Het groen rukt op richting het noordpoolgebied, zo blijkt uit een nieuw onderzoek. Het groen dat we nu in noordelijke gebieden aantreffen, kwam dertig jaar geleden nog enkele graden zuidelijker voor.
Dat schrijven onderzoekers in het blad Nature Climate Change. Doordat het pak ijs en sneeuw dat lang op noordelijke breedtes lag, begint af te nemen, zijn de verschillen tussen de seizoenen niet meer zo groot. “De koudere seizoenen worden veel sneller warmer dan de zomer,” stelt onderzoeker Lian Xu.
Gevolgen
De hoeveelheid warmte die beschikbaar is voor de groei van planten neemt in het noordelijk gelegen gebied dan ook toe. “De hogere noordelijke breedtes warmen op, Arctisch zeeijs en de tijd dat het gebied met sneeuw bedekt is, neemt af, het groeiseizoen wordt langer en planten groeien meer,” zo somt Ranga Myneni de gevolgen op.
Snel
“De eigenschappen van de seizoenen veranderen.” De snelheid waarmee dat gebeurt, verbaast de onderzoekers. Ze bestudeerden het verband tussen de oppervlaktetemperatuur en de groei van vegetatie vanaf zo’n 45 graden noorderbreedte tot aan de Noordelijke IJszee. Ze ontdekten dat temperaturen en de groei van vegetatie hier nu overeenkomt met de situatie die we zo’n dertig jaar geleden nog vier tot zes graden zuidelijker aantroffen.
Versterking
In het gebied wordt de opwarming enorm versterkt: ijs en sneeuw dat zonlicht weerkaatst, verdwijnt. Wat overblijft, is donkere grond die het zonlicht niet reflecteert, maar absorbeert. Hierdoor stijgen de oppervlaktetemperaturen. En planten gedijen daarbij: het gebied rondom de pool telt steeds meer bomen en struiken. “Het broeikaseffect kan in de toekomst nog verder versterkt worden wanneer de grond in het noorden ontdooit en significante hoeveelheden koolstofdioxide en methaan gaat loslaten,” stelt Myneni.
Maar het is niet bewezen dat het oprukkende groen in dit tempo doorgaat. Het versterkte broeikasefect kan wel eens leiden tot bosbranden, de uitbraak van ziektes en droogtes in de zomer. En dat zijn factoren die het groen kunnen afremmen.