Is obesitas een familiekwaal? Gedeeltelijk wel, maar niet helemaal. Dochters hebben veel meer kans op ernstig overgewicht als hun moeder te dik is, maar zonen niet, blijkt uit een nieuwe Britse studie.
Dat effect begint al als kinderen heel klein zijn. De onderzoekers van de University of Southampton maten BMI, spiermassa en lichaamsvet van 240 kinderen en hun ouders. Dat deden ze als de kinderen 4 jaar waren, als ze 6-7 waren en op 8- of 9-jarige leeftijd. En vervelend maar waar: vanaf dat ze een jaar of 6 waren, hadden de dochters een even hoog BMI en even veel vetmassa als hun moeders. Dat gold niet voor de zonen. Ook was er geen verband met het gewicht van de vader.
Nature of nurture?
Hoe dat kan, daar zijn de onderzoekers nog niet helemaal over uit. Je kunt denken dat genen een rol spelen of natuurlijk het eetpatroon: kinderen eten op die leeftijd wat hun ouders hen voorzetten. Maar dat verklaart niet waarom er geen verband is tussen het BMI van zonen en moeders of dochters en vaders.
“In het Verenigd Koninkrijk brengen moeders nog steeds meer tijd met hun jonge kinderen door dan vaders. Daarom hebben ze mogelijk een grotere invloed op het eetpatroon en de hoeveelheid lichaamsbeweging”, verklaart hoofdonderzoeker Rebecca Moon bij Scientias.nl. “Maar er kunnen ook prenatale effecten zijn. Eerder is al aangetoond dat leefstijlfactoren en het dieet van de moeder de mannelijke en de vrouwelijke foetus verschillend beïnvloeden en er zijn fundamentele verschillen in vetweefsel bij mannen en vrouwen die dit verschil mogelijk verklaren.” Mogelijk ontstaat die verhoogde kans op obesitas dus al in de baarmoeder, maar Moon benadrukt dat er meer onderzoek nodig is om dat te bevestigen.
Hulp nodig
Voor nu vindt ze vooral dat er meer hulp moet komen om gezinnen gezonder te leren leven, voor en tijdens de zwangerschap. “Deze studie maakt duidelijk dat dochters van moeders met obesitas of veel lichaamsvet een veel groter risico lopen om zelf ook te dik te worden. We moeten dus al heel vroeg in het leven starten met hulp om het lichaamsgewicht en vetpercentage onder controle te houden, vooral bij meisjes die het kind zijn van dikke moeders. We moeten deze gezinnen helpen om gezonder te leven voordat de vrouw zwanger wordt om de kans dat hun kinderen te zwaar worden te verkleinen.” Ze stelt voor dat de ouders les moeten krijgen in hoe gezond te eten en voldoende te bewegen.
Meer dan BMI
De Britse studie heeft de overdraagbaarheid van obesitas van moeder op kind nauwkeuriger kunnen vaststellen dan eerdere studies, vertelt de onderzoeker nog. “Dit is de eerste studie waarbij ook de lichaamssamenstelling van ouders en hun kinderen wordt gemeten. Zo ontstaat een goed beeld van lichaamsvet, spieren en botten. In andere landen is al wel onderzoek gedaan met alleen het BMI, maar dat is niet altijd een goede indicator van het vetpercentage.”
De cijfers
Hoe belangrijk het is om overgewicht en obesitas al vroeg in het leven aan te pakken blijkt wel uit CBS-cijfers. Vorig jaar was iets meer dan de helft van de volwassen Nederlanders te dik. Ruim 15 procent had obesitas. Dat aantal is sterk toegenomen. In 1990 was nog maar een op de drie Nederlanders te zwaar. Ook het overgewicht bij kinderen neemt op de lange termijn toe. Vorig jaar was 11,5 procent van de 4- tot 12-jarigen te zwaar. 3,4 procent van hen had obesitas.
Doorbreek de keten
Kinderen met overgewicht lopen een groot risico dat dit zo blijft als ze volwassen zijn. Zij worden dan weer te zware moeders, die het overgewicht weer doorgeven aan hun dochters. Zo ontstaat een situatie die van generatie op generatie doorgaat. En we hoeven niet te vertellen hoe slecht overgewicht is voor de gezondheid. Het vergroot de kans op diabetes, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en darmkanker. Het is dus belangrijk dat de keten doorbroken wordt. En dat kan het beste maar op heel jonge leeftijd gebeuren.