn het minst geneigd te erkennen dat ze die hulp nodig hebben,” zo stellen de onderzoekers somber in hun studie. Toch staan we niet geheel machteloos, denkt Pennycook. “Ons onderzoek onderschrijft het idee dat complotdenken grotendeels (maar niet volledig) een informatieprobleem is. Om dit aan te pakken, moeten we proberen het informatie-ecosysteem waar mensen zich in bevinden te verbeteren – vooral online.” Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar wellicht kan kunstmatige intelligentie hierbij helpen. “Uit ander onderzoek is gebleken dat complotdenkers daadwerkelijk van mening kunnen veranderen als AI ze sterk tegenbewijs presenteert.”