Al langer wordt vermoed dat microplastics een negatieve invloed uitoefenen op de voortplanting. En een nieuw onderzoek onthult nu dat dat niet zo vergezocht is. Nadat eerder in de placenta al microplastics werden aangetroffen, zijn ze nu namelijk ook in de zaadballen teruggevonden.
Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in het blad Toxicological Sciences. Voor hun studie bogen ze zich over weefsel afkomstig uit de zaadballen van mensen en honden. Ze zochten daarin vervolgens specifiek naar microplastics en kwamen – helaas – niet bedrogen uit. In totaal ontdekten ze in alle bestudeerde weefsels microplastics.
Microplastics
In elke gram hondenweefsel – gedoneerd door dierenartsen die honden castreerden – werd gemiddeld 122,63 microgram aan microplastics teruggevonden. In elke gram menselijk weefsel – verzameld tijdens autopsies – werd 329,44 microgram microplastics ontdekt. Dat is dus bijna drie keer meer dan in hondenweefsel. En ook significant meer dan eerder – door dezelfde onderzoekers – in placenta’s werd ontdekt.
Verrast
“In het begin had ik mijn twijfels of microplastics het voortplantingssysteem konden binnendringen,” erkent onderzoeker Xiaozhong Yu. “Toen ik de resultaten van de honden ontving, was ik dan ook verrast. Maar ik was nog verraster toen ik de resultaten van mensen binnenkreeg.”
Polyethyleen
In totaal detecteerden de onderzoekers in de weefsels van honden en mensen maar liefst twaalf verschillende typen microplastics. Het meest veelvoorkomende type was – zowel voor mensen als honden – polyethyleen. Dit type plastic wordt onder meer gebruikt om plastic tasjes en flesjes te maken.
Vruchtbaarheid
Het onderzoek roept natuurlijk direct de vraag op of de aanwezigheid van microplastics in de zaadballen ook negatieve gevolgen heeft voor de vruchtbaarheid. Die vraag kunnen de onderzoekers nog niet beantwoorden, hoewel daar wel eerste aanwijzingen voor zijn. Zo keken de onderzoekers binnen deze studie ook naar het aantal spermacellen dat in het hondenweefsel aanwezig was. Hieruit blijkt dat zaadballen die rijker waren aan PVC – na polyethyleen het meest voorkomende type plastic in de testikels van honden – ook minder spermacellen herbergden. Het is een voorzichtige aanwijzing – maar nog geen hard bewijs – dat microplastics van invloed kunnen zijn op de vruchtbaarheid. “PVC kan veel chemicaliën afgeven die de spermatogenese (de ontwikkeling van spermacellen, red.) verstoren en het bevat chemicaliën die hormoonontregelend werken,” aldus Yu.
Mensen
Of er ook onder mensen een verband is tussen de concentratie microplastics en de concentratie spermacellen, blijft onduidelijk. De onderzoekers konden dit deel van het onderzoek helaas niet herhalen onder menselijk weefsel; doordat dat weefsel met behulp van chemicaliën was geconserveerd, was het niet mogelijk om te tellen hoeveel spermacellen erin aanwezig waren geweest. En zo blijft dus onduidelijk of microplastics van invloed kunnen zijn op onze voortplanting. “Er is veel nog onbekend,” erkent Yu. “We moeten echt gaan kijken naar de mogelijke effecten op lange termijn. Zijn microplastics één van de factoren die bijdragen aan de afname (van het aantal – en de kwaliteit van – spermacellen, red.)?”
Waarom honden?
In dit onderzoek wordt naast menselijk weefsel ook gekeken naar weefsel van honden. Dat is een heel bewuste keuze. Allereerst, omdat honden zij-aan-zij leven met mensen en dus (grotendeels) aan hetzelfde milieu worden blootgesteld. Maar dat niet alleen, zo legt Yu uit. In vergelijking met bijvoorbeeld ratten en andere dieren staan honden ook biologisch gezien vrij dicht bij de mens. “Fysiek gezien lijkt hun spermatogenese meer op die van mensen en komt ook hun spermaconcentratie meer overeen met die van mensen.” Daarnaast geldt zowel voor mensen als honden dat het aantal spermacellen dat zij produceren door de bank genomen lijkt af te nemen. En Yu vermoedt dan ook dat die achteruitgang voor beide soorten veroorzaakt wordt door dezelfde omgevingsfactoren. En mogelijk zijn microplastics er daar dus een van.
Steeds meer plastic
Meer onderzoek is hard nodig. Temeer omdat microplastics tegenwoordig overal zijn en er nog altijd nieuwe ladingen plastic in het milieu belanden. Yu vreest dan ook dat die microplastics voor de jonge generatie een nog veel groter probleem kunnen gaan vormen dan voor de generatie waar hij zich in dit onderzoek op richtte. Voor de studie keek hij namelijk naar weefsels van mannen die zo’n 35 jaar oud waren. Ook zij zijn opgegroeid in een wereld waarin plastics veelvuldig gebruikt werden en ook veelvuldig in het milieu terechtkwamen. Maar vandaag de dag herbergt het milieu wel veel meer plastic dan in de jaren waarin zij opgroeiden en leefden. “De impact (van microplastics, red.) op de jongere generatie kan dan ook nog weleens veel zorgwekkender zijn,” stelt Yu.
Het is een weinig opbeurend onderzoek. Toch maant Yu tot kalmte. “We willen mensen niet bang maken. We willen wetenschappelijke data verzamelen en mensen er bewust van maken dat er veel microplastics zijn.” Welke impact die plastics precies op onze voortplanting hebben, blijft vooralsnog echter onduidelijk.